Een man leunt quasi-nonchalant tegen het matras dat tegen de muur staat terwijl hij een boek leest. Een paar schilderijen hangen aan de muur, een houten kastje belemmert de bewegingsruimte. Plots beweegt het matras en komt er een danseres achter vandaan, waarna een spel tussen matras, lezer en danseres ontstaat. Het is het startpunt van Switch Streams, een huiskamerestafette waarbij de dansers van het Nederlands Dans Theater bij toerbeurt een korte voorstelling vanuit hun eigen huis geven, die live wordt gestreamd via Facebook.

Het was een initiatief van de dansers zelf. Switch Streams vormt één van de manieren om na de plotselinge afgelasting van al hun voorstellingen toch actief en geïnspireerd te blijven. Want ook al doen het Nederlands Dans Theater en andere gezelschappen hun best om hun dansers een alternatief programma te bieden, anderhalve meter afstand houden en thuiswerken maakt een volwaardige les of repetitie onmogelijk. Dus volgen de dansers dagelijks vanuit hun studio of appartement een balletles, pilates of krachttraining.

Om de beperkte werkomstandigheden enigszins te verzachten versneden Het Nationale Ballet en Nederlands Dans Theater oude balletvloeren, zodat elk van hun dansers in ieder geval een stukje balletvloer in huis heeft. Het Nationale Ballet bracht zelfs korte barres rond, zodat hun dansers niet veroordeeld waren tot het aanrecht of de stoelleuning.

‘Wij bieden momenteel vijf online pilates-lessen, twee balletlessen en twee keer krachttraining per week aan’, vertelt artistiek producent en curator Rupert Tookey van Nederlands Dans Theater. ‘Twee leden van ons artistieke team geven de les via Zoom vanuit de studio. Er is ook live pianobegeleiding, de pianist speelt vanuit huis mee via Zoom. De meeste dansers doen mee, en de meesten vullen de lessen aan met online lessen van andere gezelschappen, zoals bijvoorbeeld de Gaga-lessen die nu online te volgen zijn.’

Het Nationale Ballet werkt op een soortgelijke manier, met vijf online balletlessen per week, drie pilateslessen en twee keer krachttraining. Directeur Ted Brandsen: ‘Ons medisch team stuurt twee keer per week een e-mail rond met tips voor cardiotraining, gezond eten en er is binnenkort een masterclass over mentale gezondheid met een sportpsycholoog. Daarnaast organiseert de Ondernemingsraad een wekelijks online koffie-uurtje voor de dansers, waarbij de staf niet aanwezig is. De artistieke staf heeft elke week individueel contact met de dansers.’

Ook werken twee choreografen, Milena Sidorova en Peter Leung, met de dansers op afstand aan artistieke bewegingsopdrachten. Coaching gebeurt via Skype of Zoom. Leung maakt van de solo’s en duetten filmpjes die hij buiten in het stille ochtend-Amsterdam opneemt.

Toch kan dat alles niet voorkomen dat de dansers fysiek inleveren gedurende deze periode. In huis zijn grote sprongen, pirouettes en verplaatsingen niet mogelijk. De dansers zijn gewend acht uur per dag bezig te zijn, dat kan nu niet. Ook samen dansen en repeteren voor nieuwe stukken zit er niet in. Zodra repeteren weer mogelijk is, vergt dat eerst een periode van intrainen, vertelt Brandsen.

Ook Conny Janssen Danst zette direct een alternatief programma voor de dansers op. ‘Toen ik hoorde dat we onze voorstellingen niet konden spelen, wist ik dat ik een alternatief idee moest ontwikkelen. Je kunt niet opeens tegen je dansers zeggen: ga maar thuis zitten. Ze moeten in beweging blijven. Het gezelschap vormt daarnaast hun grootste sociale netwerk, hun familie. Sommige dansers komen op achttien- of negentienjarige leeftijd vanuit het buitenland naar Nederland om bij Conny Janssen Danst te werken. Het wegvallen van het werk is dan heel ingrijpend. Ik wilde dus een structuur opzetten waardoor zij verbinding blijven voelen met het gezelschap.’

Naast een dagelijkse online balletles via Zoom, zette ze daarom het project ‘Monuments in Solitude’ op. ‘Ik heb de dansers gevraagd om geïnspireerd door deze tijd een solo te maken. Wat doet deze tijd met hen? Hoe is het om teruggeworpen te worden op jezelf? Wat ontdek je en leer je? Ik heb hen uitgenodigd om op die vragen te reflecteren en deze om te zetten in dans.’

Daarnaast bedacht het gezelschap een systeem om de dansers toch in de studio te kunnen laten werken. ‘We hebben twee studio’s. Die hebben we onderverdeeld in een ochtendblok, een middagblok en een avondblok. Dat levert zes tijdsblokken van drie uur op. We hanteren dit systeem zeven dagen per week, en per tijdsblok mag één danser in de studio werken. Elke danser kan dan vier keer per week in de studio aan de slag. De studio’s zijn in vakken verdeeld, waardoor elke danser een eigen vak heeft en niet door andermans zweet rolt.’

Het Nederlands Dans Theater en Het Nationale Ballet denken gezamenlijk na over hoe ze hun dansers te zijner tijd weer in de studio kunnen ontvangen. Net als Conny Janssen Danst zullen de gezelschappen gaan werken met eenrichtingsverkeer en een vaste route door het gebouw. De les zal in eerste instantie in vier studio’s tegelijk plaatsvinden, waardoor dansers met veel minder mensen in een zaal staan. Barres, vloeren en kleedkamers worden grondig schoongemaakt en de desinfectiegel zal paraat staan.

Zover is het nog niet, en tot die tijd zullen de dansers het moeten doen met hun thuisstudio, en het publiek met de online content van de gezelschappen.

Lees hier hoe freelance-dansers nu fit blijven. Foto: Hold On van Het Nationale Ballet