De danssector heeft een gezamenlijk advies geschreven over de toekomst van de dans in Nederland vanaf 2021. De plannen werden vandaag verstuurd naar Minister van Engelshoven van OC&W en belangrijke stakeholders in de danswereld. De sector doet een dringende oproep voor meer maatwerk en minder productiedwang. 

‘We moeten van ons laten horen en onze stem verheffen’, schrijft de danssector. ‘Want de rek is eruit, de bodem is in zicht.’ In vijf knelpunten omschrijven ze een dreigend ‘dansinfarct’. Het veld zou onder meer té flexibel en te zeer meegegaan zijn in de versnippering van de subsidiestructuur. Het bestel is te veel gericht op prestatie, en te weinig op ontwikkeling en onderzoek. En de keten blijkt niet doorlopend te zijn, talent stopt of vertrekt.

Als oplossing formuleerden de initiatiefnemers gezamenlijk een lijst met actiepunten, voor zowel zichzelf, de fondsen, de overheden als de Raad voor Cultuur en de Minister van OCW. De laatste roepen ze op ‘het bestel te innoveren zodat het aansluit bij het DNA van nieuwe maakpraktijken en gelijke tred houdt met de evolutie van het kunstenveld’. De Raad dient onder meer voorwaarden te scheppen voor goed werkgeverschap en een werkbare toepassing van de Fair Practice Code, ze dient de variabele werkpraktijk in de dans uit te leggen aan de Belastingdienst en vakbond FNV Kiem, betere omscholingsregelingen in te stellen en diversiteit te verankeren in het bestel.

De financieringsregelingen van de Culturele Basisinfrastructuur/BIS (nu meerjarige financiering op grond van beleidsplannen) en het Fonds Podiumkunsten/FPK (meerjarige activiteitenfinanciering op grond van productieplannen) dienen beter op elkaar afgestemd te worden. ‘Het FPK moet de ruimte krijgen om op eenzelfde manier als in de BIS subsidie te verstrekken voor een totaalpakket van activiteiten van een instelling, in plaats van die alleen te koppelen aan het aantal uitvoeringen, zoals dat nu het geval is.’

Het document stelt ook voor om een landelijk platform te ontwikkelen en financieel te ondersteunen, ‘waar onafhankelijke makers terecht kunnen voor gezamenlijke ondersteuning in organisatie, marketing en afzet, dus inclusief financiering voor creatieve producers en ondersteunende organisatie’.

Het gezamenlijk advies kwam tot stand onder aanvoering van Festival de Nederlandse Dansdagen in Maastricht en met steun van het Fonds Podiumkunsten. Om tot een gedegen antwoord te komen van het hele veld, hebben vijf verschillende sub-sectoren (urban dans, jeugddansgezelschappen, talentontwikkelaars, projectgezelschappen & onafhankelijke makers en structureel gesubsidieerde gezelschappen (BIS en FPK)) de problematiek eerst met hun achterban besproken en vastgelegd in aparte documenten.

Foto: Savoir Faire, Partita for 8 Dancers – NDT, Crystal Pite, Rahi Rezvani