32 dramaturgen kwamen samen op de Dag Dramaturgie van Festival Cement om te discussiëren over het thema van dit jaar, wereldverbeteraarschap. Ervaren dramaturgen, dramaturgen in spe, Nederlandse en Vlaamse dramaturgen ontmoetten elkaar op de broedplaats ‘Werkwarenhuis’ in Den Bosch. Bauke Lievens en Wouter Hillaert van cultuurkritisch platform rekto:verso namen ons mee in een gedachte-experiment van drie uur, wat nog dagen door had kunnen gaan.

De dag werd geopend met ‘Het theater ligt in de stad en de stad ligt in de wereld en de wanden zijn van huid’, de bekende State of the Union van Marianne van Kerkhoven, voorgelezen door Lievens. Zij benadrukt de wisselwerking tussen de productie, de kleine dramaturgie, en de wereld eromheen, de grote dramaturgie. We kregen ieder een paar minuten om vijf waarden op te schrijven die we als dramaturg koesteren met betrekking tot de wisselwerking tussen deze twee dramaturgieën, deze twee werelden die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Vervolgens zochten wij een partner om onze waarden mee te vergelijken en samen te voegen. Vijf waarden mochten we wegstrepen, vijf nomineerden we om over te blijven. Vervolgens deden we dit in een groep van vier, acht, zestien, tot we uiteindelijk tweemaal vijf waarden over hadden voor een grote groepsdiscussie. Veelgehoorde termen waren ‘verbinding’, ‘menselijkheid’, ‘dialoog’ en ‘politiek’.

Het waren zware discussies. Hoe groter de groep, hoe feller het gesprek. Vaak mondde het uit in een veelal talige discussie, waarbij de achtergrond en de persoonlijke associaties van iedere dramaturg een grote rol speelden. Het kiezen van waarden in een woord leidde ertoe dat de betekenis vaak wel begrepen werd, maar accurate woordkeuze soms voorop stond. Zo verzandden we lange tijd in een tweestrijd over het woord ‘aarding’: een dramaturg moet een standpunt kunnen kiezen, moet kunnen uitleggen waar zijn wortels liggen, maar tegelijkertijd zichzelf niet vastzetten. Vooral de jonge, hedendaagse termen zoals ‘queer(ness)’ en ‘duurzaamheid’ vielen in goede aarde bij de meeste dramaturgen.

Duurzaamheid was sowieso een belangrijk thema binnen de dag. Hoe zorgen we dat het gesprek gaande blijft? Drie studenten dramaturgie lazen een brief voor aan de ‘dramaturgen van gisteren’, waarin de vraag werd gesteld: ‘Waarom komen de dramaturgen van morgen en de dramaturgen van gisteren zo weinig samen?’ En er lijkt niet alleen te weinig uitwisseling tussen verschillende generaties te zijn, maar ook tussen Vlaanderen en Nederland. Vanuit de aanwezigen bleek er gelukkig animo om vaker in gesprek te gaan. De afspraak om tweemaal per jaar, een keer in Vlaanderen en een keer in Nederland, een Dag Dramaturgie te organiseren is nu gemaakt. Volgende keer hopelijk met nog meer diversiteit en mogelijkheden om van elkaar te leren.