Minister Jet Bussemaker (OCW) wil na 2020 een nieuwe koers voor het Nederlands cultuurbeleid. Ze gaf in een persbericht vandaag het startschot om verkenningen te starten voor een ’toekomstbestendig cultuurbeleid dat rekening houdt met de veranderende voorkeuren van het publiek en nieuwe werkwijzen in de cultuursector’. De afstemming tussen rijk, provincies en gemeenten is een belangrijk uitgangspunt.

Minister Bussemaker: ‘Ik zie dat de cultuursector nieuwe wegen inslaat: om meer en ander publiek te bereiken, om nog meer samenwerking te zoeken met andere partijen, ook buiten de cultuursector. Het cultuurbeleid van de toekomst kan aan die kwaliteit van de cultuursector nog beter recht doen.’

Om dat cultuurbeleid van de toekomst vorm te geven, wil het ministerie het komende jaar in gesprek gaan met vertegenwoordigers van de cultuursector, steden en provincies. Bij die gesprekken worden ook kunstenaars, makers en potentieel publiek betrokken. De agenda voor deze gesprekken wordt in het voorjaar bekend gemaakt.

Als eerste stap vraagt minister Bussemaker vandaag de Raad voor Cultuur om advies. In ‘Agenda Cultuur’ (2015) concludeerde de raad dat het cultuurbeleid sterk nationaal is georiënteerd en vooral is gericht op individuele instellingen en niet op de samenhang van culturele voorzieningen. Daarom stelde de raad voor om de keuzes van stedelijke regio’s meer leidend te laten worden in het cultuurbeleid. De minister volgt nu deze aanbeveling en vraagt de raad om een verkenning naar de mogelijkheden van een sterkere samenwerking tussen de verschillende overheden onderling en de cultuursector.

Daarnaast vraagt de minister de raad met sectoradviezen te komen, waarin per sector trends en ontwikkelingen worden geduid. Daaraan kunnen vervolgens mogelijke scenario’s worden verbonden.

De minister wil de verkenning en de sectoradviezen in oktober 2017 ontvangen. Lees hier de adviesaanvraag.