De cultuursector wil dat het kabinet robuust gaat investeren in een overbruggings- en garantiefonds om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Gisteren stuurde een aantal koepelorganisaties daartoe een gezamenlijke noodoproep. Het generieke steunpakket van het kabinet en de vrijdag gepresenteerde aanvullende maatregelen voor de sector bieden volgens de briefschrijvers ‘onvoldoende soelaas voor dreigende faillissementen van instellingen en bedrijven en het op grote schaal wegvallen van inkomen voor artiesten en zzp’ers’.

De cultuursector wordt door de maatregelen om het coronavirus tegen te gaan op ongekende schaal getroffen. ‘De wanhoop nabij’, is volgens de brancheverenigingen de samenvatting van de noodkreten die zij de afgelopen dagen massaal uit hun achterbannen ontvingen.

Die nood hangt volgens de organisaties samen met een aantal specifieke kenmerken en knelpunten van hun sector, waarvoor algemene maatregelen vaak niet matchen. Veel organisaties zijn kwetsbaar vanwege hun seizoens- of projectdynamiek. Ook is er een beperkte toegang tot bancaire (overbruggings-)kredietlijnen, vanwege het vaak unieke, kleinschalige en risicovolle karakter. Bovendien vallen veel zzp’ers in de cultuursector buiten de richtlijnen van de algemene regelingen voor zzp’ers van het kabinet.

Het gevraagde fonds zou zowel de liquiditeitsproblemen op korte termijn als de economische schade op middellange termijn moeten opvangen, zowel voor freelancers als voor bedrijven en instellingen. De oproep is ondertekend door onder meer Kunsten ’92, Creatieve Coalitie, Federatie Creatieve Industrie, Federatie Cultuur en het Erfgoedplatform.

Circuspunt, het platform voor het Nederlandse circusveld, heeft een eigen brandbrief naar de leden van de Tweede Kamer gestuurd. Ook volgens deze belangenvereniging lost het voorgestelde maatregelenpakket knelpunten op korte termijn niet op. Het belangrijkste probleem voor specifiek het circus is de voorwaarden in de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS) die bedrijven uitsluit die hun fysieke vestiging hebben op hun woonadres. Veel reizende en kleine circusgezelschappen zijn gevestigd op het woonadres van een van de bestuurders aangezien ze geen vaste vestigingsplaats (want nomadisch beroep) hebben. Wel hebben deze ondernemingen vaste lasten, zoals aan de huur van opslag voor materialen, zaalhuur of voertuigen die stilstaan of winterstalling.

Foto: Humans – CIRCA, Pedro Greig