De financiële schade door de coronacrisis is nu al enorm, en het einde is nog niet in zicht. Wat zijn de verhalen achter de cijfers? Theaterkrant gaat in gesprek met zzp’ers uit de theatersector. Waar doen ze het van? Hebben ze nog werk en inkomen? En hoe gaan zij om met de onzekerheid die de coronacrisis brengt? Deze keer: zakelijk producent Joanneke van de Woestijne.

De coronacrisis was voor Van de Woestijne een rollercoaster aan crisismanagement. Als zzp’er werkte ze voor Festival Cement, en stapte vlak na het uitbreken van de coronacrisis volgens planning over naar Makershuis Tilburg, waar ze eveneens freelance werkt. Daarnaast werkt ze ook nog op projectbasis voor haar broer Bart van de Woestijne. Bij al haar werkzaamheden moest ze inspelen op onvoorziene omstandigheden met een grote impact op de theatermakers met wie ze werkt.

‘Festival Cement was een van de eerste festivals die werd afgelast, waardoor nog onduidelijk was wat de fondsen zouden vergoeden. Er heeft veel werk gezeten in onderzoeken welke kosten al gemaakt waren, welke kosten er nog zouden komen, en het uitdenken van verschillende scenario’s. Ook omdat onzeker was of het festival verplaatst kon worden. Sommige producties zijn speciaal voor Festival Cement gemaakt en kunnen niet zo makkelijk hervat worden in een andere setting. Inmiddels is bekend dat Cement compensatiegeld krijgt en dat de uitkoopsommen deels vergoed worden. Maar in eerste instantie lag de focus echt op het betalen van de productiekosten en het communiceren met de makers over de onzekerheid.’

Van de Woestijne begon na Festival Cement met een nieuwe baan bij Makershuis Tilburg, waar corona weer voor andere uitdagingen zorgde. ‘We zijn gelukkig geen inkomsten verloren. Het Makershuis ondersteunt makers met residenties en ontwikkeltrajecten. Daar krijgen we geld voor vanuit de gemeente Tilburg en PLAN (overkoepelende talentontwikkelingsorganisatie, red.). Het voortzetten van de ontwikkeling van makers is wel een uitdaging. We weten niet of alle geplande residenties en trajecten nog doorgang kunnen vinden dit jaar. Er is vertraging door het wegvallen van speelplekken, contact en repetitieperiodes. Als alternatief presenteren we nu elke vrijdagavond een programma in theater De Nieuwe Vorst, waar makers werkversies, ouder werk en aangepaste voorstellingen kunnen laten zien. De residenties en makerstrajecten worden nu verspreid over 2020 en 2021. Daarnaast kijken we naar wat elke individuele maker nodig heeft.’

‘We zien dat sommige makers financieel in de knel zitten en tijdelijk ander werk gaan doen. Anderen zaten net in een repetitieperiode en missen geen voorstellingen en daardoor ook geen inkomen. Een aantal makers waarvan wij de voorstellingen produceren, hebben wij voor 75% kunnen vergoeden voor gemiste uitkoopsommen.’

Naast haar vaste baan werkt Van de Woestijne als zzp’er op projectbasis voor jonge maker Bart Van de Woestijne. ‘Hoeveel werk er is, is afhankelijk van de subsidies die binnenkomen. Dat blijft onzeker en is inherent aan het vak, daar zit ik niet mee. Maar corona maakt het niet makkelijker. Veel projecten worden uitgesteld, waardoor er geen ruimte is om aan een nieuw project te beginnen. Een opdracht die in eerste instantie in september afliep, loopt nu opeens tot september 2021. Die inkomsten worden daardoor verspreid over een langere periode, maar omdat de opdracht doorloopt kun je ook geen andere opdrachten aannemen.’

‘Ik denk dat veel zakelijk leiders de gevolgen van de coronacrisis misschien pas over een half jaar voelen. Je vraagt namelijk van tevoren geld aan voor een project, en doet dat halverwege het project dat al loopt. Maar nieuwe projecten laten vanwege uitgestelde eerdere projecten nu langer op zich wachten.’

‘Voor zakelijk leiders is er nu heel veel te doen. Er moet opnieuw gepland worden, scenario’s uitgedacht en begrotingen opnieuw opgesteld. Voor al dat extra werk is geen extra geld. Veel jonge zakelijk leiders investeren nu tijd zonder dat daar iets tegenover staat, want ze voelen zich wel verantwoordelijk.’

‘Ik spreid het risico door deels voor vaste opdrachtgevers te werken en deels voor jonge makers. Maar niet iedereen heeft zo’n vaste opdracht.’

Inkomsten verloren? Ja, doordat een opdracht is uitgespreid en er geen nieuw werk kan worden aangenomen.
Werk verloren? Nee, er is juist meer werk.
Uitkering? Nee.