De financiële schade door de coronacrisis is enorm, en het einde is nog niet in zicht. Wat zijn de verhalen achter de cijfers? Theaterkrant gaat in gesprek met zzp’ers uit de theatersector. Waar doen ze het van? Hebben ze nog werk en inkomen? En hoe gaan zij om met de onzekerheid die de coronacrisis brengt? Deze keer: Merel Ooms.

Merel Ooms (1984) studeerde Art & Economics aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en produceerde tientallen voorstellingen, variërend van jeugdtheater tot toneel, events en locatietheater. Ze werkte onder andere voor Theater Terra, Urban Myth en Theater de Meervaart en artiesten als Vincent Bijlo, Sven Ratzke en Marc de Hond. Ze verzorgt tevens de marketing van een kinderboekenschrijver bij Uitgeverij Leopold. In 2014 richtte ze samen met regisseur Benno Hoogveld monologenproductiehuis Solo Stories op, in 2019 gevolgd door Heads and Tales.

‘Toen Rutte in maart vorig jaar de theaters dichtgooide, gaf dat veel onzekerheid en ongerustheid’, zegt Ooms. ‘Met Solo Stories hadden we nog 43 voorstellingen voor de boeg van Doet sneeuw pijn. We gingen meteen op zoek naar mogelijkheden binnen de maatregelen. Ons team stond te springen, maar veel theaters misten de financiële armslag om voorstellingen slechts voor 100 en daarna 30 man publiek te laten uitvoeren.’

‘Waar mogelijk speelden we op een nieuwe datum voor een lager garantiebedrag of deden we twee voorstellingen op één avond. Dat was voor onze actrice zwaar, zij moet Doet sneeuw pijn in haar eentje dragen. Maar zo konden wij haar, de technicus en de tourmanager toch een kleine vergoeding geven. Solo Stories verdiende er zelf niets aan, maar als producent wil ik “mijn mensen” een inkomen bieden.’

Het zwaarst vond Ooms de algehele rompslomp: ‘Het voortdurende overleg met cast, crew, impresariaat en de branchevereniging kostte veel energie. Omdat de meeste uitvoeringen van Doet sneeuw pijn niet doorgingen, konden we de reeds geïnvesteerde kosten niet meer terugverdienen. Dat leverde een schadepost op van ongeveer een ton. Inmiddels heeft de overheid weliswaar 40 miljoen steun toegezegd voor de vrije producenten, maar volgens de berekening krijgen wij amper een tiende vergoed van de daadwerkelijk geleden schade.’

Financieel kwam Ooms desondanks niet in de knel: ‘Ik heb altijd geld opzijgezet voor onvoorziene situaties en mijn werk voor de uitgeverij liep gelukkig door. Bovendien heb ik een partner die weliswaar zzp’er is, maar nog gewoon inkomsten had. Daarom kwam ik ook niet in aanmerking voor de TOZO-regelingen. Om geld te besparen hebben we de verbouwing van ons huis op een lager pitje gezet. Het scheelt bovendien dat etentjes, theater- en museumbezoek of een weekendje weg nauwelijks mogelijk waren.’

Zoals veel lotgenoten ervaart Ooms de voortdurend wisselende maatregelen als ‘uiterst frustrerend. Ik had en heb begrip voor de overheid, zeker in de beginperiode, want nooit eerder zaten we in een dergelijke situatie. Het is evident dat ze even moesten uitvogelen welke financiële tegemoetkomingen voor welke sector mogelijk zijn, maar ik heb me als vrije theaterproducent heel lang niet gezien en erkend gevoeld. – En eigenlijk nog steeds niet echt.’

‘Het is pijnlijk dat overheid en maatschappij kunst niet als een eerste levensbehoefte zien. Hoe hard hebben we niet met z’n allen moeten lobbyen voor dat eerste steunpakket? – Dat vervolgens alleen naar de gesubsidieerde gezelschappen en locaties ging. Terwijl de kunstensector de afgelopen jaren voortdurend is aangespoord zijn eigen broek op te houden! Het voelde alsof we werden afgestraft voor ons ondernemerschap.’

Ooms heeft ook haar bedenkingen bij het fenomeen livestreaming: ‘Ik heb mij best gestoord aan makers die ineens gratis optredens of registraties gingen streamen. Zo voed je het vooroordeel dat kunst franje is, een soort hobby van de makers in een sector die geen financiële steun nodig heeft. Liever had ik gezien dat we collectief alles op zwart hadden gezet. Pas dan maak je invoelbaar hoe verweven kunst is met alle gelederen van onze maatschappij, hoe noodzakelijk zij is om het leven kleur te geven.’

Ook op persoonlijk vlak was het een zwaar jaar, zegt Ooms: ‘Marc de Hond, met wie ik jarenlang had samengewerkt, overleed en in het najaar verloor ik twee familieleden aan de gevolgen van corona. Je gaat maar door, je relativeert, je probeert de lichtpuntjes te zien: mijn gezin is gezond, we hebben een dak boven ons hoofd, we kunnen eten. Maar alle onzekerheid maakte me soms toch wat wiebelig. Dan keek ik een avond niet naar een talkshow, las eens niet de krant, maar ging met man en kind het bos in en las een goed boek.’

Dat de lockdown tot minimaal 9 februari is verlengd en wellicht zelfs nog langer gaat duren stemt haar somber. ‘Voor Solo Stories en Heads and Tales betekent het dat de boel nog langer stil ligt. Ik had ons team zó graag het plezier van de voorstellingen gegund, maar het is volstrekt onduidelijk wanneer die weer mogelijk worden. Sommige teamleden vinden wat klusjes buiten onze tournees, door les te geven, in een tv-serie te spelen of een podcast op te nemen. Dan ben ik opgelucht: ze kunnen in ieder geval boodschappen doen.’

Ander werk zoeken heeft ze niet overwogen: ‘Ik wil Solo Stories en Heads and Tales ook na corona blijven bestieren en kunnen anticiperen op de ontwikkelingen in de kunstensector. Op dit moment leid ik het leven van een thuisblijfmoeder; ik werk als mijn zoontje van 3 slaapt. Het geeft rust dat we zo als gezin geen enorm probleem hebben nu de kinderopvang dicht is. Maar die voortdurende onzekerheid en het gebrek aan perspectief putten me uit, daarom probeer ik gezond te eten, goed te slapen en geregeld te wandelen.’

Ondanks alles ziet ook Ooms positieve kanten: ‘Doordat we noodgedwongen meer in onze eigen kring verkeren ben ik anders naar mijn omgeving gaan kijken. Wat leven we eigenlijk in luxe, in een fijn land, we kunnen thuis de lekkerste gerechten koken en via internet met de hele wereld in contact blijven. Met Benno bereid ik toekomstige producties voor, dat geeft veel energie. En het is soms wel lastig dat mijn peuter de hele dag thuis is, maar ik geniet er intens van dat ik nu niets mis van al zijn gekke uitspraken en pure, verwonderende blik op de wereld.’

Inkomen verloren?  Ja, € 30.000
Werk verloren?  Ja, een deel van Doet sneeuw pijn is afgelast, een ander deel is doorgeschoven naar komend voorjaar.
Uitkering? Nee