De financiële schade door de coronacrisis is nu al enorm, en het einde is nog niet in zicht. Wat zijn de verhalen achter de cijfers? Theaterkrant gaat in gesprek met zzp’ers uit de theatersector. Waar doen ze het van? Hebben ze nog werk en inkomen? En hoe gaan zij om met de onzekerheid die de coronacrisis brengt? Deze keer: danseres Goda Žukauskaitė.

‘De dag dat alle voorstellingen werden afgelast was schokkend. Ik was halverwege de tour met Kalpanarts (de voorstelling Hitting the True North, red.). Die dag hadden we een voorstelling in Maastricht. We vertrokken ’s ochtends met de auto, maar onderweg vertelde de producer dat niet zeker was of we wel konden optreden die avond. Eenmaal in het theater hoorden we dat voorstellingen met meer dan honderd bezoekers niet waren toegestaan. Het theater heeft toen moeten besluiten dat we niet mochten optreden. Dus toen hebben we maar wat op het podium gedanst om de spanning kwijt te raken, zijn we gaan dineren en daarna weer naar huis gegaan.’

Sindsdien zit Žukauskaitė thuis, op haar woonboot in Amsterdam. Ze werkte freelance voor Kalpanarts. ‘We hadden veel voorstellingen in maart, april en mei. Die voorstellingen waren uitgesteld naar juni en juli, totdat ook die data werden afgelast. Nu zijn er weer nieuwe voorstellingsdata gepland in september, maar ik probeer niet te veel te hopen. Ik weet niet of het door kan gaan.’

‘Ik word betaald voor repetities en voorstellingen. Als de voorstelling niet doorgaat, krijg ik ook geen salaris. Voor de voorstelling in Maastricht heb ik de helft van het honorarium gekregen. Ik heb geen bijbaan en kan leven van het freelancen. Ik heb wel gespaard, en nu blijkt wel hoe belangrijk dat is voor freelancers. Ik leef nu van mijn spaargeld en van de TOZO, de uitkering van de overheid.’

‘Doordat ik de TOZO krijg, kan ik nog steeds sparen. Ik geef alleen maar geld uit aan de basisbenodigdheden. Je weet niet hoe de toekomst verloopt. Wanneer er weer een nieuwe coronagolf komt, worden er misschien opnieuw voorstellingen afgelast.’

Žukauskaitė zag met lede ogen aan hoe makkelijk kunstenaars hun kunst weggaven op internet zonder na te denken over het wat en waarom. ‘Ik lees liever een boek om zo te investeren in toekomstige creaties, dan dat ik willekeurig online dansvideo’s deel zonder duidelijk doel of boodschap.’

‘Ik wil gewoon creëren en blijven delen. Dus ben ik naar mogelijkheden gaan zoeken. In Litouwen (waar Žukauskaitė is geboren, red.) was er een open call voor residenties. Ik had een idee en heb een aanvraag gedaan. Die werd gehonoreerd en nu krijg ik drie maanden betaald voor een residentie.’ Die residentie doet ze vanaf haar eigen woonboot in Amsterdam. Ze experimenteert, nodigt andere kunstenaars uit om met haar samen te werken en laat iets zien van haar proces via een livestream, die ze 78 dagen lang elke dag een uur op Facebook toont onder de titel 78h. ungrowing grass.

‘Dit is een kans om iets te veranderen. Misschien hebben we wel geen groot podium nodig. We kunnen ons nu afvragen: waarom maken we zulke grote producties? Er zijn problemen met de natuur, het klimaat…waarom gaan we niet de wijk in? Misschien geeft dit mogelijkheden om de dingen anders te doen.’

Žukauskaitė zou in augustus met Kalpanarts aan een nieuwe productie beginnen, maar vanwege de coronacrisis is die verplaatst naar 2021. Gelukkig is er ook goed nieuws. Nu Kalpanarts structurele subsidie van de Gemeente Den Haag gaat ontvangen, zal Žukauskaitė de komende jaren intensief met het gezelschap gaan werken. ‘Deze situatie geeft ons de gelegenheid om meer te leren over en te investeren in Indiase dans. We krijgen nu workshops, zodat we voor toekomstige projecten een sterke basis hebben. Het gezelschap geeft echt om ons, daar ben ik heel blij mee.’

Werk verloren? Ja.
Inkomsten verloren? Ja.
Uitkering? Ja, de TOZO.

Foto: Dainius Putinas