Theaterkrant maakt de komende weken een (virtuele) wereldtour en kijkt hoe lokale theatersectoren omgaan met de coronacrisis. Vandaag buurland Duitsland, waar bondskanselier Angela Merkel op 9 mei stelde dat het ‘een land van cultuur’ is.

Het filmpje van Merkels speech werd door mijn artistieke Facebookvrienden uit België en Nederland massaal gedeeld. De culturele arbeiders dienden volgens haar te worden gesteund omdat zij mee de Duitse identiteit en het culturele leven bepalen. Kijk, zo kan het dus ook!

Al had ook Merkel enige aanmoediging nodig. Grootse sterren uit de muziekwereld publiceerden midden maart een open brief in de Welt am Sonntag, met de oproep freelancers in theater, opera en concertgebouwen door te betalen. Eind maart trok Cultuurminister Monika Grütters aan de noodbel voor de 171.000 zelfstandige professionals in de kunst- en entertainmentsector. Voormalig minister Gerhart Baum klaagde in een opiniestuk in Der Tagespiegel dat het onbegrijpelijk is dat er al een noodfonds was voor bedrijven en ondernemers, maar dat de kunst in de kou werd gelaten. Hij stelde dat cultuur geen luxe is, maar dat het behoort tot de geestelijke bodem die ons vermogen tot overleven mogelijk maakt. Ze zijn dus ‘systeemrelevant’.

Cultuurminister Grütters en Merkel, die overigens veel van opera houdt, namen de woorden netjes over en zorgden voor hulppakketten en andere ‘beschermings-mechanismes’ voor hen die in kunst en media het zwaarst getroffen waren. Aanvankelijk verliep die federale hulp echter rommelig omdat de bondsstaten de maatregelen nogal in het nadeel van freelance-artiesten toepasten, vooral door de vage definities omtrent ‘werkgerelateerde leefkosten’. De eerste noodhulp, die via de Kreditanstalt für Wiederaufbau van de staat liep, was ook meer voor lopende bedrijfskosten. En de bedragen verschilden tussen de staten onderling.

Woordvoerders uit de diverse disciplines van het werkveld alsook de directeur van de Duitse Cultuurraad, Olaf Zimmermann, gingen nog harder schreeuwen waardoor er ineens in april veel centen vrijkwamen. In Berlijn alleen al kwam, via het ‘Corona-Soforthilfepakket IV’, zo’n 30 miljoen euro voor cultuur, kunst en media erbij (uit een pot van 50 miljard aan extra staatssteun) om gedurende drie maanden kleine bedrijven van 5 tot 10 werknemers, verenigingen en individuele freelancers met directe uitbetalingen tot 15.000 euro boven water te houden.

De snelle centen werden via de IBB investeringsbank tot 31 mei direct aan alle aanvragers uitbetaald. Zelfs buitenlandse kunstenaars die recent naar Berlijn geïmmigreerd waren, kregen – tot grote verrassing van velen – het geld al na twee dagen op hun bankrekening gestort.

Nu drie maanden verder, komt de bank wel aankloppen bij de kunstenaars om zich te verantwoorden of ze het steungeld wel echt nodig hadden. Afhankelijk van het programma konden zowel levensonderhoudskosten als bedrijfskosten worden ingebracht. Maar als bij alle aftrek van de kosten er nog inkomen binnenkomt, moet dat deel netjes terug worden betaald. Daarnaast moet worden aangetoond dat het geld werkelijk voor compensatie van gemiste inkomsten op zelfstandige activiteiten, die hebben geleid tot een bestaansrisico, gebruikt is. Naast het IBB kan ook de belastingdienst verdere controle op de bedrijfsboekhoudingen uitoefenen. Met andere woorden, veel gecijfer voor een onontbeerlijke tegemoetkoming.

Net als in andere landen waren er ook in Duitsland heel wat initiatieven van cultuurhuizen, ensembles en individuele kunstenaars om online te gaan. De Staatsopera Unter den Linden, de komische Oper alsook het Maxim Gorki-theater waren er als de kippen bij om opnames van hun meest spraakmakende producties digitaal beschikbaar te stellen.

Het Hebbel Am Ufertheater (HAU) ging nog een stapje verder met innovatieve livestreams via hun eigen #HAUonline platform en YouTube-kanaal, eerst met het Festival “Spy on Me #2” en daarna met nieuwe projecten zoals Forced Entertainments End Meeting for All in drie episodes via Zoom-screens, en Gob Squads’ 12-uur-durende Show Me a Good Time. Beide gingen over zinloze tijdservaringen in het nieuwe digitale leven. Voor de laatste voorstelling was een ticket aan 5 euro verplicht en ondanks technische problemen in de eerste 30 minuten liep de stream daarna perfect. Die problemen met connectiviteit tussen mensen was trouwens juist één van de centrale thema’s.

Onder het Neustart-programma van de overheid – goed voor zo’n 20 miljoen euro – kunnen sinds kort ook culturele centra steun aanvragen om tot 50.000 euro te investeren in een veiligere infrastructuur en middelen voor digitale transmissie. De digitaliseringsdrang bij de kunstenaar werd ook breed geafficheerd in het televisieprogramma ‘Culture@Home’ op ARTE. Het lijkt soms wel of de kunst wordt geïnstrumentaliseerd om een inhaalbeweging voor digitalisering aan te prijzen.

Naast de online succesverhalen, is er ook pure nostalgie voor oudere manieren van cultuurervaren die binnen de strikte coronamaatregelen nog net wel kunnen, zoals de drive-in bioscoop van Keulen-Porz, die in mei uitzonderlijk voor 250 auto’s weer open ging: niet voor een film, maar voor muziekconcerten en theatervoorstellingen. Dat was een welgekomen afwisseling voor gezinnen die weken op elkaars lip leefden.

Live theater werd begin juni weer in openlucht toegestaan en kan in enkele deelstaten inmiddels ook in de binnenzalen. Theaterhuizen experimenteren met nieuwe publieksopstellingen, zoals het weghalen van stoelen in Bertolt Brechts Berliner Ensemble, of het installeren van plexiglas tussen stoelen voor de heropening van de Schaubühne in oktober met de première van Milo Rau’s Everywoman. En intussen is er ook nog geld vrijgekomen voor de onafhankelijke projectorkesten en ensembles, met een totaalbedrag van 5,4 miljoen euro en een maximum aan 200.000 euro per aanvrager. Het geld moet ingezet worden om te zoeken naar nieuwe presentatieformats wanneer contact weer beperkt moet worden.

Het is afwachten hoe het theater- en concertgebeuren er volgend seizoen uit zal zien, nu er ook nieuwe corona-uitbraken zijn, zoals in de slachthuizen van Noordrijn-Westfalen. Wél is duidelijk dat Duitsland royaal durft te denken – en te schenken – in functie van het totaalplaatje waar cultuur een essentieel onderdeel is van sociaal en economisch herstel. Dat zou, nu dat Duitsland onder het motto ‘Together for Europe’s recovery’  het voorzitterschap van de Raad van Europa heeft, ook best wel Europawijd mogen worden ingevoerd.