Theaterkrant maakt de komende weken een (virtuele!) wereldtour en kijkt hoe locale theatersectoren omgaan met de coronacrisis. Op 17 maart werd in Portugal de state of emergency afgekondigd, maar theaters sloten al op 10 maart. 

Portugal deed een strenge lockdown. Portugezen werden verplicht thuis te blijven, mochten alleen voor het hoognodige de deur uit, terwijl de politie patrouilleerde in de straten. Meer dan 4000 culturele culturele evenementen werden geannuleerd.

Op 20 maart kondigde het Ministerie van Cultuur ondersteunende maatregelen aan voor instellingen die reeds gesubisideerd werden. Freelancers vielen daarbuiten. In een notitie van het Ministerie van Cultuur, ‘Juntos vamos criar Futuro na Cultura’ (‘Samen zullen we de toekomst in cultuur creëren’), werd aangekondigd dat de financiering van projecten die door corona moesten stoppen, gehandhaafd zou blijven, ook als er geen uitzicht was op herprogrammering. OPART, de stichting die het Teatro Nacional de São Carlos, Companhia Nacional de Bailado en Orquestra Sinfónica Portuguesa, Teatro Nacional D. Maria II en Teatro Nacional São João beheert, handhaafde de financiële verplichtingen met alle bedrijven, artiesten en onafhankelijke technici.

Heropening
Op 1 juni mocht de culturele sector heropenen met nieuwe preventieve maatregelen, maar veel theaters en de bijbehorende gezelschappen doen dat effectief pas komend seizoen, per 1 september. Zo laat het Teatro Nacional D. Maria II in Lissabon, gerund door regisseur Tiago Rodrigues, weten dat er eerst tijd genomen wordt om de veiligheidsmaatregelen voor toeschouwers, technici en artiesten veilig te stellen. Repetities zijn hervat. Afgelaste optredens worden verplaatst naar het komende seizoen. Tot die tijd vertoont Maria II een gratis online programma op haar website. Teatro Nacional São João in Porto zal begin juli driemaal Castro spelen, met gratis toegang voor gezondheidswerkers en vrienden van het theater (abonnement).

De veiligheidsmaatregelen bestaan uit:

  • Men dient lege zitplaatsen tussen iedere toeschouwer te laten, tenzij ze een huis delen, en de rijen eronder en erboven moeten verspringend zijn.
  • Minimaal 2 meter tussen podium en eerste rij.
  • Voor in- en uitgangen moeten, indien mogelijk, specifieke en afzonderlijke circuits aangelegd worden.
  • Iedereen in het gebouw moet een gezichtsmasker dragen, behalve de artiesten tijdens het optreden.
  • Het wordt aanbevolen tickets online te verkopen en de betaling contactloos te doen
  • In wacht- en service-ruimtes moet een ​​veilige afstand van twee meter gegarandeerd worden tussen mensen die geen huis delen. (Alle maatregelen hier)

Steunmaatregelen
De wet die organisaties verplicht om bij elke geannuleerde voorstelling alle betrokkenen 100 procent uit te betalen, voorziet ook dat bij herprogrammatie ten minste 50 procent op de oorspronkelijke datum wordt betaald, zonder dat dit gevolgen heeft voor het nieuwe contract op latere datum. Maar veel theaterproducenten, ook gemeenten en andere overheidsinstanties, houden zich niet aan deze wet, een situatie van ‘algemene niet-naleving’ die door Alexandra Vieira (BE – Bloco de Esquerda) aan de kaak werd gesteld.

Op 27 maart werd ook een nieuwe projectfinanciering ingezet, waarvoor de voorstellen uiterlijk op 6 april moesten worden ingediend. Het totaalbudget van 1 miljoen euro werd later verhoogd tot 1,7 miljoen euro. Van de 1025 aanvragen werden er 389 niet ontvankelijk verklaard. 636 voldeden en daarvan werden er 416 als prioriteit beschouwd, aangezien ze geen andere financiering hadden. Toch zullen uiteindelijk slechts 311 projecten steun krijgen van maximaal 2.500 euro voor individuen en 20.000 voor collectieve ondernemingen.

Onvrede
Ondanks de onderhandelingen tussen theatermakers en overheid is er onvrede. De steun aan theatermakers volgt dezelfde regels als die voor alle freelancers. Kunstenaars en cultuurwerkers kunnen een uitkering aanvragen, gebaseerd op inkomensgegevens van het afgelopen jaar, maar de uitkeringen zijn laag, naar verluidt tussen 50 en 600 euro. Veel onzekerheid werd ook veroorzaakt doordat de regels in de loop van maart, april en mei steeds veranderden.

Kunstenaars protesteerden begin april tegen een aangekondigd nationaal muziekevenement op televisie. Er was een miljoen euro voor het evenement uitgetrokken, waarbij vier muzikanten de volgende vier zouden uitnodigen, en die op hun beurt, en zo verder. De volledige line-up was nog niet bekend, maar de eerste vier muzikanten behoorden bepaald niet tot de groep die hulp nodig had. Een online petitie verzamelde binnen 24 uur voldoende handtekeningen om het ministerie onder druk te zetten en het evenement te cancelen.

De onvrede werd nog groter toen de minister van Economische Zaken, zonder medeweten van de premier, plotseling in het parlement zich liet ontvallen dat er 850 miljoen euro zou worden uitgetrokken om ​​de controversiële bank Novo Banco te helpen.

Voedselhulp
Door een gebrek aan inkomen en het achterblijven van staatssteun zijn veel professionals er erg aan toe. Kunstenaars organiseerden privégeld en voedselhulp voor collega’s, er waren demonstraties en er zijn online acties gestart zoals #unidospelopresenteefuturodaculturaemportugal.

Op 1 juni waren bij een bekend debatprogramma op de nationale tv de minister van Cultuur Graça Fonseca, festivalzakenman Álvaro Covões, actrice en regisseur Maria do Céu Guerra en fadozanger Ricardo Ribeiro (een van de eersten die werd geselecteerd voor het bovengenoemde tv-festival) te gast. Ondanks dat ze tegenover elkaar zaten, was het verre van een debat. De deelnemers vertegenwoordigden een vrij klein en bevoorrecht deel van het culturele veld in Portugal. Geen van de actievoerders was uitgenodigd, wat opnieuw tot onvrede leidde.

De aandacht van kunstenaarsplatforms gaat nu uit naar de vraag om een kunstenaars-statuut, zoals in Frankrijk en België bestaat. De directeur van Teatro Municipal van Porto, Tiago Guede, schreef in Público dat in deze tijden van ontslagen en uitkeringen, die voor een groot van de sector niet toegankelijk zijn, duidelijk wordt dat er een speciale regeling moet worden getroffen voor onafhankelijke cultuurwerkers in de podiumkunsten, die voor verschillende werkgevers werken en niet kunnen terugvallen op een bepaalde continuïteit in hun werkzaamheden, zoals andere freelancers.

João Dinis Pinhoa werkt als danser en dansmaker in Nederland, nadat hij in Arnhem zijn opleiding aan de dansacademie deed. Sinds corona is hij terug bij zijn familie in Noord-Portugal. Afgelopen zondag ging hij voor het eerst weer naar een rockconcert. In Aveiro, in een zaal voor 400 mensen genoten ongeveer 40 mensen verspreid over de zaal, met mondkapjes op, van een twee uur durend concert van twee bands, Baleia Baleia Baleia en Sopa d’Urso. Het concert werd ook online gestreamed, met voor het eerst een betaalmuurtje van 2,50.

Foto: Teatro Nacional D. Maria II in Lissabon, Abílio Leitão