Bijna vijf maanden na de gemeenteraadsverkiezingen zijn de colleges gevormd in het grootste deel van het land – zo ook in Hollandse gemeentes Leiden en Haarlem. Het college van Leiden wil waar financieel mogelijk investeren in zowel haar ‘rijke cultuurhistorie’ als in ‘veelbelovende generaties nieuwe kunstenaars’. Haarlem zoekt naar verbinding tussen het culturele en sociale domein.

De verdere versplintering van het politieke landschap (uitgesproken winst van lokale partijen, opvallende winst voor zowel GroenLinks als de VVD) zorgde in veel gemeenten voor een relatief trage formatie, maar het overgrote deel van de nieuwe akkoorden is gesloten. In deze reeks artikelen schetst Theaterkrant.nl in samenwerking met Kunsten ’92 een overzicht van de nieuwe bouwstenen voor het gemeentelijke kunst- en cultuurbeleid in de grotere steden voor de komende periode. In het achtste en laatste deel een beeld van de ambities van de nieuwe colleges op het gebied van cultuurbeleid in Leiden en Haarlem.

Leiden
Het nieuwe college van Leiden bestaat uit de partijen D66, GroenLinks en de Partij van de Arbeid. De SP en de VVD verlaten het bestuur; GroenLinks is nieuwkomer en levert tevens de wethouder van Cultuur met Yvonne van Delft. Naast Cultuur beheert zij de portefeuilles Werk, Inkomen en Economie.

In de introductie van het akkoord Samen maken we de stad stelt het college dat de financiële speelruimte in deze raadsperiode beperkt is. Daarom kiest het ‘voor maatregelen waarmee we werkelijk verschil kunnen maken, met veel ruimte voor samenwerking en slimme combinaties’. Ondanks de beperkte ruimte wenst het Leidse college wel extra te investeren in cultuur.

Leiden, ‘Stad van Ontdekkingen’ en winnaar van de BNG Bank Erfgoedprijs 2018, beroept zich in cultureel opzicht op haar historische binnenstad, maar wil ook investeren in de toekomst. ‘Een kunstzinnig Leiden is (…) een bruisend Leiden’, stelt het college. ‘Met zowel een rijke cultuurhistorie als veelbelovende generaties nieuwe kunstenaars heeft Leiden zowel het verleden als de toekomst.’ Ten behoeve van Leidse cultuurmakers wordt de subsidieregeling voor kunstprojecten uitgebreid, wat meer mogelijkheden genereert voor kunstenaars om te maken en tentoon te stellen. Daarnaast worden de huidige subsidies voor het Openluchttheater Leidse Hout, Cultuurplein Lammermarkt, het Sieboldhuis en Theater Ins Blau structureel gemaakt, en wordt er een nieuw fonds van 1 miljoen euro opgericht voor beeldende kunst in de openbare ruimte (het Lucas van Leydenfonds). Vastgoedeigenaren worden bovendien geprikkeld om leegstaande gebouwen te gebruiken als (tijdelijke) ateliers en expositieruimtes.

Als een van de weinige grotere Nederlandse gemeenten noemt Leiden in haar nota de wens van de Rijksoverheid om vanaf 2021 een nieuw cultureel bestel in te richten, waarbij regioprofielen een rol zullen gaan spelen (zie de brief Cultuur in een Open Samenleving van minister Ingrid van Engelshoven). Het college van Leiden roept zijn partners in de regio en in de cultuursector op om hiervoor ‘snel een strategische agenda en een regionaal profilerings- en investeringsplan op te stellen’ zodat ze in aanmerking kunnen komen voor de beschikbare rijkssubsidie.

Tot die tijd investeert het college in ieder geval in cultuur middels de hiervoor genoemde besluiten; uitbreiding van de subsidie kunstprojecten, het structureel maken van de subsidies voor verscheidene instellingen en het oprichten van het Lucas van Leydenfonds voor beeldende kunst in de openbare ruimte. Wat deze investeringen exact betekenen voor het algehele cultuurbudget (in 2018 begroot op 16 miljoen euro voor cultuur en 4,35 miljoen voor cultureel erfgoed) zal de begroting voor 2019 moeten uitwijzen.

Haarlem
Het nieuwe bestuur van Haarlem behoudt dezelfde constellatie van partijen met een college bestaand uit GroenLinks, PvdA, D66 en CDA. GroenLinks wisselt met een zetelwinst van vijf naar acht zetels van positie met D66, dat van negen naar vijf zetels gaat. Ook hier levert GroenLinks de wethouder van Cultuur met Marie-Thérèse Meijs; haar volledige portefeuille van omvat Ontwikkeling Zorg, Welzijn, Volksgezondheid, Ouderen, Wonen en Cultuur.

In het coalitieakkoord Duurzaam doen wijdt het college een volledige paragraaf aan Kunst en Cultuur. Hierin geeft het aan kunst en cultuur op verschillende vlakken te willen stimuleren, bijvoorbeeld door middel van het financieel blijven ondersteunen van de bestaande instellingen in de basisinfrastructuur opdat zij een ‘gevarieerd en attractief aanbod’ kunnen bieden, door kruisbestuiving tussen grotere en kleinere culturele instellingen en door te investeren in de bibliotheek als belangrijke en laagdrempelige ‘culturele, sociale en educatieve basisvoorziening’.

Zoeken naar manieren om cultuur en sociaal elkaar te laten versterken is voor het college een belangrijk punt. ‘We vragen onze sociale en culturele partners met voorstellen te komen om cultuur en welzijn te verbinden en zo te werken aan sociale samenhang’, schrijven de partijen. ‘De verbinding kan in projecten zitten, maar ook in het slim gebruiken van accommodaties, bijvoorbeeld van musea, de bibliotheek of jongerenwerk.’

Daarnaast heeft het college aandacht voor het evenementenbeleid (waar tevens nadruk wordt gelegd op de verbinding tussen cultureel en sociaal, en gezocht wordt naar verbinding met jongeren) en voor cultureel erfgoed dat de gemeente wil koesteren als ‘drager van de ruimtelijke kwaliteit van de stad’.

Na bezuinigingen in de voorgaande jaren werd in de programmabegroting van 2018 besloten dat het Haarlemse Cultuurstimuleringsfonds een nieuwe financiële impuls kreeg, zodat het weer op het oude financiële niveau kon functioneren. Het nieuwe college geeft in zijn akkoord aan dat deze eerdere verhoging van 150.000 euro in stand blijft. In de lijst met actiepunten op het gebied van cultuur geeft het college daarnaast aan dat vanaf 2020 het aantal broedplaatsen voor kunst en ‘creatieve bedrijvigheid’ in de gemeente uitgebreid wordt door het inzetten van leegstaande locaties. Ook wordt steun uitgesproken voor kunst in de openbare ruimte, en het eenvoudig financieel ondersteunen vanuit een fonds van ‘kleine manifestaties en pop-up tentoonstellingen’.

Daarnaast wil het college bijeenkomsten faciliteren over ‘gezamenlijke thema’s van grote en kleine culturele instellingen, evenementen en festivals waarbij culturele programmering belangrijk is, bijvoorbeeld om elkaar te helpen met inhoudelijke en organisatievraagstukken.’ Er komt geen extra geld voor het Frans Hals Museum, dat zijn twee locaties aantrekkelijker wil gaan maken voor toeristen. Het nieuwe gemeentebestuur komt niet op de proppen met de benodigde 4,5 miljoen euro.

Financieel doet Haarlem in haar akkoord nog weinig concrete toezeggingen op het gebied van cultuur; de lijst met actiepunten bestaat vooralsnog meer uit wensen dan concrete plannen. Ook hier zal de begroting van 2019 moeten uitwijzen wat de nieuwe coalitie werkelijk voor de Haarlemse cultuursector zal (kunnen) betekenen.

Dit was het laatste artikel in de serie over gemeentelijk cultuurbeleid. Lees alle artikelen hier terug.

Lees hier de coalitieakkoorden:

Samen maken we de stad (Coalitieakkoord Leiden 2018-2022)

Duurzaam doen (Coalitieakkoord Haarlem 2018-2022)