Bij de opening van het Nederlands Theaterfestival 2013 sprak minister voor Cultuur Jet Bussemaker de jaarlijkse Staat van het Theater uit. Volgens de minister mag de kunstwereld eisen stellen aan de overheid, maar is zij daarbij ook verplicht de noodzaak van haar activiteiten aan te tonen. De vraag of kunst een voorwaarde is voor de democratie beantwoordde de minister met ja, in de overvloed aan informatie kunnen kunstenaars helpen onderscheid aan te brengen, diepgang te vinden en met nieuwe ogen naar de wereld te kijken. ‘De overheid waardeert de aarde van kunst, maar stelt niet alleen kwaliteit centraal, maar richt zich ook op spreiding en het bereiken van nieuwe publieksgroepen.’

In navolging van Joop van den Ende hield Bussemaker een pleidooi voor ambassadeurs. ‘Waar is de Robbert Dijkgraaf van de theaterwereld?’ vroeg zij de zaal van de Amsterdamse Stadsschouwburg. Ze haalde Engelse toneelschrijver Mark Ravenhill aan die in een provocerende toerspraak in Edinburgh voor de vrijheid van de kunstenaar pleitte, wat ook de vrijheid van overheidssubsidie impliceert. Niettemin is de minister van plan in gesprek te gaan met kunstenaars, mede om te horen wat zij aan subsidie te danken hebben.

Net als in eerdere toespraken refereerde Bussemaker aan het belang van talentontwikkeling: ‘Talent moet rijpen, onder gunstige condities, dat kun je niet overlaten aan de markt.’ Aan het slot van haar toespraak haalde zij de Franse schrijver Saint-Exupery aan en vroeg zij de zaal met haar mee te dromen en te verlangen naar indrukwekkende artistieke prestaties.

De toespraak van Bussemaker werd voorafgegaan door Een eerlijk mens door Mugmetdevuurvliegen, een scherpe tekst van Nathan Vecht, gespeeld door Guy Clemens en Sieger Sloot en geregisseerd door Lineke Rijxman, waarin Mark Rutte uit zijn hoofd een weerwoord geeft op de toespraak die Ramsey Nasr hield tijdens de protestmanifestatie ‘Een schreeuw om beschaving’ op het Malieveld in Den Haag. ‘U bent geboren op de verkeerde bodem, dit land houdt niet van u, ontdoe u van uw ketenen en vertrek’ en ‘Wij zijn niet groots en meeslepend maar klein en winstgevend.’

Tijdens de opening maakte Arthur Japin het nieuwe stipendium van het Prins Bernhard Cultuurfonds bekend: TheaterTekstTalent. Het stipendium bestaat uit een geldbedrag van 12.500 euro en biedt talentvolle toneelschrijvers de mogelijkheid om een nieuwe theatertekst te vervaardigen. Daarnaast stelt het Cultuurfonds een startbijdrage beschikbaar van 22.500 euro voor de productie/uitvoering van het nieuwe toneelstuk. Een jury, met onder meer Maria Goos, zal vanaf 2014 jaarlijks kandidaten selecteren op basis van een aangeleverde synopsis, een uitgeschreven scene en eerder geschreven stuk.

Initiatiefnemer Joachim Fleury heeft TheaterTekstTalent gemodelleerd naar het Engelse Adopt a Playwright, dat al sinds 2008 bestaat en waar hij als jurylid bij betrokken is. De financiële ondersteuning van 35.000 euro voor het schrijven en produceren van nieuwe theaterstukken komt uit het speciaal daartoe opgericht fonds De versterking, een Cultuurfonds op Naam ingesteld bij het Prins Bernhard Cultuurfonds. Samen met de oprichters van het fonds wil Joachim Fleury de maatschappelijke positie van de toneelkunst versterken. Met het financieren van nieuw werk van geëngageerde toneelschrijvers hopen de betrokkenen bestaande en nieuwe publieksgroepen met actueel toneelrepertoire in aanraking te brengen.

Foto: OCW