De Raad voor Cultuur en de cultuurfondsen hebben in een brief aan de kabinetsinformateurs Wouter Bos en Henk Kamp aangedrongen om op korte termijn meer ruimte te geven aan nieuw talent en kleinschalige onafhankelijke initiatieven en om te investeren in cultuureducatie. Ook verzoeken ze ondernemerschap meer te stimuleren met een goede startersregeling, een ruimere Geefwet en gunstige fiscale voorwaarden voor cultureel beleggen.

Nu de overgang naar een nieuw cultureel bestel volop aan de gang is zien de Raad en de fondsen (waaronder het Fonds Podiumkunsten en het Fonds voor Cultuurparticipatie) dat essentiële schakels in de culturele keten in de problemen komen. Talentontwikkeling, educatie en een divers cultureel aanbod staan door de bezuinigingen onder druk, terwijl de condities voor gezond ondernemerschap nog deels ontbreken. In de brief pleiten ze ervoor de investeringen in cultuur niet willekeurig te doen maar een aantal concrete maatregelen te nemen.

De Raad verzoekt de informateurs om extra middelen aan de fondsen te verlenen voor projecten en ontwikkelingsbudgetten gericht op talentontwikkeling. Met een relatief kleine investering in nieuw talent kan een groter deel van de positief beoordeelde aanvragen bij verschillende cultuurfondsen alsnog blijven bestaan. Ook moet er in de culturele basisinfrastructuur ruimte komen voor een beperkt aantal hoogwaardige voorzieningen gericht op talentontwikkeling.

Bovendien is in het onderwijs meer structuur en cultuurdeskundigheid nodig en moeten culturele instellingen hun aanbod gaan toesnijden op de vraag van scholen. Om dit te bereiken roept de Raad op te investeren in deskundigheidsbevordering bij leerkrachten. Ook is een stimuleringsbudget voor de ontwikkeling van cultuuraanbod voor scholen essentieel en dient een vernieuwde variant op de Cultuurkaart te worden gesteund. In de culturele basisinfrastructuur is op korte termijn meer ruime nodig voor jeugdtheatergezelschappen van grotere omvang en er moet een landelijk dekkend aanbod van jeugdpodiumkunsten komen.

Verder wijst de Raad op de hiaten in de pluriformiteit en regionale spreiding van het cultureel aanbod op de gebieden dans, beeldende kunst, mediacultuur, talentontwikkeling en jeugd. Ook heeft het internationale cultuurbeleid een nieuwe impuls nodig en verzoekt de Raad de middelen voor de promotie van internationale activiteiten te vergroten, zodat Nederlandse gezelschappen en instellingen aan belangrijke internationale festivals kunnen deelnemen.