De dansgezelschappen in de Basisinfrastructuur zien met lede ogen toe hoe de cultuursector wordt uitgehold door scheefgroei in steun en een onvoorspelbaar coronabeleid. Twee zakelijk directeuren trekken aan de bel. Willemijn Maas van Nederlands Dans Theater en Harmen van der Hoek van Club Guy & Roni en Noord Nederlands Toneel. ‘Achter de schermen staat het er echt heel kwetsbaar voor.’

Nog een paar dagen op de tanden bijten en dan kan de vlag uit, zo wordt gesuggereerd. Vanaf 18 februari wil het kabinet de meeste coronabeperkingen afschalen. Vanaf eind deze week hoeft in theaters waarschijnlijk geen anderhalve meter afstand meer te worden gehouden. Nog een week later verschuift ook de verplichte eindtijd van 22.00 naar 01.00 uur, zo is de verwachting. Eindelijk een optimistische toon in de aangekondigde versoepelingen!

Toch, zeggen Willemijn Maas en Harmen van der Hoek, beiden zakelijk directeur van grote dansgezelschappen in de Basisinfrastructuur (BIS), hoe fijn ook dat de deuren weer helemaal open mogen, wie meekijkt op de werkvloer ziet hoe precair de situatie is en hoe zeer het korte-termijn-denken binnen het coronabeleid de cultuursector heeft uitgehold. ‘Achter de schermen staat het er echt heel kwetsbaar voor’, benadrukt Van der Hoek, die door zijn leiding bij Club Guy & Roni en het Noord Nederlands Toneel merkt hoe moeilijk het nu is aan gespecialiseerd personeel te komen. ‘Er zijn nog nooit zo veel vacatures in de cultuursector geweest als nu. Door het gebrek aan perspectief dreigt de sector zijn glans te verliezen. Veel ervaren freelance theatertechnici, geluidsontwerpers, marketeers en andere betrokken specialisten zijn noodgedwongen overgestapt naar banen en opdrachten in andere sectoren die hoger in aandacht en prioriteit van het kabinet stonden. Die krachten komen niet zo maar terug naar een sector waarvoor het lange termijn perspectief nog steeds onduidelijk en onzeker is.’ Maas: ‘In tegenstelling tot vast personeel kregen zij niet of nauwelijks financiële steun, vaak onder het beschamende motto: ‘Dan zoek je maar ergens anders werk.’ Die scheefgroei is nu zo groot geworden, dat die gevaarlijk wordt voor een doorstart.’

De festivalbranche en evenementenindustrie maken zo’n intrinsiek deel uit van de cultuursector, dat de harde klappen die daar zijn gevallen voor een groot domino-effect zorgen, zeggen beiden. ‘Al die banen zijn nauw met elkaar verweven. Technici werken zowel in de muziek, op festivals, in clubs als bij gezelschappen en in theaters, aldus Van der Hoek. Doordat festivals en grootschalige muziekconcerten zo lang niet mogelijk zijn geweest, is de spoeling dun geworden. Hij noemt als voorbeeld hoe moeilijk het is technische teams rond te krijgen voor live muziek, altijd een organisch deel van de interdisciplinaire projecten van NITE (het samenwerkingsverband tussen Club Guy & Roni, NNT, Slagwerk Den Haag en Asko|Schönberg).

Ook Maas, die naast haar zakelijk directeurschap bij Nederlands Dans Theater eveneens voorzitter is van de Raad van Toezicht bij het Amsterdam Dance Event, is teleurgesteld ‘dat er bij het op- en afschalen van maatregelen nauwelijks feeling is met hoe het werkt in de cultuursector. Politici vertrekken vanuit versimpelde aannames en snappen de consequenties van hun beleid niet. Er wordt nog steeds geredeneerd vanuit mogelijkheden op korte termijn in plaats vanuit strategie en lange-termijn-perspectief.’

Natuurlijk staan podiumkunstenaars altijd klaar om de theaters in te gaan, ook al hebben zij al die tijd zo veel spanningen in het creatieproces meegemaakt en keer op keer tikken gehad toen ze voor de zoveelste keer niet met publiek konden delen wat ze hadden gemaakt. Er is massaal geprobeerd, aldus beide directeuren, om binnen de mogelijkheden creatief te zijn en met coronasteun zo veel mogelijk opdrachten te geven aan zzp-ers en contracten zo veel mogelijk na te komen. Maas: ‘Als BIS-gezelschappen hebben we voldoende financiële steun gehad. Maar op een groot deel van de sector is die financiële steun niet toegesneden. De zorgen om freelancers en zzp-ers zijn enorm groot. Zij hebben het heel zwaar. Dat zie je overal terug. Specialisten verlaten het veld omdat ze door financiële nood en de onzekerheid in de sector niet langer kunnen wachten.’ Van der Hoek: ‘Als de sector straks weer in volle omvang opengaat, is het zeer de vraag of er nog voldoende productiecapaciteit is voor alle activiteiten en evenementen.’

Ook vinden ze dat de overheid de gevolgen van de coronacrisis voor de cultuursector slechts vanuit financieel perspectief beziet. Maas: ‘Het gaat om zo veel meer, zoals personeelsplanning, internationale tournee-afspraken, productiecapaciteit, klantrelaties, publieksvertrouwen en samenhang in afzet, werkveld, onderwijs, opleiding, enzovoort. Hoe lang houd je het vertrouwen van een toeschouwer wanneer die voor de vierde keer zijn ticket terug krijgt of vanwege capaciteitsbeperking is uitgeloot?’

Ze vinden het allebei nog steeds onvoorstelbaar dat de politiek nauwelijks iets doet met de voorgestelde routekaarten van de Taskforce Culturele en Creatieve Sector. Maas: ‘De overheid moet nu echt iets doen. Door bij aangekondigde versoepelingen vooral optimisme uit te stralen, zoals bij de 22.00 uur-limiet en de openstelling tot 30 procent-publiek, doen ze of dat al fantastisch is, terwijl het achter de schermen een enorme logistieke operatie vergt om van alles weer te verzetten en toeschouwers af te bellen. Zo nemen ze de effecten op de lange termijn nog niet serieus.’

De dansgezelschappen in de BIS willen daarom beleid met meer begrip voor en kennis van de complexiteit van de problematiek achter de schermen. Van der Hoek: ‘Sluiting van de cultuursector mag geen optie meer zijn voor toekomstig coronabeleid. Die toezegging zien we ook in landen om ons heen.’ Maas: ‘Als daaraan gehoor wordt gegeven, kan hopelijk worden voorkomen dat de cultuursector wordt gemarginaliseerd. Onze sector is van zo’n groot belang voor werkgelegenheid, voor sociaal-maatschappelijke cohesie en vooral voor onze mentale en fysieke gezondheid. Dat dit nu eindelijk eens zichtbaar wordt in beleid vanuit Den Haag.’

Foto: Swanlake van Club Guy & Roni, Andreas Etter