Barman Pieter van der Schans is op 20 augustus in Amsterdam overleden. Hij was meer dan dertig jaar lang het vertrouwde gezicht van het Amsterdamse theatercafé De Smoeshaan.

Van der Schans (1952, Bennekom) stond al tijdens zijn studie pedagogie aan de UvA achter de bar; eerst zes jaar in studentensociëteit Uilenstede, later bij Café Carels in De Pijp en in de Voetboogstraat. Eind jaren tachtig begon hij bij de Smoeshaan, het destijds net geopende café bij Theater Bellevue in Amsterdam.

Van der Schans was er minstens vier avonden per week aanwezig, van 18.00 uur ’s avonds tot 2.00 of 4.00 uur ’s nachts. Hij bleef er dik dertig jaar werken. ‘Voor veel acteurs en theatertechnici was het bij Pieter een soort van thuiskomen’, zegt collega Geert Anne van Wouwe. Hij kende ze bij naam en wist wat ze wilden drinken. Hij was er vaak al bij in het begin van hun carrières, toen ze in de kleine zaal van Theater Bellevue hun eerste voorstellingen speelden. ‘Vroeger speelden ze ook langere reeksen in Klein Bellevue en dan dronken ze iedere dag bij ons een biertje. Door acteurs buiten Amsterdam, werd er weleens gezegd: “we spelen in de Smoeshaan bij Pieter en Geert”, in plaats van bij Bellevue.’

Jeannette Smit, directeur van Theater Bellevue, herinnert Van der Schans als een ‘intelligente, gulle man, die echt goed voor zijn klanten zorgde’.  ‘Hij hield goed in de gaten of je nog iets wilde drinken en ook hoeveel je gedronken had. Voor iemand het pand verliet, keek hij hoe het ging en of er geen taxi besteld moest worden. Als éminence grise werd dat ook volkomen geaccepteerd. Hij was een guardian angel voor heel wat drankmisbruikers.’

Dankzij Van der Schans is de Smoeshaan volgens Smit ook ‘een echte Amsterdamse bruine kroeg gebleven. Hij bewaakte de formule en de sfeer.’ Toen het café in 2018 moest verbouwen, vanwege de fundering, was hij faliekant tegen het verplaatsen van de tap naar de voorkant van de bar. ‘Daar was hij dan stronteigenwijs in.’

Een pietje precies, was hij ook zeker volgens Smit. Streng, maar rechtvaardig voor de nieuwe medewerkers, die hij altijd inwerkte. Volgens Van Wouwe moest alles aan het begin van een dienst heel precies klaarstaan ‘want je mocht nooit mispakken als het druk werd’. Hij wist ook heel goed wie er nog bonnetjes had openstaan.

De muziek die hij in het café draaide, was van óf Van Morsisson óf Eric Clapton. ‘We hebben geprobeerd de jonge mensen in de Smoeshaan een beetje muziekles te geven’, lacht Van Wouwe.

Zijn favoriete drankje was zijn eigen kopstootje: een groot glas bier met daarnaast uit de vriezer een ijskoud klein glaasje Ballentine’s Whisky. Dat werd vaak gedronken tijdens de nazit na het opruimen. Hij was een echt nachtmens geworden.

Bij zijn pensioen in november 2018 nam De Smoeshaan groot afscheid van Van der Schans, met een rode loper, veel toespraken en een eigen naamplaatje in de bar. Hij wist toen al dat hij uitgezaaide keelkanker had. Maandag was er een herdenkingsbijeenkomst op Zorgvlied. Ook daar klonk Eric Clapton, met zijn ‘Bell Bottoms Bleus’.

Foto: Pieter van der Schans in 1996 achter de bar van De Smoeshaan