Afgelopen weekend presenteerden Theater RAST en Dansmakers Amsterdam de resultaten van het uitwisselingsprogramma ‘Be Mobile – Create Together!’, een artistieke samenwerking tussen Europa en Turkije. Het levert interessante voorstellen op, die nieuwsgierig maken naar wat deze makers met een langere residentietijd hadden kunnen tonen.

Middels ‘Be Mobile – Create Together’ bieden de Europese Unie en Turkije verschillende kunstenaars uit Turkije de mogelijkheid om een aantal weken in residentie te gaan bij respectabele, Europese kunstinstellingen. Dit is niet enkel beperkt tot de podiumkunsten: kruisbestuiving en interdisciplinariteit staan bij ‘Be Mobile – Create Together’ centraal. Zo is de jonge Diren Demir (1997) van origine beeldend kunstenaar, schrijver en LHBTQIA+-activist, maar beschrijft Demir zichzelf liever als een backpacker artist.

Demir was de afgelopen weken in residentie bij het Amsterdamse gezelschap Theater RAST. Hen maakte onder begeleiding van artistiek leider Saban Ol een drietal kunstwerken in en rondom Podium Mozaiek. Zo presenteerde hen na een week het werk Waiting for Subtext, waarbij Demir gedurende de dag naast de brievenbus van Podium Mozaiek op een stoel zat. Hen wachtte op de bezorging van de brief met de subtekst van deze performance, die hen een aantal dagen eerder op de post had gedaan.

In totaal maakte Demir drie kunstwerken bij RAST. Deze zondagmiddag presenteerde de beeldend kunstenaar Confessions, een performance waarbij leden van het publiek plaatsnemen tegenover Demir om afwisselend voor de rest van het publiek een ontboezeming te doen. Voor iedere biecht die hen ontvangt, deelt hen een eigen geheim.

Het is een interessante omkering van de klassieke, kerkelijke biechtstoel: in plaats van de veiligheid, intimiteit en privacy die de kleine hokken kenmerkt, vindt deze biecht niet enkel voor een (klein) publiek plaats, maar wordt deze ook op verschillende plekken (waaronder Istanboel) live uitgezonden, waar andere publieksleden live kunnen meebiechten. Een vrij publieke biecht dus.

De vorm is spannend door hoe dichtbij ze alsnog bij de realiteit komt. De paar biechten vanuit het publiek zijn grotendeels in het Turks, waarbij de tranen en de schokkende stemmen de taalbarrière grotendeels overbodig maken om de pijn en schaamte van de biechters te begrijpen. Ook de paar biechten die in het Engels gedaan werden, toonden de pijn die ieder individu met zich meedraagt.

De vorm heeft echter ook valkuilen. Wanneer de publieksleden zich niet aandienen, blijft Demir in stilte wachten en voor zich kijken, duidelijk niet op hun gemak als performer. Een andere toeschouwer zegt bij de eerste biecht expliciet dat hij niet wil biechten als het opgenomen of uitgezonden wordt – wat niet gaat. De veilige, intieme ruimte die een klassieke biechtstoel wel biedt is in Confessions volledig afwezig. De biechtstoel is open en ten alle tijden zien we Demir tegenover de biechters zitten.

Ook ontbreekt er een duidelijke dramaturgie in hun eigen bekentenissen. De eerste twee zijn behoorlijk onschuldig: Demir vertelt hoe hen op de peuterschool geplaagd werd en hun wraak nam als dreumes door het speelgoed weg te gooien, en hoe hen zich als tiener schaamde voor het feit dat hun vader dik en lelijk was en hem zelfs ooit heeft weggestuurd toen een van hun vrienden hun vader dreigde te zien.

De derde biecht schiet hier qua zwaarte uit het niets gigantisch overheen en leidt via Demirs persoonlijke, activistische geschiedenis als vertaler van LHBTQIA+-werk naar het Turks tot zijn coming-out als genderqueer en non-binair. Niet enkel naar het Amsterdamse publiek, maar ook naar hun ouders in Istanboel, waar de LHBTQIA+-acceptatie flink achterloopt op Nederland. Omdat Demir ook bij het nagesprek de functie van de voorstelling als coming-out een aantal keer benadrukt, rijst de vraag waarom wij als publiek deel uitmaken en getuige zijn van dit behoorlijk intieme en persoonlijke moment.

Confessions is duidelijk nog een work-in-progress. Demir heeft interessante ideeën en doet mooie voorstellen, die in de huidige vorm nog niet optimaal uit de verf komen. Zou het inderdaad niet veel gezonder en beter voor de samenleving zijn als we minder geheimen met ons mee zouden dragen? Een samenleving waarin we de intieme, moeilijke en pijnlijke herinneringen die ieder van ons met zich meedraagt kunnen delen? Een meer liefdevolle, open samenleving waarbij we wel over onze gevoelens praten. Hopelijk werkt Demir verder aan deze voorstelling, want de potentie voor een interessante en ontwapenende performance is zeker aanwezig.

De middag werd afgesloten met How to enjoy Ceylon Tea van de choreograaf en danser Canan Yücel Pekiçten (1985). Zij maakte deze dansvoorstelling in residentie bij Dansmakers Amsterdam, waar ze werd begeleid door artistiek leider Suzy Blok. In deze dansvoorstelling onderzoekt Pekiçten de westerse, dominante manier waarop van deze thee genoten wordt, in het kader van de koloniale exportgeschiedenis in herkomstland Sri Lanka. Pekiçten werkte, in tegenstelling tot Demir, de volle residentieperiode aan dit specifieke werk.

De opening van How to enjoy Ceylon Tea kruipt gelijk onder de huid. Terwijl Pekiçten voorzichtig en moeizaam als een rups over het podium kruipt, op haar rechterhand een schotel en kop Ceylon thee balancerend, deelt een wat gezette, jolige, witte man (Mark Grijsbach) diezelfde Ceylon thee uit aan het publiek. Haar gezicht is strak, gedetermineerd, kwaad bijna. Zijne vrolijk, vriendelijk, vol vermeende onschuld. Het is een sterk doch eenvoudig openingsbeeld dat in één keer de ongelijke en misplaatste verhouding tussen kolonist en gekoloniseerde duidelijk maakt. De rol van Grijsbach wordt echter verder niet gebruikt of ingezet naast het uitdelen van thee: wanneer iedereen voorzien is, neemt ook hij plaats op de tribune. Een gemiste kans – de afstand en verhouding tussen de twee werkt prikkelend en heeft potentie om de relatie tussen kolonist en gekoloniseerde verder uit te diepen.

In de scène die volgt, herpakt Pekiçten haar agency. Ze staat op, drinkt de thee en begint met een herpakt zelfvertrouwen rond te draaien. De lange paardenstaart die tot halverwege haar dijen reikt, zwaait gevaarlijk in het rond, flinke deuken achterlatend in de papieren lampenkappen die het decor uitmaken. Bij elke klap lijkt Pekiçten even terug te deinzen, maar laat zich niet tegenhouden. Dit is haar moment. De duistere en sterke soundscape van Sair Sinan Kestelli gaat hier over in een meer klassiek muziekstuk, met een ontwapenende cello die passages uit de opera De Parelvissers van George Bizet (1863) spiegelt.

Dan breekt Pekiçten flink met de vorm en wordt zij op het grote achterdoek geprojecteerd terwijl ze in een bad vol Ceylon thee stapt. Haar witte beha en broek kleuren bruin: hetzelfde bruin van het kostuum waar ze hiervoor in gedanst heeft. ‘Thee verkleurt alles’, zegt Pekiçten in het nagesprek over deze scène. De erfenis van de theehandel tijdens de periode van kolonisatie valt niet weg te poetsen. Maar wanneer zij in hetzelfde gesprek benoemt dat het haar om dit beeld te doen is, rijst toch de vraag waarom dit geprojecteerd wordt en zij niet live in een bad vol thee stapt. De overheersende theegeur in combinatie met de kleurverandering van het kostuum, had dit beeld wellicht tastbaarder en krachtiger gemaakt. Door het te projecteren, ondanks de schitterende close-ups op de verschillende lampenkappen, blijft How to enjoy Ceylon Tea ook in deze scène op afstand.

‘Be Mobile – Creater Together!’ toont dat de artistieke kruisbestuiving tussen Europa en Turkije mooie, interessante voorstellen oplevert, maar deze middag toonde vooral dat drie weken eigenlijk nog net te kort is om een volwaardige, complete voorstelling af te leveren. Hopelijk werken Demir en Pekiçten in Turkije verder aan beide presentaties. Met iets meer tijd kunnen hier schitterende voorstellingen uit voortkomen.

Foto: How to enjoy Ceylon Tea, Geert Snoeijer