‘Tel kinderen niet mee in de 30 straks 100 theaterbezoekers tijdens de crisis’, vraagt jeugdtheaterproducent Michael van Hoorne. ‘Zij leveren geen bijdrage in de verspreiding van het virus, zo liet het RIVM weten, en kunnen dus dichter naast elkaar zitten.’ Hij maakt zich sterk voor een apart kinderprotocol waardoor jeugdtheater weer rendabel kan worden

‘Kinderen zitten ondertussen weer in volle klassen, ze mogen weer met elkaar spelen en zwemmen. Het is daardoor bijna bijzonder dat het theater nog niet helemaal voor ze opengesteld is’, aldus de producent.

Het door Van Hoorne voorgestelde kinderprotocol is een uitbreiding op het al bestaande theaterprotocol met 1,5 meter afstand. Het enige wat de producent eraan toevoegt, is dat de kinderen plaatsnemen op plekken, die niet zijn aangewezen als 1,5 meter stoelen. ‘Kinderen zitten gewoon naast hun ouders, alleen dus op stoelen die dichter bij andere kinderen zijn. Ouders bezetten de 1,5 meter plekken. Eigenlijk niks anders dan in Mockey Towns en alle andere speelparadijzen. Hier mogen ook straks 100 mensen naar binnen en zijn kinderen onbeperkt welkom.’

Die stap zou voor kinderproducenten een grote oplossing zijn, niet alleen voor Van Hoorne zelf, ‘maar ook voor de 34 kinderproducenten en 76 -producties die komend seizoen op de planken staan’. Ouders komen volgens hem gemiddeld met 1,5 kind naar een voorstelling. ‘Bij een capaciteit van 1oo, kun je dan weer 250 bezoekers in de zaal hebben. Als je dan ook nog twee a drie keer per dag speelt, zitten we weer op een capaciteit die voor kinderproducenten rendabel is.’

Als lid en bestuurslid van de branchevereniging VVTP, Vereniging Vrije Theaterproducenten, klopte Van Hoorne al rechtstreeks op de deur van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Daar kreeg ik gehoor en heb de minister daar ook persoonlijk over kunnen spreken. Zij voelt veel voor het plan, maar moet het weer neerleggen bij het OMT. Zij komen met een adviesregeling en uiteindelijk moet het kabinet een besluit nemen. Het is nu een kwestie van geduld hebben. Een eigenschap die ik eigenlijk niet heb. Ik mail om de dag naar alle contactpersonen bij het ministerie.’

De beslissing heeft haast volgens Van Hoorne omdat de theaters nu volop bezig zijn met het (her)programmeren van het nieuwe seizoen. ‘Er liggen kansen en mogelijkheden, waardoor kinderproducties wat mij betreft nu echt niet opzij hoeven te worden geschoven. Kinderen gaan graag naar het theater, wij doen het met 34 procent hartstikke goed en laten we vooral zorgen dat dat deel overeind blijft.’

‘We moeten niet vergeten en dat is misschien nog wel het belangrijkst, kinderen zijn de theater- en cultuurliefhebbers van de toekomst’, aldus Van Hoorne. ‘Laat ze alsjeblieft niet in een gat vallen, maar laten we er in deze tijd voor zorgen dat ze naar het theater kunnen. Dat ze zich op dat vlak kunnen blijven ontwikkelen, zich laten inspireren en dat hun verbeelding daarin een belangrijke rol blijft spelen.’

Foto: Floris Heuer