Theater Frascati, Holland Festival, ICKamsterdam, Nationale Opera & Ballet, Stadsschouwburg Amsterdam, Toneelgroep Amsterdam en de Toneelmakerij komen in aanmerking voor een positie in de Amsterdamse basisinfrastructuur (A-Bis), samen met tien andere culturele instellingen. Ook neemt Amsterdam vier ‘Cultuurhuizen’ op in de A-Bis: het Bijlmer Parktheater (Zuidoost), Podium Mozaïek (West), de Tolhuistuin (Noord) en De Meervaart (Nieuw-West).

Dat staat in het Kunstenplan van de Amsterdamse cultuurwethouder Kajsa Ollongren (D66), die vandaag de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017-2020 presenteerde. Van het totale subsidiebudget van 86,1 miljoen euro per jaar gaat maar liefst 62,2 miljoen euro naar deze A-Bis-instellingen. De resterende 23,9 miljoen euro is bestemd voor de regelingen bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK), waar alle overige instellingen zich tot moeten wenden.

In de Amsterdamse basisinfrastructuur ­– de eerste regionale BIS in het land – neemt de gemeente ‘excellente’ kunst- en cultuurinstellingen op die ‘een essentiële functie vervullen in de stad, een brede verantwoordelijkheid dragen binnen de kunst- en cultuursector en tezamen het fundament vormen van de gesubsidieerde culturele infrastructuur’. De zeventien geselecteerde instellingen dienen met een aanvraag aan te tonen aan deze criteria te voldoen.

Het budget van 23,9 miljoen euro voor het AFK gaat grotendeels naar de vierjarige Kunstenplanregeling (21,4 miljoen), waarmee het AFK een aanzienlijke taakuitbreiding krijgt. Ook is er 1 miljoen euro uit de extra middelen van het coalitieakkoord beschikbaar gesteld voor de tweejarige regeling en gaat 1,5 miljoen naar projectsubsidies voor innovatie. Het AFK zegt in een reactie dat zijn beleid naadloos aansluit bij de uitgangspunten die de gemeente in deze Hoofdlijnen benoemt: ‘Ruimte voor dynamiek en flexibiliteit binnen de Amsterdamse kunstsector, met aandacht voor het investeren in nieuw publiek, het aangaan van onderlinge coalities en nieuwe mogelijkheden voor financiering.’

Het totale budget voor kunst en cultuur is voor de periode 2017-2020 verhoogd met 7,6 miljoen euro per jaar, waarmee de bezuinigingen uit de vorige periode worden teruggedraaid. Dit bedrag wordt grotendeels ingezet voor talentontwikkeling en voor de kleinere instellingen. Daarbij wordt ook rekening gehouden met instellingen die ondanks zware inspanningen de (rijks)bezuinigingen op kunst en cultuur onvoldoende hebben kunnen opvangen.

Het college van B&W heeft op 6 oktober jl. ingestemd met de Hoofdlijnen; de Amsterdamse Kunstraad gaat de plannen van de wethouder nu nader bekijken. Op 3 en 12 november a.s. zijn er gemeenteraadsvergaderingen over de kunstplannen, waarna de gemeenteraad op 25 november a.s. de Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2017-2020 definitief vaststelt.

Foto Kasja Ollongren: Horus Fotografie