De 21 culturele instellingen met een plek in de Amsterdamse basisinfrastructuur zijn te zeer geconcentreerd in de binnenstad, oordeelt de Amsterdamse Kunstraad in zijn op 15 juni verschenen advies voor het kunstenplan 2017-2020. De raad adviseert daarom extra te investeren in instellingen buiten het centrum, zoals Theater de Meervaart, het Bijlmer Parktheater en Podium Mozaïek. 

Dit resulteert in een subsidiestijging van 2 naar 2,7 miljoen voor Theater de Meervaart, van 1 naar 1,3 miljoen voor het Bijlmer Parktheater en van 5 naar 7,5 ton voor Podium Mozaïek. De Kunstraad meent dat deze cultuurhuizen jarenlang een pioniersfunctie hebben vervuld door te investeren in jong talent en door cultuur te brengen in de wijken. Hun missie kan volgens hem niet langer worden gezien als aanvulling op de culturele hoofdstroom.

De Kunstraad schrijft daarnaast dat elke A-Bis-instelling moet streven naar een divers publiek en een diverse samenstelling van het personeel, die ook zichtbaar is op het podium.

Toezien op arbeidsvoorwaarden

Alle instellingen krijgen een lager subsidiebedrag geadviseerd dan ze hadden aangevraagd, doordat het budget met ongeveer acht miljoen euro is overvraagd. De gemeente moet er volgens de kunstraad tijdens de jaarlijkse Verantwoording op toezien dat de arbeidsvoorwaarden in de sector niet verslechteren, doordat de directies van de instellingen alle voorgenomen voorstellingen, exposities en concerten alsnog willen uitvoeren.

Niet alle sectoren staan er even goed voor, schrijft de raad. Zo ontbreekt het in de dans aan goede doorstroming en is er geen sprake van een sterke infrastructuur.

Lichte stijging

De Toneelmakerij krijgt ook meer subsidie: 9 ton in plaats van de huidige 7,6 ton. Een lichte subsidiestijging is te zien bij Frascati, Holland Festival, ICKamsterdam en Nationale Opera & Ballet. De subsidie van de Stadsschouwburg Amsterdam en Toneelgroep Amsterdam blijft exact gelijk aan het huidige kunstenplan: respectievelijk 4,5 miljoen en 3,3 miljoen. De gemeenteraad presenteert in november de definitieve verdeling van het budget.

Het totale budget voor kunst en cultuur is voor de periode 2017-2020 verhoogd met 7,6 miljoen euro per jaar, waarmee de bezuinigingen uit de vorige periode worden teruggedraaid. Van het totale subsidiebudget van 86,1 miljoen euro per jaar gaat 62,2 miljoen naar de A-Bis-instellingen. De resterende 23,9 miljoen euro is bestemd voor de regelingen bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK), waar alle overige instellingen zich tot moeten wenden. Op 1 augustus maakt het AKF de subsidieverdeling voor deze aanvragers bekend.

Afbeelding: de 21 A-Bis-instellingen