Tweemaal heeft Alida Dors nu het seizoen geopend, eenmaal tijdens het Theaterfestival met de Staat van het Theater, en afgelopen weekend ook bij de Nederlandse Dansdagen, met de Staat van de Dans. In beide gevallen vraagt de directeur van Theater Rotterdam aandacht voor de effecten van een vastgeroest theaterbestel dat niet waarmaakt wat het claimt op allerlei gebieden, maar speciale aandacht gaat uit naar inclusie, op het gebied van productie en aanbod, maar ook wat betreft het bereiken van publiek. Als directeur van een van de grootste theaterhuizen van Nederland heeft zij niet alleen haar stem als zwarte vrouw in te brengen, maar ook die van de dans en de hiphop.

Waar de Staat van het Theater een live mix was van speech, live muziek en dans (die als captatie op vimeo staat) maakte Dors voor De Staat van de Dans een heuse videoproductie met Selwyn de Wind, Ricardo Paterno en Michael Lampe. Beats, soundscape, oude en vooral nieuwe beelden geschoten in Rotterdam vormen een rake mix, waar de teksten van Dors (met imput van Jappe Groenendijk en Peggy Olislaegers) doorheen lopen, zoals zij ook regelmatig door beeld loopt. Daarnaast zijn er opnames van mensen actief in Rotterdam, dansfragmenten en de voorbereidingen die daarbij horen van Niki van Callandt, Junadry Leocaria, Sedrig Verwoert, Janai Bart, Maikel Walker, Raphael Carney en Paolo Nunes.

Met een rustige voice-over positioneert Dors dans in maatschappelijke en artistieke zin, maar spreekt ook direct de dans als werkveld aan.

Als we dansen zijn we dicht bij elkaar en voelen we de aanwezigheid van de ander. We dansen meestal samen, vaak letterlijk in verbinding. Language no problem. Ritme, rythm, inner rythm, wordt gespiegeld door diegene in onze nabijheid. We brengen magie, we zijn makers van magie. Pure magie voor ons publiek. Jouw publiek, mijn publiek, nieuw publiek, toekomstig publiek, ander publiek, het publiek, de publieken, we konden niet zonder publiek, wij. Maar er is iets geks aan de hand in de danssecor. Terwijl we dondersgoed weten dat iedereen danst, en wat het belang is van de dans voor de mens, maken we toch onderscheid tussen danstradities. Welke cultuur erkennen en herkennen we. Welke dans of dansers geven we een podium, waar, op welke manier en met welke middelen? Wie durft de conventies te bevragen en wie mag ze bevragen? [..] Wie is onderdeel van de cultuur en wie is op bezoek, wie is toeschouwer maar geen publiek?

Dors vraagt zich opnieuw af waar de normen en waarden vandaan komen, en waarom de dominantie van die waarden voortduurt, waarom er zo veel lippendienst aan inclusie wordt bewezen, maar er per saldo weinig is veranderd aan het witte tableau voor en achter de schermen in het theater. ‘Wie bepaalt of je geslaagd bent?’, vraagt Dors zich af. Ze noemt niet alleen een grote hoeveelheid voorbeelden van momenten en manieren van uitsluiting, maar houdt opnieuw de danswereld de cultuur van de hiphop voor, waar peers een grote rol spelen en voor elkaar opkomen. ‘Waarom wordt het ene als excellent beschouwd (…) en het andere als een tekortkoming gezien?’ Waarom mag een danser niet zijn of haar eigen opleiding bij elkaar organiseren in plaats van de officiële dansopleiding te volgen?

Dors heeft ook tips: neem risico, heb vertrouwen en maak plaats, als dat nodig is. Doorbreek de eenzaamheid van collega’s die de norm bevragen en weinig bondgenoten hebben in de sector. ‘Ik ken de kilte van niet begroet worden en niet in het gesprek meegenomen worden.’ Daar is sinds haar aanstelling zeker iets aan veranderd, zoals haar optredens van de afgelopen maand laten zien. Dors bewijst ook met haar Staat hoe je met de mix van materialen en stijlen tot een heel helder analyse en voorstel kunt komen.

De Staat van de Nederlandse Dans werd gepubliceerd op 30 september om 11:00 uur op de website van de Nederlandse Dansdagen. De Staat is daar ook terug te kijken.

Foto: Still uit De Staat van de dans