Na de jonge zakelijk leiders, vragen ook jonge dramaturgen om meer aandacht voor talentontwikkeling. Zij stuurden daarvoor een open brief aan cultuurminister Van Engelshoven, de Raad voor Cultuur en het Fonds Podiumkunsten. ‘Afstuderende dramaturgen voelen onvoldoende aansluiting met de werkpraktijk’, schrijft initiatiefnemer Joost Segers.

De open brief beschrijft een kloof tussen de dramaturgie-opleidingen en het werkveld. In de academische studie is weinig ruimte voor het opdoen van praktijkgerichte vakbekwaamheden. En vrije tijd gaat – sinds de afschaffing van de studiebeurs en de hoge kamerprijzen – vaak al op aan bijbaantjes. ‘Afstudeerders komen hierdoor in een precaire situatie terecht, zonder al te veel praktijkervaring en met een fikse studieschuld’, schrijven de dramaturgen. ‘Nog jaren worstelen met werkervaringsplekken en kleine klusjes is dan geen optie. De uitstroom naar andere functies en sectoren is groot.’

Om de kloof met de werkpraktijk te overbruggen, stellen de jonge dramaturgen een ontwikkeltraject voor, vergelijkbaar met de bestaande trajecten voor jonge theater- en dansmakers. De beginnende dramaturgen zouden tijdens dat traject het liefst met verschillende makers werkervaring opdoen en samenwerken met een instituut en een ervaren dramaturg.

Dat nieuwe ontwikkeltraject zou volgens de open brief tevens een stimulans kunnen zijn voor (jonge) makers om vaker met jonge dramaturgen te werken. Nu kiezen die veel meer voor ervaren dramaturgen dan voor generatiegenoten. Een ‘zelfreflexief en vernieuwend theaterlandschap’ heeft echter ‘behoefte aan eigentijdse, nieuwe dramaturgen. Dramaturgen die de tijdsgeest aanvoelen en met generatiegenoten mee kunnen groeien.’

Lees hier de hele open brief, die door meer dan 50 vakgenoten werd ondertekend. 

Foto: Baldwin Henderson