Bij de start van het Vlaams Theater­festival in Antwerpen stelde actrice Sara De Roo het ‘belabberde statuut’ van de toneelspeler aan de kaak. In haar ‘State of the Union’, het Vlaamse equilvalent van de Nederlandse Staat van het Theater, ijverde ze voor minder versnippering en meer collectiviteit. ‘Toneelspelers, bundel de krachten.’

De Roo, naast actrice ook artistiek co-coördinator van de toneelschool in Antwerpen, gaf haar lezing de titel ‘Leve het toneelspelen!’ mee. Ze nam het op voor ‘jonge tonelisten’, wiens korte en langere termijn-mogelijkheden steeds meer verschrompeld raken. De structuren schieten volgens haar te kort, nu ook in Vlaanderen flink gesneden is in de projectsubsidies en ensembles geen duurzame contracten meer aangaan.

Als gevolg daarvan leiden spelers een versnipperd freelancebestaan. Al gauw deinen de gecombineerde taken zo uit ‘dat de arme toneelspeler zich de longen uit het lijf rent om alle bazen tevreden te houden’.’ Het werk ‘boet in aan kwaliteit en wordt haastig gedaan door een overwerkte acteur die zich door rollen en rolletjes rept’. Lange gezamenlijke tournees zijn zeldzaam. Terwijl je volgens De Roo vooral leert toneelspelen ‘door te doen’, lang samen te werken en van elkaar te leren. ‘Een toneelspeler die niet speelt, raakt toneelspeler-af.’

De Roo eindigde haar State dan ook met een oproep voor meer samenwerking. De actrice, die 25 jaar kernlid van het Vlaamse Tg STAN was, noemt het collectief  ‘een ideale omgeving voor een toneelspeler om haar ambacht te ontwikkelen, om alle facetten van het maken en spelen onder de knie te krijgen. In het collectief ontdek je wie je bent, als kunstenaar en ook als mens.’ In die samenwerking kan de toneelspeler volgens de Roo zelfs gemeenschapsinspirerend zijn.

In hun ‘State of the Youth’ op dezelfde avond stonden actrices Aminata Demba en Aicha Cissé stil bij de samenstelling van dat ‘samen’. De diversiteit waarin we leven, zeker in stedelijke contexten, is volgens hen nog weinig voelbaar in het theater, op de scène en in de artistieke teams. Er valt veel potentieel talent uit de boot door onder meer nauwe, traditionele kwaliteitscriteria en een intimiderende ‘ons-kent-ons-cultuur’. Meer dan tijdelijke initiatieven in de marge bepleiten Cissé en Demba structurele oplossingen. Ze vragen de sector om actief op zoek te gaan buiten de traditionele netwerken en vastgeroeste vanzelfsprekendheden en werkmethodes in vraag te stellen.

Foto: Tina Herbots