Afgelopen vrijdag overleed actrice Marjon Brandsma, die lange tijd bij Baal en later bij Toneelgroep Amsterdam speelde. Brandsma is tachtig jaar oud geworden. (meer…)
‘Als je uit zo’n milieu komt, met je ouders allebei aan het toneel, dan moét je gewoon. Niemand dwingt je ertoe, maar…’, zei Petra Laseur in 1973 tegen dagblad Tubantia. De dochter van Theo d’Or winnaars, Cees Laseur én Mary Dresselhuys, ging net als haar ouders naar de Amsterdamse Toneelschool, waar ze in klas zat met onder anderen Jules Royaards, Trins Snijders, Joop Admiraal en Peter Oosthoek.
Na haar eindpresentatie in 1959 volgde meteen een vaste aanstelling bij De Nederlandse Comedie, waar Laseur tot 1968 zou blijven. Bij haar debuut als Henriëtte in Molières Geleerde dames werd ze een veelbelovend actrice genoemd. Volgens de krant De Waarheid ging ‘geen kruimeltje Molièreplezier verloren’. Laseur maakte ‘het verliefde jonge vrouwtje met het gezonde verstand, leuk en levendig’. Er volgden snel grote rollen zoals die van Roosje in De Builoft van Kloris en Roosje (regie Albert Mol in 1960), Isabella in Intermezo (Peter Oosthoek, 1961) en Helena in Een Midzomernachtdroom (Han Bentz van den Berg, 1961).
Na negen jaar stapte Laseur over naar Globe. Bij de Nederlandse Comedie voelde ze zich langzamerhand ’toch te veel in een laatje geduwd (…) altijd het prinsesje, de jonkvrouwe of het jonge meisje’. Bij Globe kreeg ze de kans iets volkomen anders te doen: ‘zwaardere rollen’ die voor haar ‘nogal ver van huis lagen’.
Ze werkte bij Globe naar eigen zeggen harder dan ooit te voren en dat viel op. In 1970 ontving ze een Colombina, de acteerprijs voor de beste vrouwelijke bijrol, voor haar spel in Oom Wanja. Als Sonja had ze volgens de jury ‘bijzonder duidelijk gemaakt, dat ze meer kan dan jonge, vrolijke en wat eigenwijze meisjes en vrouwen spelen’. In 1972 volgde de ultieme waardering, een Theo d’Or voor beste hoofdrol in Hedda Gabler. Trouw noemde haar een sterke Hedda: ‘Mooi, statig, kil hooghartig van stem en gebaren, en innerlijk geladen.’
Toch vertrok Laseur in 1973 weer bij Globe, voornamelijk vanwege het vele reizen. ‘Dat is zo vreselijk in dit vak’, zei ze toen. ‘Dat realiseren de mensen zich niet, dat het helemaal niet abnormaal is voor ons om dertig avonden per maand te werken. Dat betekent om vijf uur ’s middags in de bus zitten en ’s nachts om een uur of twee pas weer thuis zijn. Met het risico dat je dan over je moeheid heen bent en niet kunt slapen. Als we soms één of twee weken in Amsterdam speelden was dat gewoon vakantie.’
Laseur stapte over naar het Pubiekstheater in de Amsterdamse Stadsschouwburg, dat toen onder leiding van Hans Croiset stond. Onder zijn regie speelde ze in Botho Strauss’ Groot en klein de rol van Lotte, misschien wel de grootste of in ieder geval de langste rol van haar tot dan toe 21-jarige loopbaan. Tien taferelen lang, van acht tot twaalf, speelde ze ‘vol kracht en overtuiging’ (de Volkrant) en ’technisch volmaakt, vol meesterlijke, fijnzinnige details’ (Het Parool).
Toen het Publiekstheater in 1987 met Toneelgroep Centrum fuseerde tot Toneelgroep Amsterdam, speelde Laseur mee in de openingsvoorstelling van het nieuwe gezelschap: de legendarische collagevoorstelling Bakeliet van Geradjan Rijnders. Ze bleef nog één seizoen bij het gezelschap. Daarna speelde Laseur als freelancer bij verschillende gezelschappen, vooral in muziektheatervoorstellingen. In 2010 was ze te zien in Orkaters muziektheatersucces Richard III en een jaar later speelde ze koningin Wilhelmina in de musical Soldaat van Oranje. Haar laatste theaterrol was die van Marie Seriese in de musical Rondom het Rembrandtplein bij Homemade Productions.
Naast haar toneelwerk, speelde Laseur in televisieseries zoals De stille kracht (1974) en Rozengeur & Wodka Lime (2005) en films als De ontdekking van de hemel en familie.
Vorig jaar maakte Laseur in een podcast bekend dat ze ernstig ziek was en zich niet wilde laten behandelen. Ze overleed in de nacht van donderdag op vrijdag in haar woning in Amsterdam. De uitvaart is volgende week vrijdag in besloten kring. Publiek kan dan een laatste groet brengen in het Amsterdamse DeLaMar Theater in de Mary Dresselhuys-zaal.
In het juninummer van Theaterkrant Magazine staat een recent interview met de actrice. Foto: Lemaire en Wennink/MAI (Collectie TiN). Petra Laseur in Omzien in wrok, De Nederlandse Comedie 1964.
Over Petra Laseur en Richard III:
https://basiaconfuoco.com/2016/11/30/richard-iii-door-orkater-in-2010/