Acteur Eric Schneider is vandaag op 87-jarige leeftijd overleden in Clamecy (Frankrijk) aan de gevolgen van een val. Dat maakte het theaterbureau van zijn zoon bekend. Met zijn stem, tekst, dictie en gebaar wist Schneider decennialang schouwburgbezoekers en toneelliefhebbers aan zich te binden. Hij was de acteur van het welgekozen woord, van het uitvergrote gebaar.

Eric Schneider werd in 1934 geboren in Nederlands-Indië (Batavia) en overleefde er als kind de Japanse interneringskampen. Hij kwam in 1947 naar Nederland en werd in 1956 toegelaten tot de Maastrichtse Toneelacademie.

Na het behalen van zijn diploma, kreeg Schneider in 1960 meteen een engagement bij het pas opgerichte Toneelgroep Theater, op verzoek van directeur Rob de Vries die hem in zijn eindexamenvoorstelling had gezien. De Vries zocht voor Het Zuiden (in een regie van Richard Flink) een tegenspeler voor Coen Flink en Annet Nieuwenhuijzen. Met deze toen al grote namen bereikte Schneider op jonge leeftijd al een inbedding die hem zijn leven lang zal begeleiden: een ambachtelijke, vaktechnisch perfecte benadering van de kunst van het acteren. In een interview legde hij dat eens prachtig uit, dat was naar aanleiding van zijn solo De Profundis (1991) van Oscar Wilde die hij bij De Appel bracht, destijds zijn vaste gezelschap: ‘Als je iets wilt aanwijzen, dan moet je dat met twee vingers doen, en niet met één. Dat werkt het sterkst; die uitvergroting is essentieel.’

Schneider speelde grote rollen uit het repertoire, van de Griekse tragedies en Shakespeare naar Tsjechov, Albee, O’Neill en Thomas Bernhard. Zijn hoofdrol van Bruscon in De Theatermaker (1996) van Bernhard is groots: hier is een acteur aan het woord die, naar eigen zeggen, ‘niets heeft met underacting’.  Voor Schneider was, zoals hij in datzelfde interview zei, ‘het grote gebaar mijn leerschool’. In de jaren ’90 speelde hij ook een aantal hoofdrollen in Duitsland bij het gerenommeerde Schauspiel Bonn.

In 1967 won Eric Schneider, toen 33 jaar, een Louis d’Or, de belangrijkste toneelonderscheiding, voor zijn legendarische vertolking van Shakespeares Hamlet in regie van opnieuw Richard Flink. In leren broek en zwarte coltrui speelde hij de rol dat seizoen voor zeventig uitverkochte zalen. Het seizoen erop nog eens twintig keer.

Sinds 1980 was Schneider Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, en Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw sinds hij afscheid nam van Toneelgroep De Appel in het jaar 2000. In mei 2019 nam de oude meester afscheid van het toneel met een voorstelling van De Indië Monologen in een uitverkochte Koninklijke Schouwburg in zijn woonplaats Den Haag.

Naast zijn werk als toneelacteur, schreef en regisseerde hij toneel, speelde hij in tien speelfilms en talloze televisieproducties en exposeerde hij regelmatig zijn tekeningen. In 2013 debuteerde hij op 80-jarige leeftijd ook nog als romanschrijver met het boek Een tropische herinnering (Cossee). In 2020 verscheen zijn tweede roman Een relaas van een vriendschap en liefde (Cossee) en in 2021 nog de biografische dichtbundel Waar weg weg is en stilte stiller nog (Knipscheer).

Eric Schneider kreeg met actrice Will van Kralingen (1951-2012) twee zoons: theaterproducent Olivier Schneider (1981) en acteur Beau Schneider (1988). Schneider en zoon Beau stonden ook samen op het toneel, onder meer in 2013 in Levenslang theater, een bewerking van het stuk van David Mamet.

Foto: Hans Kleijn