69 procent van de theaters en schouwburgen heeft in de afgelopen anderhalf jaar doorlopend gebruik gemaakt van de algemene steunmaatregelen van het Rijk. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van cijfers over de vijf steunpakketten die tussen maart 2020 en juni 2021 beschikbaar werden gesteld. Op last van het kabinet waren de culturele instellingen bijna de hele coronaperiode gesloten.

In totaal ontvingen ruim 26 duizend bedrijven (6 procent van alle bedrijven) met twee of meer werkzame personen doorlopend overheidssteun. Zij maakten gebruik van een tegemoetkoming voor vaste lasten en/of compensatie voor loonkosten. Van de bioscopen deden het meeste bedrijven beroep op steun in de hele periode dat dit mogelijk was, namelijk 79 procent.

Als het gaat om minimaal één periode loonsteun en/of tegemoetkoming voor vaste lasten, ontvingen tot en met 30 juni 2021 bijna 162 duizend bedrijven met twee of meer werkzame personen steun. Dat komt neer op 39 procent van alle bedrijven van deze grootte. Bedrijven hadden vooral aan het begin van de coronacrisis hulp nodig. In de zomer vonden voor veel branches versoepelingen plaats waardoor de noodzaak afnam of bedrijven niet meer voldeden aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de regelingen. Met name tandartsen, rijscholen en kappers deden nauwelijks nog beroep op vervolgsteun. Theaters en schouwburgen konden de hele coronacrisis geen of nauwelijks publiek ontvangen.

Volgens een analyse van de Volkskrant ontving op bedrijsniveau KLM veruit de meeste loonsteun  (703 mln., tussen maart 2020 tot en met maart 2021), gevolgd door Holland Casico (109 mln) en Schiphol (78 mln).