Het kabinet maakt 68 miljoen euro extra vrij om de culturele sector tot het eind van het jaar te ondersteunen. De vrijdag aangekondige verstrengde coronamaatregelen hebben grote impact op de sector. Met het geld wordt onder meer eerdere steun voortgezet voor meerjarig gefinancierde instellingen en voor individuele makers.

De 68 miljoen euro gaat naar de voortzetting van eerdere ondersteuning voor BIS- en Erfgoedwetinstellingen en de meerjarig gefinancierde instellingen bij de Rijkscultuurfondsen, en naar ondersteuning voor makers via onder andere de rijkscultuurfondsen. De zogenoemde ‘suppletieregeling’ bij het Fonds Podiumkunsten, die de capaciteitsbeperking in instellingen compenseert, wordt aangepast naar 85 procent van de kaarten.

Een eerder gereserveerd bedrag van 51,5 miljoen euro voor de instandhouding van lokale en regionale cultuur zal verdeeld worden via gemeenten (€ 41,6 miljoen) en provincies (€ 9,9 miljoen). Dit geld was eerder al beloofd, maar wordt nu daadwerkelijk uitgekeerd voor 2021.

Door de verscherpte maatregelen krijgen alle locaties voor podiumkunsten te maken met een capaciteitsbeperking; zij moeten bezoekers placeren op 1,5 meter afstand van elkaar en mogen alleen open zijn tussen 05.00 en 17.00 uur. ‘Juist nu de agenda’s van de instellingen weer gevuld waren met nieuwe voorstellingen en tentoonstellingen van internationaal allure is dit een extra harde klap’, schrijft de Rijksoverheid. ‘Culturele zelfstandigen zien opdrachten opdrogen en culturele instellingen blijven achter met uitverkochte voorstellingen die niet door kunnen gaan.’

Illustratie: Herman van Bostelen