Vanaf 2021 trekt het Rijk 80 miljoen extra uit voor de kunsten. Ook voor de podiumkunsten komt er geld bij. Tegelijkertijd verliest Nederland straks minstens 50 gesubsidieerde gezelschappen. Hè? Een poging tot opheldering.

1. Wordt het echt zo erg?
Als de plannen blijven zoals ze liggen, ja! Bij het Fonds Podiumkunsten vindt dan een enorme kaalslag plaats. Het fondsbudget voor de meerjarige ondersteuning van gezelschappen gaat straks van 35 naar ongeveer 20 miljoen euro per jaar. Het Fonds verwacht daarmee nog tussen de 50 en 60 aanvragen te kunnen honoreren. Momenteel zijn dat er 112.

Sowieso verliest dus de helft van de nu door het Fonds ondersteunde groepen straks hun subsidie. Als het Fonds ook nog ruimte wil maken voor nieuwe namen, vliegen er nóg meer bestaande groepen uit de regeling. Voor iedere nieuwkomer zal het Fonds twee oudgedienden moeten schrappen.

2. Hoe kan dit?
De aankomende bezuiniging bij het Fonds is vooral een (onbedoeld?) gevolg van een reeks maatregelen van cultuurminister Van Engelshoven om het culturele veld te verbreden. De Minister verhuist bijvoorbeeld 7,18 miljoen van het Fonds naar de culturele Basisinfrastructuur (BIS), om daar 16 nieuwe podiumkunstinstellingen (7 ensembles, 6 jeugdproducerende instellingen en 3 festivals) te kunnen opnemen.

Ook haalt de Minister 8,6 miljoen euro bij het Fonds weg om deels weer te gebruiken voor ‘ontwikkelinstellingen’ in de BIS. Deze 8,6 miljoen is trouwens de extra rijksbijdrage, waarmee vier jaar geleden de ‘B-lijst’ van het Fonds gered werd. Dat was die lijst met 36 instellingen die het Fonds wel wilde ondersteunen, maar waarvoor het aanvankelijk geen budget had.

3. Fonds of BIS? Wat is het verschil ook alweer?
Via beide meerjarige regelingen verdeelt het Rijk geld aan de podiumkunsten. De groep instellingen die het rijk rechtstreeks subsidieert, wordt de culturele basisinfrastructuur (BIS) genoemd. Op het gebied van de podiumkunsten zijn daar straks 53 plekken te verdelen. Dat zijn er 16 meer dan nu: 7 nieuwe ensembles, 6 ‘jeugdproducerende’ instellingen en 3 festivals. De Raad voor Cultuur beoordeelt de aanvragen.

Daarnaast kunnen (vaak kleinschaligere en vernieuwende) gezelschappen geld aanvragen bij het Fonds Podiumkunsten. Het idee bestaat dat de BIS er voor de eeuwigheid is en het Fonds voor de doorstroming, maar er zijn ook gezelschappen die van de wieg tot het graf bij het Fonds blijven, denk maar aan Conny Janssen Danst of Adelheid Roosen.

4. De bezuinigingen op het Fonds worden toch gecompenseerd door die nieuwe plekken in de BIS?
Het Fonds heeft straks voor de meerjarige regeling ruim 15 miljoen minder te verdelen, daarvan verhuist slechts 7,18 miljoen naar de BIS. Die 7,18 lijkt een vestzakbroekzak-verhaal, het geld gaat nog steeds naar de podiumkunsten. Maar het is wel relatief veel geld, voor relatief weinig verhuizende instellingen. Ter vergelijking: met 8,6 miljoen kon het Fonds deze periode 36 extra instellingen subsidiëren. In de BIS komen 16 nieuwe plekken. Het hoeft trouwens ook niet zo te zijn dat alle nieuwe instellingen vanuit het Fonds verhuizen naar de BIS. Cappella Amsterdam wordt genoemd als mogelijke aanvrager, maar het Fonds wees hun aanvraag voor de huidige periode af.

5. Is het al bekend wie die nieuwe BIS-plekken gaat bemachtigen?
Nee, al wordt er druk gespeculeerd. Zeker is alleen dat er 16 nieuwe plekken gereserveerd zijn voor ensembles, ‘jeugdproducerende’ instellingen en festivals. De Raad voor Cultuur mag straks de plekken verdelen op basis van de plannen die de groepen indienen.

6. En wat zijn ‘ontwikkelinstellingen’?
De ontwikkelinstellingen zijn een uitbreiding van de voormalige categorie Productiehuizen in de BIS. Daar is straks 8,6 miljoen euro beschikbaar voor maximaal 15 organisaties. Het lijkt logisch dat daar ook Fonds-instellingen als de Toneelschuur, Orkater en Zeelandia hun heil gaan zoeken, net als de nieuwe netwerkorganisaties voor talentontwikkeling als Plan Brabant en Standplaats Utrecht.

Maar: het is expliciet de bedoeling dat bij deze ontwikkelinstellingen ruimte komt voor nieuwe genres en genre-ontwikkeling, ook buiten de podiumkunsten (design en mode). Naar verwachting komt er sowieso een plek voor talentontwikkeling op het gebied van musical en minstens één voor urban arts. Ook hier wordt het waarschijnlijk dringen.

7. Hoe zit het met die Fair Practice?
Het rijk (Fonds en BIS) gaat straks aan aanvragers verplicht stellen dat ze de Fair Practice Code onderschrijven, een kader om loon naar werk mogelijk te maken. Het Fonds krijgt van de minister 1 miljoen extra om iets aan arbeidsvoorwaarden te doen, maar het is nog niet duidelijk hoe dat zal worden ingezet. Voorlopig is het aan de aanvragers om binnen de bestaande budgetten naar oplossingen te zoeken, bijvoorbeeld door minder voorstellingen te maken en die minder vaak te spelen. Om dat beter mogelijk te maken, gaat het Fonds straks de directe koppeling tussen subsidiehoogte en prestaties loslaten. Fair Practice gaat dus waarschijnlijk niet tot nog minder gezelschappen leiden, wel tot minder voorstellingen en (nog) kortere speellijsten.

8. Er was toch ook extra geld voor het Fonds Podiumkunsten?
Ja, in ieder geval 2,35 miljoen: 1 miljoen voor het verbeteren van arbeidsvoorwaarden en 1,35 miljoen voor het structureel maken van bestaande programma’s, zoals Fast Forward 2 (voor internationale samenwerking van midcareer podiumkunstenaars) en 2P (om produceren en presenteren te verbinden). De culturele fondsen krijgen waarschijnlijk gezamenlijk ook nog een bedrag voor het oplossen van knelpunten in de arbeidsmarkt, maar hiervoor zijn nog geen definitieve plannen of verdeelsleutels. Tegenover de extra inkomsten staat in ieder geval een verlies van ongeveer 15 miljoen.

9. Wat gaat het Fonds Podiumkunsten nu doen?
Het Fonds heeft alvast aangekondigd een ‘ontschotting’ te gaan invoeren. Er worden geen vaste bedragen meer gereserveerd per discipline. ‘De opdracht aan het Fonds is om ‘complementair’ te zijn aan de BIS en aan de vrije sector. Dat wordt een andere balans dan nu, die zich niet goed laat voorspellen. Dan helpt het niet als per discipline budgetten worden vastgesteld’, laat Fondsdirecteur Henriëtte Post weten. Misschien kan het Fonds op deze manier minder bedeelde disciplines in de nieuwe BIS (zoals dans) straks wel iets meer voortrekken?

Ook stelt het Fonds een maximum subsidiebedrag van 700.000 euro per jaar in. Zo kunnen meer gezelschappen ondersteund worden, al komen de grootste Fondsaanvragers daardoor misschien wel in de problemen. Orkater ontvangt nu van het Fonds 974.000 per jaar.

Korten op de projectsubsidies is volgens het Fonds geen optie. ‘Dat is niet wenselijk, we kunnen nu nog geen 25 procent van de aanvragen honoreren’, zegt directeur Post. ‘Dat geld is echt nodig om nieuwkomers de kans te geven om vlieguren te maken.’

10. Is er hoop?
De kans dat de Minister zelf haar misschien wat ondoordachte plan terugtrekt is klein. Haar uitgangspuntenbrief werd al goedgekeurd door de Tweede Kamer, het komt politiek bijna nooit voor dat een Minister daarna nog terugkomt op haar eigen voorstel. Alles komt nu op de Tweede Kamer aan. En dan is altijd de vraag, waar komt het geld vandaan?

Kunsten ’92 startte dit voorjaar een lobby om 25 miljoen extra toe te voegen aan het totale kunstenbudget om de kosten voor Fair Practice te compenseren. De bovensectorale belangenvereniging voor kunst, cultuur en erfgoed wijst er op dat dit kabinet ook in andere sectoren investeert in de arbeidsmarkt. Veel partijen in de kamer zouden daarvoor voelen.

De Tweede Kamer nam al een motie aan om de meerkosten voor Fair Pratice vóór 1 februari in kaart te brengen. Dan is er nog een kans om in de voorjaarsnota voor 2020 geld van buiten aan de cultuurbegroting toe te voegen. Voorzitter Jan Zoet: ‘Als dat geld er komt, is er voor de minister ruimte om de grote vergissing ten aanzien van de podiumkunsten te herstellen.’

Samen met de NAPK en de VSCD maakt Kunsten ’92 ook plannen voor acties de komende weken, voor publiek, media en politiek.

Foto: JOE 5 van Duda Paiva Company, Kim Kooiman