De Waarheid van Florian Zeller is een toneelstuk als een ogenschijnlijk eenvoudig bouwwerk. Achter de façade gaat een complex van leugens en waarheden schuil.

! Deze tekst bevat spoilers.

De Fransman Florian Zeller (1979) is een ‘star’ aan de internationale theaterhemel. Zijn stukken zijn op de planken gebracht in onder andere Frankrijk, Duitsland, Tsjechië, de VS, Israël, Ierland, Brazilië, Hongkong en het Verenigd Koninkrijk. Daar komt nog een even indrukwekkende regen van prijzen en nominaties bij. Zeller is zonder twijfel een van de meest productieve, gewaardeerde én populaire hedendaagse auteurs. In cijfers: vijf romans, een operalibretto, drie filmscenario’s en twaalf toneelstukken in de periode 2004-2018, televisiescripts en chanson-teksten niet meegerekend.

Overspel, een dankbaar thema in het toneelrepertoire sinds de Grieken. Er is een schrijver als Zeller voor nodig om er geen halfslap verhaaltje van te maken. Michel en Alice hebben een overspelige affaire met elkaar. Veel meer dan fijne maar te vlugge seks en een beetje babbelen komt daar niet bij kijken. De situatie zit namelijk nogal ingewikkeld in elkaar. Niet alleen zijn ze beiden getrouwd — Michel is ook nog eens de beste vriend van Paul, de echtgenoot van Alice. Het geheimhouden van hun vreemdgaan vraagt met zo’n verknoping van onderlinge relaties dus om heel wat lieg- en bedriegwerk. 

De Waarheid is een in het realisme wortelende komedie over een stel saaie, burgerlijke veertigers die ontrouw zijn. Hoogopgeleid, geslaagd op sociaal en economisch vlak, kinderen het huis uit. Sociologisch gezien zijn ze gemakkelijk te plaatsen, maar omdat in de dialogen diepere psychologische karakteriseringen en motiveringen ontbreken, moet de lezer zelf invullen waarom deze mensen doen wat ze doen. Ver hoef je het uiteraard niet te zoeken. Midlife-crisis, sleur in huwelijk en werk (wat ze doen wordt nooit echt helder)… Of gewoon algemene verveling als je op een punt gekomen bent, dat je alles wel zo’n beetje verwezenlijkt hebt? 

Op het eerste oog niets nieuws onder de zon, maar Zeller speelt op verschillende niveaus een dramaturgisch spel met het duo waarheid & leugen. Allereerst is er de plot met een aantal verrassende wendingen. Behalve amusant zijn die ook betekenisvol. Paul beweert namelijk dat hij al vanaf het begin van de affaire op de hoogte was. Hij heeft bovendien zelf ook een avontuurtje lopen met de vrouw van Michel, Laurence, die op haar beurt ook van alles wist! Het lieg- en bedriegwerk van Michel en Alice is dus al die tijd doorzichtig geweest. Dat is extra gênant en vernederend voor Michel omdat hij in ongeveer ieder gesprek roept dat je de waarheid (lees: overspel) nooit vertelt aan je naasten, want daar kwets je hen mee. 

Alice:
Je zult het wel heel erg naïef van me vinden, maar soms denk ik dat het leven een stuk makkelijker zou zijn als iedereen gewoon de waarheid zou vertellen…

Michel:
Dat zou een nachtmerrie zijn. Als iedereen op aarde van de ene dag op de andere zou stoppen met liegen, zou geen enkele relatie dat overleven. 

Zeller spint het spel met waarheid en leugen verder, door bepaalde plotsituaties dubbelzinnig te maken. Misschien spreekt Paul de waarheid, maar misschien ook heeft hij de affaire met Laurence verzonnen, om wraak te nemen op Michel? De ironie is dat het niet uitmaakt. Michel kan er namelijk nooit achter komen. Laurence ontkent glad, maar ze garandeert tegelijkertijd dat ze Michel nooit de waarheid zou vertellen als ze vreemd zou gaan. 

Net als protagonist Michel wordt de toeschouwer op een doeltreffende manier in onzekerheid gelaten. Er zijn zeven scènes in totaal. Ieder van deze bevat telkens Michel plus één van de anderen. Laurence en Paul krijgen géén scène samen. We zien hen dus nergens overspel plegen — en zien is geloven… Zo werpt Zeller ons dus terug op onze eigen opvatting over wat waarheid is. We weten strikt genomen niet of er sprake is van een affaire tussen Paul en Laurence, of van een wraak-leugen, want we hebben het niet met eigen ogen gezien. Dus wie of wat moeten we geloven?

Ook op het niveau van de regieaanwijzingen gaat Zeller op een speciale manier te werk. In plaats van altijd duidelijkheid te geven over de betekenis van dialoog en handelingen, stellen de ‘aanwijzingen’ op cruciale momenten slechts een vraag. Een voorbeeld: als Laurence aan het einde hoort dat Paul naar het buitenland gaat verhuizen, zien we dat dat bericht iets met haar doet, en lezen we in de neventekst: ‘denkt ze aan het vertrek van Paul?’ Het confronteert ons met het feit dat we ‘de’ waarheid nooit zullen kennen. We kunnen haar alleen interpreteren uit de signalen die we krijgen.

Niet voor niets is een van de motto’s bij De Waarheid een citaat Harold Pinter. Dat luidt kort samengevat: omdat je mijn vriend én gastheer bent, geef ik je echtgenote een compliment. Ook in de toneelstukken van deze Britse grootmeester is de grensvervaging tussen wat waar is en wat onwaar een dominant thema. Maar meer nog is de invloed van Pinter op stilistisch vlak te zien. Net als bij hem zien we bij Zeller een taal die bestaat uit woorden en zeer veel stilte: praten doen mensen vooral om niets te zeggen, om rookgordijnen op te trekken, om de ‘naaktheid’ weg te drukken die door de stilte heen schreeuwt.

Michel:
Ligt aan die ballen… Waar heb je die gekocht?

Paul:
Die ballen?

Michel:
Ja.

Paul:
Weet ik niet meer. ’t Zijn dezelfde als vorige week.

Michel:
O ja?

Paul:
Ja.

Stilte

Blokken snelle taal, onderbroken door kortere of langere stiltes. Dat is het ritme dat je als lezer (toehoorder) in alle scènes ervaart. (De Nederlandse vertaling is van Laurens Spoor.) Gedurende de hele dramatische handeling blijft deze stilte voelen als de grondtoon. In totaal valt het volgens de regieaanwijzingen vijfennegentig keer stil. De waarheid is makkelijker verzwegen dan verteld — luidt dan ook de ondertitel van dit toneelstuk.

Michel, Alice, Paul en Laurence stellen elkaar veel vragen, maar desondanks ontbreekt echt contact. Het taalgebruik is dagelijks van karakter. Poëzie ontbreekt. Nergens getuigt de taal van een innerlijk landschap dat, in contrast met de saaiheid van de buitenkant, fantasievol, kleurrijk, gepassioneerd zou kunnen zijn. Het spreken is gespeend van dromen en idealen. De taal komt niet uit het hart, maar is eerder een weerspiegeling van rationele, bijna economische afwegingen:

Alice:
Ik ben het zat om te liegen. Ik ben het zat om op deze manier af te spreken… Ik zie er het nut niet meer van in.

Michel:
Wat voor nut? Waarom moet alles altijd nut hebben? We hebben het toch leuk samen?

Alice:
Nee.

Ik las De Waarheid als een intelligente komedie die op een humoristisch-vileine manier een aanklacht is tegen een levenshouding die afgestompt en cynisch is. Een toneelstuk over 21ste eeuwse mensen in crisis omdat ze de pijnlijke leegte wel voelen maar deze innerlijke waarheid niet onder ogen willen komen. Wat is dat, ‘de waarheid’? Nou? Wat is dat? Zelfs de grootste filosofen bijten daar hun tanden op stuk. Dat zijn de woorden van Michel. Uiteraard heeft hij een punt met deze postmoderne paradox. Filosofisch gezien. Het trieste is alleen dat Michel noch de drie anderen hun tanden kapot bijten op hun eigen waarheid. Die omzeilen ze liever door te geloven in een zelfverkozen schijnoplossing: liegen tegen de ander en vooral tegen zichzelf. Met als gevolg een weinig hoopvol einde aan deze komedie. Sympathie voor deze personages zonder dromen en idealen — die zal van de invulling door de acteurs moeten komen die hen uiteindelijk zullen spelen.

Lees hier onze recensie van de opvoering van De Waarheid door MORE Theater Producties.