Gisteren las ik ergens het woord ‘vrouwvriendelijk’. Ik had – misschien, of waarschijnlijk, omdat ik een man ben – nooit zo bij dat woord stilgestaan. Maar ineens realiseerde ik me hoe veelzeggend het is dat we in de Nederlandse taal wél een woord hebben verzonnen voor iets waarvan we vinden dat het aanpassingen vereiste voordat vrouwen er óók gebruik van kunnen maken, maar dat hetzelfde principe voor mannen – manvriendelijk – simpelweg niet bestaat. (meer…)
‘Vaak zet men stappen zonder dat men beseft waar echt naartoe’, zegt Travis senior in de openingsscène van The Story of Travis. Over die stappen in de tijd, soms onbewust, soms heel doelgericht, de routes die vaak pas achteraf logisch lijken, gaan de vier teksten die dit jaar genomineerd zijn voor de prestigieuze Toneelschrijfprijs: The Story of Travis van Esther Duysker, Tijd zal ons leren van Romana Vrede, Zanger zonder volk van Giovanni Brand en BOG.2 van BOG. Aanstaande vrijdag wordt de winnaar bekendgemaakt op festival Shakespeare is Dead.
Dat is een opvallende en veelzeggende parallel. Elk op hun eigen manier, en op volstrekt authentieke wijze, reflecteren de auteurs op vragen als: wie ben ik in de tijd, hoe zijn mijn omgeving en ikzelf gevormd door ons verleden? Wanneer is de geschiedenis ballast, die je meezeult en je keuzes beperkt, en wanneer biedt het juist richting, kracht of troost? Precaire thema’s, die ook het maatschappelijk debat in sterke mate bepalen, en waar deze auteurs met vuur, humor, woede of poëzie op reflecteren.
Tijdreizen gebeurt letterlijk in Zanger zonder volk van Giovanni Brand, waarin we hoofdpersoon Kleine Lien vanaf zijn negende tot op de dag voor zijn achttiende verjaardag volgen. Kleine Lien groeit op in een woonwagenkamp, als zoon van een analfabete moeder. Als hij opgroeit, gaat hij zich gaandeweg vragen stellen bij het milieu waarvan hij onderdeel uitmaakt. Terwijl zijn moeder en zijn broer zich steeds meer van de maatschappij afkeren, krijgt hij de toenemende behoefte om zich aan het milieu te ontworstelen.

Zanger zonder volk door Giovanni Brand, Likeminds en Theaterproductiehuis Zeeland – foto Moon Saris
Als hij op zijn twaalfde ontdekt dat een vlinder geen flieder is, zet dat zijn blik op zijn omgeving, zijn opvoeding, en dus zijn geschiedenis scherp. Hij gaat vragen stellen, roept zijn moeder ter verantwoording: ‘Je hep me ook nooit voorgeleze.’ Zijn moeder zag in alles van haar jongste zoon al een verwijt, een teken dat ze tekortschoot, een schuld: ‘rooie streep’, zegt ze dan.
Die schuld legt zij op haar beurt ook weer neer bij háár moeder: ‘Omoe hep mij ook verpes. Ik kan nie eens De Bolt en de Bjoetiefol kijke omda ik nie kun leze. Ik wouw zo graag zuster worre in zo een wit pakkie met klompies. Dat de mense blij werre als ze mij aan zage komme. En nu zit ik hier juruke te naaien, boen ik kantoren waar de mense me nog geeneens aankijke en sta ik achter de bar in de foetbal kantine waar iedereen over me praat. Ik wor soms helemaal srizifreen van alles wa ik mot doen. En das allemaal omoes schuld.’
Kleine Liens afstand tot zijn gezin manifesteert zich heel zichtbaar in taal, in het idiolect dat Brand zijn hoofdpersonage meegeeft. Door gedurende het stuk andere woorden te gebruiken (‘geassocieerd’, ‘naïef’) accentueert hij de afstand tot zijn broer en moeder, en vergroot die uit. Zijn moeder, later in het stuk: ‘Sinds je zoveel leest haal je je allemaal dingen in je hoofd waar je je nog helemaal nie bezig mee hor te houden. stilte Verrader.’
Zanger zonder volk laat een jonge jongen zien die wil ontsnappen aan de (voor hem) nauwe kaders van zijn omgeving. Door zich te verzetten tegen zijn moeder en broer, vecht hij ook met zijn (Roma-)verleden, die hem op afstand van de rest van de maatschappij (de ‘burgerij’) lijkt te zetten.

The Story of Travis door Theater Rotterdam en Well Made Productions – foto Bete van Meeuwen
Iets vergelijkbaars geldt voor Travis, de jongste telg uit de Afro-Amerikaanse familie Younger die centraal staat in The Story of Travis. Bij aanvang van het stuk blikt hij als oude man terug op zijn jonge zelf: hij groeide op in een witte buurt in het Chicago van de jaren zestig, en probeert zich te ontworstelen aan een leven in armoede en onderdrukking.
De personages in het stuk hebben verschillende theorieën over hoe het verleden doorwerkt op het heden. Tijden veranderen constant, zegt zijn tante op zijn zeventiende verjaardag: ‘Tijd is één grote beweging, wanneer snappen jullie dat nou eens een keer?’ Zij gelooft erin dat je de toekomst naar je hand kan zetten. Maar volgens haar broer, Travis’ vader, is tijd ‘een vastgeroest, antiek idee’ dat in cirkels gaat. ‘Dat is geen verandering, dat is een ijskoude douche van herhaling.’
The Story of Travis gaat op verschillende lagen over de schouders waarop je staat, waarop en waartegen je jezelf kan afzetten. Niet alleen binnen de theatrale werkelijkheid van het stuk staat de dialoog tussen generaties zelf centraal, het stuk zelf is een intergenerationele dialoog. Duysker schreef een spin-off van de moderne klassieker A Raisin in the Sun (1959) van Lorraine Hansberry. Extra interessant aan haar well made play is dat ze Hansberry halverwege als personage (‘de schrijfster’) opvoert. Travis (en in zijn verlengde dus ook Duysker zelf) krijgt zo de mogelijkheid zich letterlijk af te zetten tegen het narratief dat voor hem bedacht is: ‘Je hebt me ergens neer geplempt, om me vervolgens aan mijn lot over te laten.’

Tijd zal ons leren door Het Nationale Theater en Romana Vrede – Foto Bete van Meeuwen
Ook Romana Vrede zet zich in Tijd zal ons leren bevlogen af tegen een oververtegenwoordigd, maar enorm tekortschietend narratief – in dit geval van waaruit we over ons koloniale verleden praten. Haar stuk is een rechtzetting, een herschrijving van de geschiedenis: ‘Ik ben geen afstammeling van een slaaf, ik ben afstammeling van verzetsstrijders’, schrijft Vrede.
Ze vertelt de verhalen van deze strijders, leeft zich in hen in en noemt hun namen, voor zover die bekend zijn: van One Tété Lohkay tot Christina Martha Tiahahu en Cecile Fatiman. Vrede vulde de bekende feiten aan met haar eigen fantasie; soms stond er alleen een naam in de archieven. Omdat door namen te noemen de mens erachter zichtbaar wordt, en diens geschiedenis. Omdat die namen te lang niet genoemd zijn. Zo ontstaat er een prachtige verzameling aan strijdlustige, krachtige taalmozaïekjes.
Ze versnijdt hun verhalen met de hare: ze maakt de balans op van een ontheemde actrice die niet meer wil spelen sinds haar moeder niet meer leeft. Door de fragmentarische structuur van Vredes tekst gaan geschiedenis, heden en toekomst allengs de dialoog aan met elkaar: ze reageren op elkaar en zijn dus niet meer los van elkaar te zien. Alles hangt met elkaar samen.

BOG.2 van BOG. – foto Bas de Brouwer
In BOG.2, een nieuwe poging het leven te herstructureren proberen de auteurs om het leven te vangen, de tijd voor een moment stil te zetten, om zo te kijken welke geschiedenis erin verstopt zit. De tekst van collectiefleden Judith de Joode, Benjamin Moen, Sanne Vanderbruggen en Lisa Verbelen is opgebouwd uit korte tot zeer korte observaties, gegrepen uit het leven van de vier dertigers die het schreven.
Het is een afwisseling van grote en kleine momenten, het gaat over (geen) kinderen krijgen, afscheid nemen van je ouders, je eigen sterfelijkheid. Maar ook: kortstondig dromen van een ander leven met een ander iemand, beseffen dat je iets onherroepelijk kapot hebt gemaakt.
Door de bijzonder precieze formuleringen en de afwezigheid van expliciete duiding, is de zeggingskracht van dit troostrijke kleinood enorm. De auteurs bieden een zorgvuldig samengestelde verzameling aan kleine close-ups, de lezer (of toeschouwer) maakt daar een zelf een rijkgeschakeerd totaalshot van, waarin je automatisch ook jezelf zet.
BOG.2 is een poging de tijd stil te zetten en je tegelijkertijd te verzoenen met de onmogelijkheid daarvan, en daar troost uit te putten. Ergens in die ongrijpbare aaneenschakeling van betekenisvolle en willekeurige, alledaagse momenten, ontstaat er een vorm van bitterzoete schoonheid, waar je niets aan hebt en die het leven misschien juist wel daarom de moeite waard maakt: ‘En de zon komt op, en de zon gaat onder, en dat hoeft niks te betekenen. Vermoeden dat leven misschien wel niks betekent.’
Elk geïsoleerd moment is voor de goede observant ook een tijdreis, een dialoog met een mogelijk verleden. Iemand draait aan een plukje haar, zoals ze dat een dag eerder, een jaar eerder, negentien jaar eerder ook deed.
Je afvragen waar die beweging vandaan komt
Je voorstellen dat dat ‘draaien aan het plukje haar’ zich doorgaf doorheen de jaren
Van haar moeder op haar moeder en die haar moeder op die haar moeder haar moeder
En voor even haar over groot-bet-bet-bet-bet-overgrootouders zien draaien aan hun plukje haar
En die daarvoor
Alle mensen vóór haar aan hun plukje haar zien draaien
Als een Droste-effect in dat plukje ineens alle mensen zien die voor ons kwamen
Ook in The Story of Travis vergaren de personages gaandeweg zicht op hun plek in een lijn dwars door de tijd, en destilleren daar troost uit. ‘Ook al lijkt iets een vernederend uitzichtloze situatie en lijken we soms in cirkels te lopen, of te kruipen – hoop moet er altijd zijn. Hoop is een keuze’, zegt Travis. Uiteindelijk verlegt Duysker de focus van Travis naar diens kleindochter Nola, die in het laatste bedrijf, dat zich afspeelt in 2026, weigert zich te laten inperken door haar geschiedenis, maar uitsluitend kracht en trots wil putten uit dat verleden. ‘Want op uw [Travis’] schouders zet ik af. Ik spreid mijn vleugels, ik stijg op, ik duik, ik zwenk, ik zweef.’
Net als dat Kleine Lien in Zanger zonder volk uiteindelijk, ondanks of dankzij de afstand die hij neemt, juist de waarde gaat zien in het milieu waaraan hij zich eerder wilde ontworstelen. ‘Eigenlijk hè… jullie zijn zo slim. Maar het zit niet alleen hier. wijst naar zijn hoofd Jullie slimheid zit overal.’
Romana Vrede besluit de verhalen van haar voorouders te herschrijven en daarmee hun kracht te laten prevaleren boven hun slachtofferschap. Vrede schrijft hoe tot slaaf gemaakte mannen en vrouwen van de Igbo-stam gezamenlijk de zee inliepen, hun dood tegemoet. Ze weigerden zich over te geven aan het leven dat op hen wacht: een leven in slavernij, in onvrijheid.
Zo tonen de vier teksten op uiteenlopende manieren dat elk moment, elk hier en nu, onherroepelijk een reactie is op het verleden, een schakel is in de tijd. Juist het verleden, het volle besef daarvan, kan houvast en richting bieden, je sterken in wie je bent.
De schrijvers laten zien hoe je ballast kan omzetten in kracht: activerend, troostrijk, voorzichtig zoekend of vastbesloten. Je kan je verdiepen in je geschiedenis of je eraan willen ontworstelen, maar in een onbewaakt moment zullen je ogen afdwalen, zoals dat gebeurt in BOG.2, en zie je in jezelf onherroepelijk je verleden: ‘Naar je eigen handen kijken en in die handen, voor een moment, de handen zien van iedereen die voor je kwam.’
De winnaar van de Toneelschrijfprijs 2024 wordt op 4 april bekendgemaakt in De Brakke Grond, tijdens het toneelschrijffestival Shakespeare is Dead in Amsterdam. The Story of Travis, Zanger zonder volk en BOG.2 zijn ook uitgegeven door De Nieuwe Toneelbibliotheek. Tijd zal ons leren verschijnt in 2026 in boekvorm bij De Arbeiderspers. Foto: Bete van Meeuwen – Tijd zal ons leren door Het Nationale Theater.