‘Wat me niet breekt’ is de nieuwe toneeltekst van schrijver Joachim Robbrecht, die hij schreef voor regisseur Timothy de Gilde van toneelgroep DOX. De Gilde en Robbrecht hebben al een reeks voorstellingen voor en over de belevingswereld van jongeren op hun naam staan en lichten steeds andere thema’s uit. Gender, seks en zelfmoord kwamen eerder aan bod en in dit stuk laten ze hun licht schijnen op de vele jongeren die opgroeien in instellingen. Wat doet het met je, als je zorg, dagritme en aandacht komen van iemand die om 17.00 uur uitklokt? Als je vrienden wel in gezinnen wonen? Als iedereen jou probeert te helpen terwijl jij het probleem niet bent maar tot het probleem wordt gemaakt?

D:
Jij bent een probleem dat net deze gezellige huiskamer is komen binnen wandelen.

A:
Maar het eigenlijke probleem is dat JIJ je als een probleem VOELT

B:
En iedereen doet hartstikke hun best om normaal te doen

De hoofdpersoon in ‘Wat me niet breekt’ is Jimmy, die op zijn elfde wordt opgenomen in een gesloten instelling voor begeleid wonen. Hij heeft geen vader, zijn moeder heeft foute vriendjes en jeugdzorg grijpt in. Jimmy wordt uit huis geplaatst.

Zes stemmen vertellen het verhaal van Jimmy en worden door de schrijver A, B, C, D, E en F genoemd. Ze fungeren als verteller, achterban, trooster, aanklager en kruipen in het hoofd van de jongen. Wat zou hij nu kunnen denken, kunnen voelen?

Wij, de lezers, zijn Jimmy, of zijn moeder, of zijn goedbedoelende behandelaars. Wij worden direct aangekeken en aangesproken. Wij zijn onderdeel van dit verhaal. Die zes stemmen zijn een bijzonder effectieve manier om veel meer dan een verhaal te kunnen vertellen.

A:
… want je vader was er niet bij.

C:
Nee, je vader was…je vader was…

D:
Je vader wilde niks met je te maken hebben omdat hij een hekel heeft aan kids.

E:
Nee, stel je voor, je vader had al vier of vijf kinderen bij een andere vrouw en die mocht absoluut niet te weten komen dat hij nog ergens…

 F:
Ik denk het niet: Je moeder had in die tijd verschillende vriendjes en dus wist ze niet van wie jij…

C:
Tsssss!

D:
In ieder geval een vaag verhaal.
En je weet dus niet wie je vader is!

In de tekst klinken de echte jongeren en zorg-professionals door die Robbrecht in het voortraject heeft geïnterviewd en waaruit hij deze tekst en mensen heeft gesmeed. Het zal ongetwijfeld bij hebben gedragen aan het realisme van de hemeltergende pedagogische teksten die uit de regels etteren.

C:
We kunnen niet allemaal minister-president moeten willen worden toch?
Er moet er ook iemand de vuile was doen.
En dat zijn wij, en ‘de vuile was’ dat ben jij ja.
En ik ben de vlekkenkampioen.
En dan moet je niet zitten bokken
Want ik ga je netjes weer schoonwassen.
JA Jimmy ja, we breken je helemaal af maar we bouwen je daarna ook voorbeeldig weer op. Okay?
[…………………………….…………………………..]

C:
Wat is dat?
Nee, wat was dat voor beweging die je daar maakte?
Ga jij nu weer je schouders ophalen?
Afspraak is gewoon afspraak
Punt!
Heb je dat gesnapt?
Of moet ik het nog ‘s uitleggen?
Nee?
Wil ik anders gerust doen hoor,
Daar heb ik immers voor gestudeerd
Is gewoon mijn werk en of ik nu tot vijf uur
Jou nog s ga uitleggen dat je niet je eigen tostie kan maken voor avondeten
En geen blowtje kan draaien aan het ontbijt
Of dat we even lekker een wandelingetje in ’t parkje maken
Straks mag ik gewoon naar huis.

Op de website van DOX wordt het werk van Robbrecht als volgt omschreven: ‘Zijn theater vertrekt vanuit een poëtisch engagement naar de wereld.’ In ‘Wat me niet breekt’ wordt een omgekeerde weg bewandeld. Het platte, het aardse en het banale worden meegenomen en tot poëtische metaforen verheven. Jimmy loopt weg naar het strand om zich vrij te voelen. Bij dat letterlijke breken met de regels verheft Robbrecht de golven zelf tot vrijheid.

Je hebt de minuten geteld, die soms uren duurden
Uren die dagen en dagen die weken…
en hebt de dynamiek van tijd begrepen :
Aanrollen –breken – terugtrekken

En met de tijd groeit het littekenweefsel rond
Wonden en woorden

 En het leven is geen wervelstorm die overwaait als je het maar uitzit
—weet je nu—
Want ’t waait niet over
Je waait mee tussen het puin, de andere rommel en
je redt wat er te redden valt.

De zes stemmen geven Jimmy voortdurend een keuze. Hij belt niet met zijn moeder, hij belt wel met zijn moeder. Hij loopt weg, hij zet door. Hierdoor wordt er niet één verhaal van een jongen verteld, maar vele verhalen. Verhalen over mensenlevens, waarin je altijd zelf keuzes kunt maken, zoals een trein pakken naar het strand.

Lees ook onze recensie van de opvoering Wat me niet breekt (maakt mij niet noodzakelijk sterker) door toneelgroep DOX.