Een televisie met daarop een groep pinguïns, samengeplet in een groep of waggelend door de sneeuw. Meteen overvalt je het gevoel van een wachtkamervacuüm, een non-descripte natuurdocumentaire waardoor de tijd zo mogelijk nog langzamer voorbijtikt. Witte muren, de onderste helft oudroze geschilderd. Een plastic bekertje water. Met een aantal kenmerkende details schildert de jonge theaterauteur Roos Voorhorst (1993) secuur en trefzeker de arena van haar stuk room for thought. Het stuk was dit jaar een van de drie winnaars van Verse Tekst, de open inschrijfronde voor (nog) onuitgevoerde theaterteksten.

Room for thought speelt zich af tussen een beslissing en een consequentie van die beslissing, preciezer: in de wachtkamer van een abortuskliniek. Het stuk is een monologue intérieur, of misschien eerder een dialoog met de ruimte, een omgeving die de dertigjarige Marie voedt en confronteert met gedachtes, twijfels en overpeinzingen, haar dwingt tot zelfonderzoek en stellingname.

Twee maanden geleden was deze Marie nog ‘gewoon een mens’, maar wie is ze nu, nu ze gedwongen wordt een keuze te maken over het kind dat in haar groeit? En loopt ze straks weer naar buiten als het kind dat ze ooit was, of is ze definitief een ander? Room for thought gaat in die zin ook over jezelf voortdurend opnieuw definiëren, het beeld wat je van jezelf hebt voortdurend bijstellen.

Herkenbaar: in de uitgerekte tijd wordt Marie niet alleen overvallen door grote vragen, maar ook door banale, maar goudeerlijke gedachten, waar je je misschien voor schaamt. Wat zegt het over je als je in een abortuskliniek een tijdschrift pakt om de tijd te verduren (‘Als ik nu iets kan lezen ben ik ziek’), en wat doen ze eigenlijk met het stoffelijk overschot (bewaren, weggooien of verbranden? ‘Misschien mag je het meenemen?’).

Het personage heeft een keuze gemaakt, maar dwingt zichzelf voortdurend die keuze opnieuw te verantwoorden, te reconstrueren, en is daar pijnlijk eenzaam in: de man ‘die thuis op mij wacht’, zal nooit begrijpen wat ze voelt, dit is iets wat ze per definitie in haar eentje doet, hoeveel begrip ze ook van anderen mag krijgen. Pijnlijke conclusie: in sommige dingen sta je genadeloos alleen, hoe omringd je je misschien ook voelt.

Het grootste gedeelte van het stuk beslaat het wachten in de wachtkamer. De ‘verlossing’ ­– het moment dat ze aan de beurt is – laat lang op zich wachten, maar komt alsnog altijd te vroeg en toch onverwachts. Prachtig is de mengeling van twijfel, verdriet en woede die het personage ervaart als ze in de volgende scène in de behandelkamer ligt, ogen gericht op het systeemplafond, geen enkele neiging heeft in verzet te komen en zich daar op afrekent.

Ik werd misselijk van het besef dat niets
Maar dan ook niets

Aan die plafondplaten

Mij aantrok

Ik wilde niets liever dan blijven liggen
En wegzakken in de roes

Verlost wakker worden

Ontroerend is ook het veelzeggende einde, als Marie naar buiten loopt met het gevoel alsof ze van de kapper komt: zelf kun je je niet voorstellen dat niemand iets aan je ziet (ze voelt zich ‘bekeken, en niet in model’), maar de buitenwereld heeft geen idee, ziet niets aan je.

Het miezert

Dat hoort niet bij verlossing
Waar is de zon?

Buiten staan mannen

Met lange armen langs hun kromme lijven

Ze hebben geen idee

Room for thought is een poëtisch en zintuiglijk geschreven kleinood, waarin de auteur gedoseerd en met treffende details de ruimte, en vooral het gevoel van het personage binnen die ruimte, invoelbaar maakt. Langzaam geeft het personage steeds meer concrete informatie weg, wáár ze is – een abortuskliniek – en dus wat ze komt doen, en hoe ze zich daarbij voelt. Zo ontvouwen zich mondjesmaat de contouren van een verleden. Haar kaalgeslagen idiolect accentueert het uitgerekte wachten, waarin losse gedachten in cirkeltjes gaan draaien, andere vormen aan gaan nemen en plaatsmaken voor wezenlijke twijfels die je liever onderdrukt. Voorhorst is gedurfd terughoudend met informatie en dat pakt goed uit: als toeschouwer kan je daardoor zelf kleuren, interpreteren en haar dilemma’s op jezelf betrekken.

Het is een tekst die voor een groot gedeelte draait om de afwezigheid van een handeling, om wachten in een onbestemd hier en nu. Voorhorst neemt de toeschouwer mee in een meerduidige, grillige en op vlakken herkenbare exploratie in de binnenwereld van haar personage, en laat de toeschouwer op genereuze wijze dichtbij komen. Het personage zoekt het gevaar op in het toegeven van twijfels die je doorgaans voor je houdt. In die kwetsbaarheid vindt room for thought een enorme waarde.

Hoe kan ik je zo graag
Weg willen

Ik kan je niet dooddenken
Ik kan je niet dooddenken
Ik kan je niet dooddenken

Waarom kan ik je
Alsjeblieft

Niet
Dood
Denken


De tekst room for thought werd geselecteerd als Verse Tekst 2023. De leescommissie bestond uit Sander Janssens, Kharim Amier, Erica Smits, Liliane Brakema en Rob de Graaf. Deze bespreking voor DeClaus maakte Sander Janssens op persoonlijke titel.