‘Ooit zal deze verschrikkelijke nacht wel voorbijgaan.’ Het is een verzuchting van Sibylle in het stuk Ex van Marius von Mayenburg. Sibylle wordt min of meer gedwongen om samen met haar man Daniel en diens ex Franziska de avond door te brengen. De nacht gaat inderdaad voorbij maar of de morgen verlossing brengt, is nog maar de vraag. Zoals de titel al aangeeft, gaat het stuk over een driehoek: een koppel en een ex die misschien een nieuwe rivale wordt. 

Von Mayenburg schreef (en regisseerde) EX op uitnodiging van het Rikstheater in Stockholm, waar de voorstelling afgelopen najaar in première ging. Chiara Tissen maakte voor Suburbia in Almere meteen een Nederlandse vertaling. 

Von Mayenburg creëert een klassieke huis clos-situatie in één enkel bedrijf: speeltijd en gespeelde tijd vallen met andere woorden volledig samen. Eenheid van tijd, plaats en handeling. Drie mensen die tot elkaar veroordeeld zijn. L’enfer, c’est les autres, zei Sartre al. In tegenstelling tot het vroegere werk van Von Mayenburg, vertaalt zich deze confrontatie niet in fysiek maar in verbaal geweld. Taal staat in het teken van aanval en verdediging, manipulatie en macht, cynisme en ontmaskering. En achter die retorische strategieën een berg aan gebroken dromen, onvervulde verlangens en gevoelens van jaloezie en vernedering. Gefundenes fressen voor acteurs.

Maar naast een ‘huwelijksdrama’ is Ex ook maatschappijkritiek. Naar eigen zeggen observeerde Von Mayenburg bevriende koppels en hun pogingen om een balans te vinden tussen hun relatie, hun kinderen en hun professionele ambities. Afgaande op de slechte afloop van het stuk, is die balans – althans in de vriendenkring van Von Mayenburg – ver te zoeken. 

Het ‘verhaaltje’ is simpel. Daniel en Sibylle zijn getrouwd en hebben twee jonge kinderen. Beiden zijn hoog opgeleid. Hij is architect en zij is arts. Tweeverdieners. Een gezin zoals de moderne neo-liberale samenleving er wel meer zou willen hebben. Hun exacte leeftijd wordt nergens vermeld, maar alles doet vermoeden dat ze tussen vijfendertig en veertig zijn. Hun problemen zijn in elk geval die van een koppel van die leeftijd. Vervreemding van elkaar, van hun idealen en verlangens, van hun professionele carrière, zelfs van hun kinderen die meer als een onontkoombare belemmering ervaren worden dan als de mogelijkheid tot een rijker familiaal leven. De kinderen zijn niet fysiek op het toneel. Bij de opening van het stuk liggen ze reeds in bed, maar ze zijn constant aanwezig in de gesprekken tussen de ouders. Tot en met de laatste repliek van Sibylle tot Daniel:   

En straks als het ochtend wordt, dan staan onze kinderen bij jou naast de bank – en Maxi vraagt wat je daar doet – en waarom je niet bij mij slaapt. En Bea vraagt of wij nu gaan scheiden.

(Niets.)

Het zou goed zijn als je dan weet wat je haar wil vertellen.

(Niets. Ze blijven allebei.)

Er is nog meer klassieks in de opbouw van dit drama: de komst van de buitenstaander brengt de waarheid boven tafel. Het onverwachte telefoontje van Franziska en even later haar komst fungeren als katalysator voor de escalatie van het conflict tussen Daniel en Sybille. Het telefoontje komt al na een drietal pagina’s, maar die drie pagina’s zijn voldoende om duidelijk te maken dat de relatie tussen Daniel en Sybille aan het doodbloeden is. 

Franziska is bij haar vriend opgestapt en omdat ze niet weet waar ze naartoe moet, komt ze aankloppen bij haar ex Daniel. Haar komst is slechts the tipping point, het punt waar alles begint te kantelen. 

De dialogen zijn snedig, snel en vooral heel herkenbaar. Vanaf de eerste replieken tussen Daniel en Sybille is de spanning te snijden. Machtsposities verschuiven voortdurend en dus ook de sympathieën van de lezer. Gesprekken lijken soms politie-ondervragingen. Het lijkt alsof geen enkel detail vergeten wordt. Uitspraken worden wederzijds met opzet fout begrepen door ze letterlijk te interpreteren. Von Mayenburgs schriftuur vat de onderhuidse agressie en het uitzichtloze cynisme van dat soort gesprekken. Dat is de kracht van het stuk. 

De twee vrouwen zijn weliswaar voor dezelfde man gevallen, maar ze zijn duidelijk elkaars tegenpool. Franziska is emotioneel, op een bepaalde manier wat naïef, bezig met esoterie en new age. Ze is niet hoog opgeleid en behoort niet tot dezelfde sociale klasse als Sybille. 

Sybille is rationeel, analytisch en scherp. Ze is intelligent en zeer verbaal. Ze neemt op geen enkel moment een blad voor de mond, tegenover haar man noch tegenover zijn ex. Ze is brutaal, cynisch en onbeleefd. Maar achter die hardheid is Sibylle een open wonde. Dat verwoordt ze naar het einde toe heel expliciet, maar Daniel hoort haar schreeuw om hulp niet: 

SIBYLLE: Je merkt het helemaal niet, hè?

DANIEL: Wat?

SIBYLLE: Dat ik hier vecht.

DANIEL: Tegen mij, ja, dat merk ik.

SIBYLLE: Nee. Jij merkt helemaal niets.

FRANZISKA: Ik ga nu.

DANIEL: Je blijft hier.

SIBYLLE: Ik vecht om jou, jij domme, domme man –

DANIEL: Jij weet helemaal niet wie ik ben –

SIBYLLE: Nou en? Dat weet je zelf niet eens –

DANIEL: Die strijd ben je nu in ieder geval aan het verliezen, maakt niet uit waar het jou om gaat –

SIBYLLE: Ik ga nu naar bed, en ik zou willen dat je mee komt.

DANIEL: Nee. Ik vind het niet prettig, wat je zegt.

SIBYLLE: Ik sta hier te smeken of je meegaat.

DANIEL: Jij hebt al te vaak gewonnen. Op een dag verlies je alles.

SIBYLLE: Je moet kiezen, of je met mij meegaat of hier bij deze vrouw blijft.

DANIEL: Nee, dat hoef ik niet. Ik woon hier. Ik ben een volwassen man. Ik ga naar bed wanneer ik wil.

SIBYLLE: Als je nu niet komt, dan heeft dat gevolgen –

DANIEL: Dat zeg je alsof het een natuurwet is, terwijl je alles hier nu staat te verzinnen.

SIBYLLE: Als je nu niet komt, hoef je helemaal niet meer –

DANIEL: Kan me niet schelen.

SIBYLLE: Laat me hier niet staan bedelen – ik verneder mezelf voor jou en voor die vrouw, ik heb –

DANIEL: Bla, bla, bla, bla, bla –

SIBYLLE: (Heftig.) Ik –

(Ze slaat hem.)

De verbale agressie wordt hier een ogenblik fysiek. Het komt tot een ultieme afrekening wanneer Sybille – wellicht niet toevallig volledig naakt – aan Franziska onthult dat Daniël haar heeft laten vallen omdat ze voor hem sociaal gezien niet interessant genoeg was. Voor Franziska is dit het ontnuchterende antwoord op een vraag die ze zich jarenlang gesteld heeft. Voor Sybille is het het expliciet verwoorde inzicht dat haar relatie met Daniel niet op liefde was gebaseerd, maar op maatschappelijke prestige. En voor Daniël is dit het moment dat hij beide vrouwen voorgoed verliest.

Op die manier is Ex uiteindelijk toch een afrekening met een bepaald soort mannelijk gedrag. Dat hoeft niet te verwonderen in het eigentijdse klimaat dat nog het best kan omschreven worden als de ‘begrafenis der mannen’ – met dank aan Anneke Marie Claus die haar dichtbundel uit 2016 zo noemde. Is er een morgen na deze nacht? Op een bepaalde manier voor Franziska die zich misschien definitief kan losmaken van Daniel, nu ze precies weet waarom hij haar heeft laten zitten. Voor het koppel daarentegen lijkt de verschrikkelijke nacht alleen maar te beginnen. Alles is uitgesproken en alle vluchtwegen zijn afgesloten.

Waar in andere theaterteksten ‘(Stilte)’ staat, schrijft Von Mayenburg – tenminste als de vertaling klopt – ‘(Niets)’. Het is misschien een detail, maar mijns inziens een significant detail bij het lezen. ‘Niets’ is iets anders dan ‘stilte’. De stilte kan nog ingevuld worden, het niets niet. Het is een veel harder en meedogenlozer woord. Misschien hecht ik er te veel belang aan, maar het woord ‘niets’ zo vaak lezen, blijft niet zonder effect op de lezer..  

Ex van Marius Von Mayenburg, in de Nederlandse vertaling van Chiara Tissen, werd voor het eerst opgevoerd door Theatergroep Suburbia in juni 2022.