Met zijn stuk Hybris snijdt Christophe Aussems een eigentijds en gevoelig thema aan: de medische fout en de (fysieke, emotionele, psychologische, juridische, financiële,…) gevolgen daarvan voor het slachtoffer én de chirurg.

Zowel in Vlaanderen als in Nederland moet je teruggaan naar de jaren zeventig en naar het toenmalige maatschappelijk geëngageerde theater om expliciete teksten te vinden over medische onderwerpen als de psychiatrie, de ouderenzorg of de farmaceutische industrie. Dat theater zag zichzelf als een gespreksforum met het publiek en zocht naar epische en open vertelstructuren.

Christophe Aussems daarentegen heeft voor een klassieke gesloten dramatische structuur gekozen in de vorm van een ontmoeting tussen David (37 jaar) en chirurg Zoë (46 jaar). Zij komen elkaar toevallig tegen in wat de tekst ‘de onderbuik van een ziekenhuis’ noemt. ‘Onderbuik’ is om meer dan één reden een goed gekozen omschrijving. Medische fouten zijn nu eenmaal geen makkelijk en rationeel te bespreken onderwerp. 

Christophe Aussems is mede-oprichter van Het nieuwstedelijk, het stadsgezelschap van Hasselt, Leuven en Genk, en maakt deel uit van de artistieke kern. Als gezelschap richt Het nieuwstedelijk zich expliciet op nieuwe teksten en op hedendaagse maatschappelijke thema’s. Gedegen research en interviews met betrokkenen maken deel uit van het dramaturgisch instrumentarium van het gezelschap.

Voor Hybris sprak Aussems met patiënten en met chirurgen over wat er met hen gebeurde toen het fout liep. In een begeleidende tekst vermeldt hij twee autobiografische feiten die een rol hebben gespeeld bij het schrijven: de keizersnede waarmee hij ter wereld kwam en waarbij iets fout liep wat zijn moeder bijna het leven kostte enerzijds en zijn eigen latere burn-out anderzijds. In een bredere context wijst Aussems op de enorme druk waaronder chirurgen staan en de opvallende correlatie tussen het aantal medische fouten en het aantal burn-outs bij chirurgen (al is niet duidelijk wat oorzaak en wat gevolg is). Vandaar dat Aussems ook interviews afnam van specialisten in onder andere patiëntenveiligheid en burn-outs. Dat de toeschouwers bij de voorstelling een klein lexicon van gebruikte medische termen meekrijgen, ligt in de lijn van de bezorgdheid van de makers om de complexe realiteit recht te doen.

Over de informatie die hij in de vele gesprekken heeft opgedaan, zegt de schrijver het volgende: ‘Wat me in deze gesprekken misschien het meest trof, was dat patiënt en chirurg elkaar vaak niet meer spreken na een medische fout. Hoewel net daar de sleutel ligt om conflict en een eventuele rechtszaak te vermijden.’ Precies die ontmoeting – ‘in de onderbuik van een ziekenhuis’ – ensceneert Aussems in zijn tekst. Samen met de titel van het stuk en zijn expliciete verwijzing naar de Griekse tragedie maakt een omschrijving als ‘onderbuik’ duidelijk dat in de tekst ook een verbeelding aan het werk is die voorbij het louter ‘documentaire’ of ‘thematische’ ligt. 

Aussems heeft ervoor gekozen om beide personages tegenover elkaar te plaatsen in een geïsoleerde omgeving (de kelders van het ziekenhuis) waarin het enige contact met de buitenwereld via de telefoon verloopt. Ze ontmoeten elkaar op een emotioneel kwetsbaar moment. De moeder van David wordt na een auto-ongeval geopereerd en Zoë heeft als chirurg net een medische fout gemaakt die ze weliswaar kon herstellen, maar die haar zelfvertrouwen zwaar heeft ondermijnt. Zij staat op het punt om in te storten.

David heeft als achttienjarige een operatie ondergaan waarbij een medische fout leidde tot verlamming van de benen. Wanneer later in het stuk blijkt dat Zoë assisteerde bij die operatie en dus een bepaalde mate van verantwoordelijkheid heeft, zijn beide personages tot elkaar veroordeeld. Die ontdekking gebeurt precies in de helft van het stuk dat bestaat uit 15 scènes. Terwijl de personages zich voorheen nog op een zekere afstand van elkaar bewogen, worden vanaf dan de gesprekken op het scherp van de snee gevoerd. 

Door de bevreemdende omgeving, het onwaarschijnlijke toeval van hun ontmoeting en hun emotionele onzekerheid raken de personages met elkaar verbonden in een netwerk van schuldgevoelens, verwijt en zelfrechtvaardiging. Ze komen terecht in een double bind waarin ze nu eens elkanders slachtoffer dan weer elkanders beulen zijn. De twee personages hakken hard op elkaar in, met de intensiteit van een koppel dat in een relationele crisis zit. Sommige scènes lijken nu eens op een politie-ondervraging dan weer op een verhoor in een rechtbank. 

Het zijn onrustige en snelle dialogen met korte afgebroken zinnen van soms maar enkele woorden. Op andere momenten ontstaat een meer vertellende toon en komt de lezer meer te weten over de achtergronden van beide personages. Dat gebeurt ook via de telefoongesprekken met de buitenwereld. De dialogen zijn alles behalve literair. Met hun herhalingen, hun korte, afgebroken en halve zinnen, hun onuitgesproken gedachten streven ze naar een zo realistisch mogelijk spreekidioom:

David
en ben je dan zeker van wat je beslist?

Zoë
soms ben ik niet zeker
maar heb ik geen tijd te verliezen

de regel zegt:
soms fout
nooit twijfel

David 
en als blijkt dat je fout was?

Zoë
je stapt op een trein
en je kan niet terug
en je kan er niet af
dus
moet ik door
en zoek ik een oplossing

David
en als het niet lukt?

Zoë
wat?

David
als je trein crasht
wat zeg je dan tegen de familie?
als jij nu mijn moeder opereert –

Zoë
David
dit is geen exacte wetenschap
het is niet zwart of wit
alles is grijs

Het is die grijze wereld die Christophe Aussems gestalte probeert te geven in Hybris. Maar ook de tekst zelf en zijn schriftuur bewegen zich in een grijs, wat onbestemd gebied. De gesloten vorm waarvoor gekozen is, heeft een eigen innerlijke logica en die wordt ‘tegengewerkt’ door het expliciete thema van het stuk. Dat ‘thematische’ is aanwezig in het gespecialiseerde vocabulaire van beide personages en de exclusieve focus van de dialogen op de medische problematiek (de druk waaronder chirurgen staan, de lange werkdagen, de geslotenheid van de medische wereld, de vraag van het slachtoffer om uitleg en verontschuldigingen, de lange en zware juridische strijd,… ). Als tekst buigt Hybris bij momenten door onder dit inhoudelijke en thematische gewicht.

Dat neemt niet weg dat Hybris als voorstelling een rol kan spelen in het op gang brengen van een publieke discussie rond dit moeilijke onderwerp. Integendeel zelfs. De veelheid aan thema’s vraagt net om een bijkomend gesprek. Daar zit precies de spanning met de gesloten dramatische vorm.