Terwijl er in Oekraïne een steeds grimmiger oorlog woedt, herinnert Volim te van Vera Morina ons aan een ander conflict in het hart van Europa: de ‘Joegoslavische oorlogen’ die het continent midden jaren negentig van de vorige eeuw brutaal wakker schudden uit de roes na het einde van de Koude Oorlog. Het was een lange en bloedige reeks etnische conflicten met als trieste dieptepunten de belegering van Sarajevo en het bloedbad van Srebrenica. 

Vera Morina heeft een Kosovaarse vader die omwille van een liefdesrelatie net voor het uitbreken van de oorlog in Kosovo naar Nederland kwam. Morina schreef het stuk in de eerste plaats om iets te begrijpen van de geschiedenis van haar vader. Maar haar inzet is veel ruimer dan dat. Ze merkte dat de geschiedenis van het Joegoslavische conflict en van zijn impact op het recente Europa – veel burgers uit ex-Joegoslavië zochten immers hun toevlucht in Europese landen – niet of nauwelijks ter sprake komt in de dagelijkse omgang of op school. En dat terwijl het conflict toch een diepe wonde in het Nederlandse zelfbewustzijn geslagen heeft. Een trauma dat de naam Srebrenica draagt. Het is zelfs opgenomen in de ‘Canon van Nederland’, een lijst van vijftig thema’s die chronologisch een samenvatting geeft van de Nederlandse geschiedenis.   

Eerst wat historische achtergrond. Na het uiteenvallen van Joegoslavië en de groeiende interne etnische spanningen in Bosnië en Herzegovina tussen Serviërs en moslims, werden steden als Sarajevo, Tuzla en Srebrenica door de VN beschouwd en beschermd als veilige enclaves. Het Nederlandse VN-infanteriebataljon Dutchbat stond in voor de veiligheid van de enclave van Srebrenica. De VN-blauwhelmen waren slechts licht bewapend omdat de internationale gemeenschap ervan uitging dat hun aanwezigheid alleen al de Serviërs zou weerhouden om aan te vallen.

Op 11 juli 1995 drongen de Bosnische Serviërs onder leiding van generaal Mladic zonder noemenswaardige tegenstand van Dutchbat de enclave binnen en vermoordden in de daaropvolgende dagen meer dan achtduizend moslimmannen – het officiële cijfer staat op 8373 doden – , de ergste genocide in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. Nog steeds zijn niet alle lichamen geïdentificeerd. De slachting leidde in Nederland tot een grondig onderzoek naar de toedracht en de verantwoordelijkheid van de militaire en politieke overheden.   

Het is dus geen toeval dat Vera Morina zich in haar stuk op die fatale dag – 11 juli 1995 – concentreert. Al doet ze dat op een bijzondere manier. Via de omweg van de verbeelding. Dat is op het eerste zicht een banale opmerking, want iedere toneeltekst is een fictie zou je denken, maar je kan ook heel erg ver gaan in het toelaten van de realiteit op het toneel. Dat deden bijvoorbeeld Boy Jonkergouw en Caroline Leerdam in hun voorstelling Gevaarlijke Namen, naar aanleiding van 25 Jaar Srebrenica. Zij maakten de voorstelling samen met Alma Mustafić en Raymond Braat, die beiden direct betrokken waren bij de gebeurtenissen en op het toneel hun persoonlijke verhaal vertellen. Alma Mustafić was veertien toen haar vader Rizo in Srebrenica werd vermoord. Hij werkte als elektricien bij Dutchbat. Raymond Braat was negentien in 1995 en Dutchbatter. Tijdens de voorstelling wordt op de achtergrond de haast eindeloze lijst van namen van de vermoorde moslimmannen geprojecteerd, een lijst die op het einde van de avond niet eens halverwege is… De toeschouwer wordt direct geconfronteerd met de realiteit: hij ziet twee personen wier biografie voor altijd verbonden is met die verschrikkelijke gebeurtenis, terwijl hij de namen van de duizenden slachtoffers leest. 

Hoe anders bij Vera Morina. Al is de vraagstelling op een bepaalde manier dezelfde. Hoe ga je als mens met een dergelijke gruwel, met het trauma, met het verlies, met de schuld, met de verantwoordelijkheid om? Of meer specifiek: hoe kan je er theater van maken? Terwijl Boy Jonkergouw en Caroline Leerdam vertrokken vanuit een duidelijke schroom om fictie toe te laten in een stuk over zoveel pijn, zet Vera Morina de kraan van de verbeelding wijd open. Zo wijd dat je als toeschouwer eigenlijk een aantal historische feiten moet kennen, want die krijg je in haar tekst niet mee.

Volim te is opgebouwd als een drieluik, waarbij het eerste en het derde luik zich afspelen in de zomer van 2022 en het middenluik in de zomer van 1995, de fatale zomer, de zomer van Srebrenica. Toch gaat het hier niet om een terugkeer naar het verleden via een simpele flashback. Neen, heden en verleden worden opgenomen in een magisch-realistisch verbeeldingsspel waarmee een jonge vrouw probeert de moord op haar vader te verwerken.   

De twee personages zijn Sule Ibrahimovic (35) en Ena (36). Op een avond terwijl Ena haar kinderspullen, waaronder een telescoop, bij het afval wil zetten, verschijnt plots Sule met een bebloed t-shirt. Het duurt een tijdje – en dat is zeker een sterkte van het stuk – voordat de toeschouwer begint te beseffen dat Sule de vader van Ena is die in de zomer van 1995 verdween. Qua leeftijden kan dat natuurlijk niet. We zitten dus niet in ‘de realiteit’, maar wellicht in de verbeelding van Ena die door het weggooien van haar kinderspullen aan haar in Srebrenica vermoorde vader wordt herinnerd. 

Het is een van de oer-verhalen van de mensheid: een dode (vaak vermoorde) voorouder verschijnt aan de levenden met een boodschap of een opdracht. Dat verhaal ligt wellicht aan de basis van het ontstaan van het theater. De sporen ervan zijn nog duidelijk aanwezig in de Griekse tragedie. Shakespeares Hamlet bevat ongetwijfeld de beroemdste geestesverschijning in het Westerse theater. Ook in Volim te is de geest een vader. Maar hij komt niet om op te roepen tot wraak zoals Agamemnon en Claudius, maar om moed in te spreken. 

Wat de toeschouwer eveneens een tijd op een vals spoor zet – en ook dit is een sterke dramatische ingreep van Vera Morena – is dat Sule aanvankelijk denkt dat Ena zijn vrouw is. Ena speelt het spelletje even mee totdat Sule beseft dat hij met zijn inmiddels volwassen dochter spreekt die hem om rekenschap vraagt voor zijn verdwijning in 1995. Zij vertelt hem hoe ze als jong meisje eindeloos op hem heeft gewacht en overal naar hem gezocht heeft. Ze heeft zelfs een therapie gevolgd om te zien of er toch niet ergens heel diep in haar geheugen informatie is over waar haar vader zich bevindt. Misschien heeft hij haar toch iets gezegd? Maar tevergeefs. Ena leert te leven met de verdwijning van haar vader en krijgt zelf een dochtertje. Maar verwerken doet ze het gebeuren niet, integendeel zelfs: ‘Ik weet dat je nooit meer terug kan komen/ oké? ik weet het/ maar nu kom je toch tevoorschijn/ middenin de nacht?’

Wanneer Ena aan haar vader vraagt wat er is gebeurd in die zomer van 1995, komt hij met het ogenschijnlijk waanzinnige verhaal dat het European Space Agency hem is komen halen en hem op een geheime missie heeft gestuurd. Die missie was het vernietigen van een meteoor die de aarde bedreigde. In het middenluik, dat zich afspeelt in de zomer van 1995, zien we hoe Sule in een astronautenpak met de Bosnische vlag in een raket stapt en de ruimte ingeschoten wordt samen met duizenden andere raketten – 8373 om precies te zijn (het officiële aantal slachtoffers in Srebrenica)  – om de meteoriet te laten ontploffen en zo de aarde te redden. Sule is bereid om zich op te offeren om de aarde te redden. Hij vertelt zijn dochter hoe hij net voor de fatale inslag (in werkelijkheid het fatale schot uit een Bosnisch-Servisch geweer) aan haar dacht.

In het derde deel gaat het gesprek tussen vader en dochter verder. We krijgen nu het verhaal van een meisje van negen dat zonder vader moet opgroeien in Nederland in een volledig nieuwe omgeving en met een nieuwe taal.

ik moet leren spreken in een nieuwe taal
moet naar een nieuwe school, nieuwe klas
waar niemand iets aan me vraagt
en niemand met me wil praten
waarom is het zo?
was jij niet interessant genoeg voor de wereld om gered te worden?
ik niet bijzonder genoeg om gered te worden van een leven zonder vader?

Met Volim te slaagt Vera Morina erin om een verraderlijk licht en onverwacht ontroerend stuk te schrijven over verlies en trauma, over verwerking en opnieuw beginnen, over liefde en de weigering om slachtoffer te blijven. Met weinig middelen en veel dramatische inventiviteit creëert ze een verbeeldingswereld als dam tegen de onvatbare werkelijkheid van oorlog en geweld.

Volim te van Vera Morina is uitgegeven door Uitgeverij it&fb. De tekst werd in 2022 opgevoerd bij Bellevue Lunchtheater