‘Het slaat nergens op, maar ’t is wel grappig’, zegt Bert Visscher terloops over één van zijn grappen. Daarmee geeft hij een mooie karakterisering van zijn werk. Hij heeft geen serieuze boodschap, maar laat het publiek wel ontzettend hard lachen.

Bert Visscher werkt volgens een vaste formule. Hij kiest een locatie en daar bedenkt hij dan allerlei typetjes en komische misverstanden omheen. Dit keer speelt zijn programma zich af op een vliegveld. De voorstelling heeft een reusachtig decor, met landingsbaan en verkeerstoren en na de pauze zelfs een enorm vliegtuig. Het verhaal is dat de landingsbaan moet worden uitgebreid, zodat er ook prijsvechters op het vliegveld kunnen landen. Er is zelfs al een vliegtuig op weg, van een Aziatische luchtvaartmaatschappij. Dat zorgt natuurlijk voor problemen, want die Aziatische maatschappijen zijn notoir onbetrouwbaar, en de luchtverkeersleider blijkt niet goed in staat om het vliegtuig de juiste aanwijzingen te geven.

Een grappig uitgangspunt, dat veel ruimte biedt aan komische terzijdes en visueel spektakel – er is zelfs een groot achterdoek waarop filmbeelden worden geprojecteerd en waarop we het vliegtuig recht op ons af zien komen. En eigenlijk is het verhaal zo belangrijk niet. Het is vooral een excuus voor Visscher om helemaal los te gaan. Het publiek krijgt precies wat het verwacht: veel visuele grappen, een komiek die over het podium stuitert en zichzelf voortdurend in de rede valt, en gekke typetjes die worden afgewisseld met woordspelingen en grappen over banaliteiten, zoals de uitgezakte lichamen van de mannen en vrouwen in de yogaklas.

Hier en daar beginnen Visschers vaste gebaartjes wat sleets te raken, of speelt hij een typetje dat niet helemaal geslaagd is. Zoals die veel te dikke vrouw uit het vliegtuig, die een soort stewardessenpakje aan heeft – de typering is goed, maar de grappen hebben hier volledig plaatsgemaakt voor gekke kreten en sprongetjes. Gelukkig zijn dat uitzonderingen en speelt Visscher al met al een bijzonder gaaf programma. Hij heeft een fantastische timing, is bijzonder taalgevoelig en heeft genoeg rake grappen om het publiek twee uur lang bijna onafgebroken te laten schaterlachen. De voorstelling heeft bovendien een hoog tempo, mede door de afwisseling van typetjes, visuele grappen en conferences, waardoor je als toeschouwer voortdurend geboeid blijft.

Foto: Otto Jansen