Kiki Schippers zet de eerste vijftien minuten van haar debuutvoorstelling Wie kijkt? een verlaten, hunkerende vrouw neer. Seksbelust, wat bot en lomp, voor wie zelfs de pizzabezorger niet veilig is. Ze heeft het over vrijheid en die lijkt een tijdje niet verder te komen dan die van haarzelf. Zelfs in de soa-kliniek kan ze niet anoniem zijn en in de Efteling wordt ze door tientallen camera’s gevolgd.

Tinder en Facebook lijken haar vensters op de wereld. Weinig opzienbarend? Heb geduld. Je hebt immers als toeschouwer en toehoorder al zoveel kleine gifbrokjes en peperkorrels toegeworpen gekregen dat je al vanaf het begin voelt dat ze daar niet in blijft hangen. Naarmate Wie kijkt? vordert worden haar persoonlijke vrijheid, het vermogen los te laten, anderen te begrijpen, haar eigen schaduw voorbij te springen en zachtaardig te worden, universele boodschappen die aardig beklijven.

Schippers, opgeleid aan de Koningstheateracademie in Den Bosch, won vorig jaar de publieksprijs tijdens Cameretten. Wie kijkt? is een knappe voortzetting van het halve uur dat ze daar liet zien, geregisseerd door Wilhelmer van Efferink. Toen lag de nadruk op haar persoonlijk leed, grappig en met mooie scherpe liedjes. Want liedjes schrijven en zingen, dát kun je aan Schippers overlaten. Meer dan in haar verhalen stopt ze daarin haar gevoel, cynisme, spot en mededogen. Van ‘Er zit nog zaad op de muur (en het is van jou)’ tot ‘Erik wil een meisje zijn’, ‘Ieder krijgt vanzelf wat ie verdient’ tot het zeer onrustbarende in opzettelijk gejaagd tempo gespeelde ‘Er spoelen mensen aan (stuur ze terug!)’, ze brengt het allemaal even geloofwaardig.

Nu ze vijf kwartier de ruimte heeft, kan ze laten zien hoe dat persoonlijk leed een venijnige blik op de samenleving tot gevolg heeft. Maar ook de ontdekking dat vrijheid geen begrip is dat we allemaal delen. Voor Jan, een intelligente, leuke man met wie ze een date heeft, blijkt vrijheid te betekenen dat hij een hekje wil zetten om wat hij heeft, zodat nieuwe waarden buiten de deur worden gehouden. Schippers wordt even stevig op haar vooroordelen gewezen, want Jan blijkt fanatiek aanhanger van de PVV en niet dom en geblondeerd. En – o schrik – tot meer in staat dan een oneliner.

Het zijn sterke, vaak ook verrassende geluiden die Kiki laat horen. Het einde is fraai, met een sprinkhaan die zich vastklampt aan haar auto waarmee ze over de snelweg scheurt en tegen wie ze zichzelf hoort schreeuwen: ‘Loslaten!’ En vervolgens landt ze zelf zachtmoedig in de berm met een prachtig liedje waarmee ze ook het publiek bij Cameretten inpakte, ‘Guus we zouden trouwen’.

Foto: Jaap Reedijk