Een belangrijke vraag die beginnende kleinkunstenaars en cabaretiers zich bij het maken van hun eerste avondvullende programma zullen stellen is: hoe onderscheid ik me van de rest? Peter van Rooijen (1983), die vorig jaar de juryprijs won op het Amsterdams Kleinkunst Festival, zoekt het met zijn debuutprogramma Wat doe ik hier? in de vorm en dat doet hij met schwung.

Hij faket een black-out, waarna een voice-over zijn gedachten uitspreekt, en samen met zijn muzikant en technicus speelt hij een idiote sketch over wie welke tekst heeft – een knap staaltje verwarring zaaien op metaniveau.

Als rode draad is er het verhaal van de ‘onbekende erfenis’. De half-Javaanse Van Rooijen heeft zijn vader nooit gekend, waardoor hij verkeert in een voortdurende staat van lichte ontreddering: wat doet hij hier eigenlijk? De kleinkunstenaar ervaart het leven als een Franse filmtrailer, bekent hij; hij begrijpt er niets van – waarop een rake imitatie van die trailers volgt. Aardig is hoe hij in zijn verhaal over zijn onbekende vader speelt met de waarheid. Want is die vader nu dood of zat hij onlangs nog bij hem in de zaal? Tegelijk houdt hij zichzelf met dat spel van waarheid en verdichting wel wat makkelijk uit de wind.

Van Rooijen, die deel uitmaakt van het netwerk van muziektheatermakers Circus Treurdier en lid is van singer-songwriters-collectief Het Nieuwe Lied, lardeert zijn voorstelling met enkele muzikaal mooie liedjes op gitaar, op toetsen begeleid door Anne Punt. Nu en dan passeren sterke zinnetjes: ‘De intuïtie van een vrouw, gevoel verwarren met knowhow.’

Op andere momenten is de taal aanleiding tot woordspielerei van weinig gewicht. Dan laat Van Rooijen zijn grappen vallen zonder ze de zaal in te smashen. Op die momenten krijg je het gevoel dat hij zich nog iets meer over de inhoud van zijn voorstelling zou mogen buigen. De aardige vorm, de sterke performance en de mooie muziek maken nieuwsgierig naar wat Van Rooijen nu echt te vertellen heeft.

Foto: Ingvild Molenaar