Wat ooit begon als een eenmalige inzamelactie voor ziekenhuizen in ontwikkelingslanden is vijfendertig jaar later nog altijd springlevend en heeft nu zelfs een heuse musical. Programmamaakster Flory Anstadt zal in 1980 niet vermoed hebben hoe groot en blijvend het succes van Kinderen voor Kinderen zou zijn. En al allemaal niet hoeveel onverwoestbare hits uit haar idee zouden voortkomen.

En hits krijgen we: van Hahaha je vader tot Boekenwurm, van Hallo wereld tot Meidengroep, van Wakker met een wijsje tot Klaar voor de start. Natuurlijk ontbreekt ook Ik heb zo waanzinnig gedroomd niet, net zomin als het lied dat bij het vorige jubileum werd uitgeroepen tot het beste Kinderen voor Kinderen-lied ooit: Op een onbewoond eiland – al wordt dit nummer aan het eind van de voorstelling er een beetje met de haren bijgesleept.

Dat gebeurt in het script van Roeland Fernhout (Toneelgroep Amsterdam) en producent Ulrike Bürger-Bruijs helaas vaker. Het verhaal rondom hoofdpersonage Guus, die met zijn moeder is verhuisd naar een andere stad, is goed uitgewerkt en kent een mooie spanningsboog. Langzaam wordt duidelijk wat zijn geheim is, waarbij vader Leo (Niels Gooijer) een sleutelrol speelt. Guus doet alles om zo goed mogelijk voor zijn moeder (Lotte Noordanus) te zorgen, maar heeft het moeilijk op de nieuwe school waar pesten gewoon is. Als laatste redmiddel zet de autoritaire directeur Hendrik van Kampen (Ian Bok) Project M van muziekleraar Augustus (een mooie rol van Steyn de Leeuwe) in.

De verhalen van de andere kinderen in de klas worden afgeraffeld. En dat is jammer, want veel zware thema’s worden nu slechts aangestipt, waarna elk probleem snel wordt weggezongen. Gezien het enorme rijke repertoire waaruit geput kan worden, is zelfs met louter hits een spannender voorstelling mogelijk. En dat kinderen de schaduwkanten niet uit de weg gaan is evident: de onderwerpen voor de liedjes worden al vijfendertig jaar vooral door kinderen zelf aangedragen. Je kunt nu eenmaal niet alles een, twee, drie oplossen met een wijsje, zelfs niet in het theater.

Waanzinnig gedroomd blijft zo te braaf en ontbeert het avontuurlijke randje dat het beste jeugdtheater zo boeiend maakt. Toch is de musical meer dan louter een veilige feelgoodvoorstelling voor de hele familie. Daarvoor zijn de arrangementen van Carlo van der Put te verrassend. Het titelnummer wordt een tango, Hahaha je vader krijgt een kaal rockarrangement en Klaar voor de start een passend reggaejasje. Nog leuker is dat de volwassen acteurs zelf musiceren, in een eenvoudig maar zeer effectief decor van metersgrote verhuisdozen die soepeltjes veranderen van een klaslokaal in een woonkamer of keuken. Maar de hoofdrol, en zo hoort het bij Kinderen voor kinderen, is ook in Waanzinnig gedroomd weggelegd voor de tientallen jongeren (elke rol is tenminste viermaal gecast) die de harten van het publiek veroveren.

Waanzinnig gedroomd is de eerste eigen productie van Cook a Dream, dat in samenwerking met Joop van den Ende succesmusicals als Hij gelooft in mij, Petticoat en Ciske de rat ontwikkelde. Hopelijk durven ze in de toekomst meer risico te nemen, want deze Kinderen voor Kinderen-musical verdient een vervolg.

Foto: Jan Veenhof