Met Voorjaarsontwaken presenteert dansproductiehuis Korzo in Den Haag vier choreografen en een choreografenduo. De meeste van hen hebben op hoog niveau gedanst of doen dat nog. Eentje heeft een circusopleiding. Vier van de zes dansen hun eigen choreografie, de anderen kunnen die goed overbrengen op anderen.

Hij moet er al even zijn, maar plotseling krijgt iedereen het door en valt de foyer stil: Rutkay Özpinar schrijdt als een parelhoen door het publiek op de statige barokmuziek van Buonamente. Handen langs het lichaam, met een slordige greep bloemen erin. De afgewogen, langzame bewegingen gaan langzamerhand over in gewrongen, maniëristisch of galant bewegingsmateriaal – soms als een zwaan, soms als een marionet. Met Various States Of Mind haalt Özpinar de sfeer van een decadent hof de foyer van Korzo binnen. Een smakelijke opmaat voor wat komen gaat. Later gaat hij daarop nog eens verder in de grote zaal.

Daar belicht Ryan Djojokarso opkomst, bloei en ondergang van een relatie in On Hold, deel drie uit de serie. Off-stage hoor je het stel al ruziën, en hoewel ze de schijn tegenover het publiek proberen op te houden, druipt vooral bij haar de afkeer van haar gezicht. En toch, zelfs als ze elkaar in het gezicht slaan, doen ze dat niet zonder liefde. Luca Cacitti en Aimée Lagrange zijn behalve uitstekende dansers ook prima acteurs: dit zijn mensen die veel met elkaar kunnen en nog niet klaar met elkaar zijn. Hun ingehouden glimlachjes zijn tamelijk onweerstaanbaar. De relativering en de humor zitten behalve in hun beweging en spel ook in de muziek: liefdesliedjes van rond 1960, vaak bitter, maar met zoete melodietjes. ‘Breaking Up Is Hard To Do’, ‘Crying In The Rain’, ‘The First Cut Is The Deepest’, dat werk.

Het volgende boeiende duet, Then, Before, Now, Once More, ademt ook de vertrouwdheid van mensen die een gemeenschappelijke geschiedenis hebben. Net zoals het vorige stel hebben Ema Yuasa en Jefta Tanate een rijk arsenaal aan bewegingen waarmee ze aan elkaar vastzitten of juist hun zelfstandigheid laten zien, aangedragen door choreograaf Antonin Comestaz. Zijn stuk is abstracter dan dat van Djojokarso, ook door de muziek van Aphex Twin, Robert Lippok en Nicolas Jaer, al komt ook hier voorzichtig wat slapstick om de hoek. Vooral Tanate weet daar wel raad mee.

De relativering van de vorige stukken ontbreekt grotendeels in (een deel uit) Breakaway van Ema Yuasa en Kenta Kojiri. Ze dansen hun eigen choreografie met grote intensiteit. Dramatische belichting en blackouts, waarna de dansers vanaf een ander standpunt verdergaan, missen hun effect niet. Om beurten bezwijken ze, daarna is het alsof ze elkaar steeds voor de poorten van de hel wegslepen. Gaandeweg komt er minder sidderende wanhoop en meer elegantie in hun bewegingen.

Louis Thuriot gaat in zijn zelf gedanste solo Balance in op wat de gemeenschap van je vindt en hoe je je daarnaar gedraagt. Dat maakt een beetje een clown van je; een ongemakkelijk uitgangspunt. Uiteraard puilt het verzet soms naar buiten: Thuriot roept met enig geweld zijn wijzende vinger en zijn grimassen tot de orde. Zo barst zijn behagende solo soms uit zijn kaders van beheersing, wat de prettige dans een intrigerende spanning meegeeft.

Camiel Corneille ten slotte studeerde beeldende kunst in Utrecht en circus in Rotterdam. Dat leidde tot de solo Lapse: aan, in, op en om een statief van een meter of vier hoog met twee lussen die in het midden vanaf de top naar beneden hangen. Corneille legt een, volgens de gedachte van het nouveau cirque, logisch verband tussen dans en circus, acrobatiek en esthetiek, sport en kunst. En passant herdefinieert hij paaldansen, en als een trotse haan sluit hij een geslaagde dansavond bovenop zijn piramide af.

Foto On Hold: Rob Hogeslag