Een voorstelling aankondigen als ‘romantisch drieluik met diner’ en de titel Volle maan scheppen bepaalde verwachtingen. Het klinkt als een avond met drie verhalen over de liefde, die elk op een eigen manier bijdragen aan een overkoepelend geheel. Toneelgroep De Appel zet het publiek echter graag op het verkeerde been, want de ondertitel blijkt te slaan op het tijdperk waarin de mens zich vrijvocht van God en het eigen lot in handen nam, ook de Romantiek genaamd.

Het gezelschap van Aus Greidanus sr. heeft in Volle maan geen concessies willen doen. De avond bestaat uit Voorbij de liefde (naar Gabriel García Márquez), Isabelle Eberhardt, rekoefeningen (naar Eberhardt) en Schiller opus (naar Schiller). De drie stukken verschillen behoorlijk van elkaar, maar hebben vrijheid als gezamenlijk thema. Een nogal breed onderwerp waarvoor – zo het lijkt – drie totaal willekeurige stukken uit drie verschillende eeuwen zijn gekozen. Er wordt zowel gebruik gemaakt van videoprojecties, live muziek en geluidseffecten als van lichtbalken die jaartallen aanduiden, gekke maskers, heen en weer slingerende kabels en diaprojectoren. De speelstijl is zeer grotesk en het stuk wordt voornamelijk verhalend verteld, wat inleving behoorlijk in de weg staat. De personages vertellen grotendeels wat hen overkomt, waardoor je flink moet opletten om het verhaal te blijven volgen. Alles bij elkaar maakt het de avond tot een vermoeiende zit.

Wel is er een kwaliteitsverschil tussen de drie stukken waarneembaar. De eerste, Voorbij de liefde in regie van Geert de Jong, is in elk opzicht een misser. Aus Greidanus jr. voegde twee verhalen van Márquez samen tot een geheel, wat echter blijft voelen als twee aan elkaar geplakte verhaallijnen. Het noodlottige leven van het meisje Eréndira, dat leeft onder het juk van haar dictatoriale schoonmoeder, wordt nergens invoelbaar terwijl ze de gruwelijkste dingen meemaakt. Haar verhaal wordt ondersteund door projecties en muziek, die volledig figuratief zijn ingezet. Het afbranden van het huis door Eréndira’s schuld wordt zowel met enorme geprojecteerde vlammen uitgebeeld als met het geluid van een knisperende, donderende vlammenzee. Rode rozen rood kleuren; dit staat elke vorm van verbeelding in de weg.

Het middelste stuk Isabelle Eberhardt, rekoefeningen in regie van Judith de Rijke voelde als een verademing na het opgesmukte eerste deel. De vier actrices proberen het ware verhaal van Eberhardt boven tafel te krijgen, een Russische aristocrate die aan het eind van de negentiende eeuw verkleed als moslimman de woestijn van Noord-Afrika intrekt. Met naambordjes, papieren mutsen en een frisse (maar ook weer niet echt vernieuwende) speelstijl belichamen ze de mensen die Eberhardt in haar leven tegenkomt. Het is allemaal best aardig en vooral Nadia Amin en Marguerite de Brauw zijn een genot om naar te kijken met hun fysieke speelstijl en grappige imitaties, maar ook hier weten ze de essentie van het stuk niet te raken.

In deel drie is Aus Greidanus jr. zeer de moeite waard, net als de werkelijk adembenemende zang van Nadia Amin en de livemuziek van accordeoniste Marieke Grotenhuis en altvioliste Maartje van Lent. Het verhaal van Schiller, die zich opwerkt van legerarts tot schrijver van invloedrijke stukken, is in essentie interessant. En ook dit deel kent onderhoudende elementen, met een grote rol voor een houten kast met talloze deurtjes waar acteurs achter verdwijnen. Maar ook hier heeft regisseur David Geysen te veel elementen in een stuk van een uur willen stoppen.

Waar De Appel absoluut in uitblinkt is het aanbieden van een compleet verzorgde avond uit. Als brood en spelen van de eenentwintigste eeuw maakt het gezelschap met marathonvoorstellingen als TantalusTuin van Holland en Herakles (winnaar van de Toneel Publieksprijs 2012) theaterbezoek tot een plezierig uitje. Het heerlijke diner voelde echter als het hoogtepunt van de avond met de voorstellingen als liflafjes tussendoor, en dat lijkt me toch niet de bedoeling.

(Isabelle Eberhardt, rekoefeningen, foto: Leo van Velzen)