‘Zo’n man die niet helpt met de boodschappen maar zich er wel mee bemoeit.’ Zomaar een typering uit het eerste avondvullende programma van Louise Korthals (1984), die zich nestelt in je hoofd. Deze cabaretière, zangeres en winnares van het Amsterdams Kleinkunst Festival 2011 wil het liefst alles wat haar dierbaar is verpakken in bubbeltjespapier. Na het zien van Vlieguur weet je: wij moeten Korthals zelf verpakken in bubbeltjespapier.

Ze oogt nogal druk, met haar rondzwiepende lichaamsdelen die alles wat ze zegt lijken te willen onderstrepen. Daar zwaaien die armen weer, die handen, die benen in dat gekke korte glitterbroekje. Maar dan klautert ze op de vleugel en zingt een liedje. Stil, klein met een stem die je meevoert. Dan vergeet je bijna te luisteren naar de woorden die over haar lippen stromen, hoewel het toch zeker geen makkelijk in elkaar geknutselde liedjes zijn, die ze hier laat horen. Korthals blinkt uit in originele rijmparen, ze is lenig met taal, ritmisch klopt het allemaal als een bus.

Ze staat niet alleen op het podium, onder dat lullige trosje schemerlampjes. Korthals wordt begeleid door Erik Verwey op piano en Carel den Hertog op viool, twee jonge muzikanten die zichtbaar lol hebben in haar strapatsen. Wat niet zo gek is. Korthals’ persiflage op een bezoek aan een Applewinkel is buitengewoon geestig, de manier waarop ze vertelt over de aanrijding door een scootmobiel meesterlijk. ‘Het eerste wat ik dacht toen ik dat kunstgebit naast me op straat zag liggen: ik heb iemands lievelingsoma vermoord.’

In Vlieguur mixt Korthals persoonlijk engagement met mooie liedjes. Ze springt van de hak op de tak, maar net als je je afvraagt waar het heengaat slaat ze een bruggetje, creëert samenhang. Ze is in staat in een enkel moment te switchen van uitbundige grap naar stille ontroering. Ricky Koole, denk je als je haar hoort zingen. Sanne Wallis de Vries, als ze die Applestore binnengaat. Dat alles overgoten met een onbesuisd soort energie en dat ongrijpbare eigene dat talent onderscheidt.

Korthals heeft het gevoel beheerst te worden door Facebook en haar mobiel. Rotmomenten die ze wel eens heeft, heeft haar Facebookprofiel nooit, daarmee gaat altijd alles goed. Maar dat profiel is vast niet in staat poëzie te zien in een fiets tussen een stel vespa’s op zonne-energie. En dat ziet een oma op een po-stoel niet veranderen in een oma op een troon. Om dat te kunnen zien heb je een bijzondere blik nodig. Korthals heeft die blik. We kunnen toch ook gewoon een beetje waardig vooruit met z’n allen, vindt ze. ‘Trek je fiets uit de modder en rij met dat ding.’

Vlieguur voelt als een medicijn tegen cynisme.

(foto: Astrid Verhoef)