Alles loopt uit de hand tijdens een nachtelijk feestje in een apotheek. Met Viejo, solo y puto toont de Argentijnse regisseur Sergio Boris een hyperrealistisch werk dat de duistere kanten toont van een maatschappij. Het spel mag dan virtuoos zijn, de voorstelling zelf kent een weinig verrassende ontwikkeling.

Op de open stellages, die in schuine lijnen georganiseerd op het podium staan, liggen de medicijnen rommelig opgestapeld. Ergens tussen de ijzeren rekken hangt een gordijn. Pas na een poosje komen ze tevoorschijn, twee travestieten met zwaar opgemaakte ogen, vette lippenstift en pruik. Een van hen paradeert demonstratief tussen de stellingen, de ander neemt verstilde poses aan. Intussen hebben we al kennis gemaakt met een nerveuze vertegenwoordiger, die duidelijk aangeschoten is. Alleen de nuchtere apotheker lijkt alles nog op een rijtje te hebben. Net als zijn broer, die halverwege de nacht schuchter komt binnenwandelen.

De afhaalpizza smaakt fantastisch en het bier vloeit rijkelijk – details die iets vertellen over het milieu waarin we verkeren – de arme gasten laten het zich welgevallen. Zo is het ook met de hormoonspuit die met veel zorg en gevoel voor erotiek door de apotheker wordt toegediend. De sfeer van Viejo, solo y puto doet denken aan de films van Aldomovar. Met een verschil, in zijn filmpersonages ga je als kijker vanzelfsprekend op. In dit toneelstuk blijven we op afstand kijken naar een tafereel dat voorspelbaar uit de hand loopt. Behalve het bier en de hormonen, worden door het hele gezelschap namelijk ook steeds meer pillencocktails geslikt.

Je ziet vage vrijages voor of achter het gordijn, bloed sijpelt uit een mond, woorden lopen uit op ruzies en een van de travestieten stort ter aarde; de nacht wordt alsmaar donkerder. Het weinig verassende scenario zit boordevol clichés. Er wordt goed gespeeld, maar in zijn geheel overtuigt de voorstelling te weinig. Het Rotterdamse Festival De Keuze toonde eerder spannend theater uit Buenos Aires, denk aan de voorstellingen van Mariano Pensotti. Ook Africa van Luis Biasotto, dat later deze week in het festival is te zien, is origineel. Waarom Viejo, solo y puto helemaal naar Rotterdam werd gehaald, is mij enigszins ontgaan.

Foto: Catherine Antoine