Een ’theaterspektakel’ noemen de makers van Vertellingen van 1001 nacht hun bewerking voor Het Zuidelijk Toneel van de Arabische volksverhalen over liefde, seks, geweld, dood en mystiek. Inderdaad, bij de smeltkroes van toneel, muziek, circus en een vleugje cabaret, die zaterdag in première ging in Tilburg, kom je ogen en oren tekort. In het geval van die ogen is dat vooral dankzij de inbreng van The Ashton Brothers geweldig, maar dat je vaak ook oren tekort komt, is niet altijd even geslaagd.

De verhalen uit 1001 Nacht zijn als sprookjes populair geworden in de Westerse wereld, maar zijn in oorsprong helemaal geen brave kinderverhaaltjes. Scenarioschrijver Peer Wittenbols en regisseur Matthijs Rümke keerden samen met Marc Marie Huijbregts en John Buijsman, de vier mannen van de Ashton Brothers en drie actrices van Het Zuidelijk Toneel terug naar de oervorm. Het Eftelinggehalte daarvan is, op zijn zachts gezegd, nogal laag. Deze speelse bewerking vol verwijzingen naar de hedendaagse werkelijkheid, met grove en subtiele humor en met erotische toespelingen is een pretpark voor vijftien-plus.

De voorstelling van twee uur is als een stripverhaal waarin diverse verhalen zich tegelijkertijd afspelen op diverse niveaus in het fraaie, zwarte en strakke maar toch Oosterse decor. Die verschillende verhalen worden door Sheherazade (Huijbregts) verteld aan de sultan (Buijsman), voor wie zij de 1001ste bruid is en die net als haar voorgangers, na haar ontmaagding in de huwelijksnacht, ter dood zal worden gebracht. De sultan is vrouwen gaan haten nadat hij door zijn grote liefde is bedrogen. Maar de vleselijke lusten versmaadt hij niet. Om aan haar tragisch lot te ontkomen verzint Sheherazade het ene verhaal na het andere.

In de regie van Rümke is de voorstelling mooi om naar te kijken, pikant en ondeugend gebracht en niet al te serieus met Huijbregts als een karikaturale, verleidelijke Sheherazade. Maar de overdaad aan tekst doet de voorstelling te vaak inzakken. En al wordt het leeuwedeel ervan door een schalkse Huijbregts voor zijn rekening genomen, af en toe ervaar je toch de behoefte het even aan je te laten voorbijgaan. Maar gelukkig zijn daar dan telkens weer The Ashton Brothers, die de voorstelling en de toeschouwers weer rechtop zetten. Geen groep had in deze vertellingen beter gepast: multi-inzetbaar als muzikanten naast de drievrouwsband, als de zeer grappige dienaren van de sultan, als minnaars in de verhalen van Sheherazade, als mensapen die over het toneel slingeren en het publiek daarbij bijna een collectieve hartverzakking bezorgen, als dwergen en als acrobaten op het slappe koord, compleet met een ingenieuze rolstoel. En dan stap je toch met en glimlach het theater uit.