De première van Once upon a time van Sara Wiktorowicz was een intieme aangelegenheid: zo’n dertig man – en een hond – wist afgelopen zaterdag het podium van Dansmakers op het Gedempte Hamerkanaal in Amsterdam te vinden. Het was dan ook meer een première in de ruime betekenis van het woord: voor Dansmakers Amsterdam voegde Wiktorowicz drie eerder gecreëerde stukken samen tot Once upon a time, een ode aan de ouderdom en aan grootmoeders.

Het begon in 2008 met Grandmother, een solo gebaseerd op de herinneringen van danseres Francesca Foscarini aan haar eigen grootmoeder. Daarna volgde Wom, waarin Wiktorowicz zelf de dialoog aanging met een video die filmmaakster Dinanda Luttikhedde maakte van haar grootmoeder. Het duet Where is Divina? ten slotte gebruikt materiaal uit de dansklasjes die Wiktorowicz in Italië gaf aan groepen grootmoeders.

Ouderdom is een thema waaraan maar weinig dansmakers zich durven wagen. Het schuurt met het beeld dat we van dans en dansers vaak hebben: viriele en virtuoze lichamen die zich in onvoorstelbare bochten wringen. Wiktorowicz ging samen met Foscarini op zoek naar een specifieke bewegingstaal, eentje waarin niet alleen de fysieke elementen maar ook de herinneringen van de grootmoeders tot leven komen.

Heel voorzichtig beweegt Francesca Foscarini zich aan het begin door de ruimte, alsof ze zoekt tussen haar herinneringen die als afgedankte kleren over de vloer zijn verstrooid. De grootmoeder van Luttikhedde kijkt vanaf het projectiescherm toe. Later worden de bewegingen meer letterlijk: als twee schoolmeisjes boemelen Foscarini en Wiktorowicz over het toneel, als cheerleaders springen ze in de lucht. Er wordt gedanst, er wordt gesport (de tweede keer met iets minder overtuiging). Heden, verleden en toekomst lopen in elkaar over, geholpen door sterk lichtgebruik en een hypnotiserende soundscape van Matteo Maffesanti.

Het idee van tijd werkt ook voor de dansers zelf. Ook zij zijn ouder en anders dan toen ze zes jaar geleden aan Grandmother begonnen. Ook zij zijn de tijd van basisschoolvriendschappen en cheerleading alweer lang voorbij. Ook hun halfnaakte lichamen tonen, hoe minimaal ook, de tekenen des tijds.

De overgangen tussen de stukken zijn naadloos. Toch is de korte tijd die er was om van drie stukken een te maken – wegens overvolle agenda’s duurde de residentie slechts twee weken – er wel aan af te zien. De drie werken hebben een overkoepelend thema, maar er mist nog een voortdrijvende kracht. Het blijven anekdotes, flarden herinneringen. Dat past natuurlijk bij het onderwerp, maar als kijker verwacht je toch iets meer.

Foto: Paolo Porto