Het heelal is een gedeelde interesse, bleek uit de buitenaardse wezens en het sterrenstelsel op het toneel in drie choreografieën die verder geheel van elkaar verschilden. Wellicht symbolisch voor de reikwijdte die Up & Coming Choreographers Natália Horečná, Joeri Dubbe en Jiří Pokorný in hun werk willen nastreven. Met het programma van deze voormalig NDT-dansers in een samenwerking van Korzo producties en het Nederlands Danstheater werd de nieuwe editie van het Haagse Cadance festival afgetrapt. Een troef die de Up & Coming Choreographers daarbij in handen hebben, zijn de jonge danstalenten van NDT2.

Met Das Affentheater geeft choreografe Natália Horečná de fantasie van de toeschouwer vrij spel. De verwikkelingen van elf uiteenlopende personages lopen door elkaar heen, van een man in hemd en boxershort met een buikje, een vrouw met krulspelden en een werkschort, tot tegenpolen in wit en zwart en buitenaardse wezens. Horečná volgt met haar danstheater de voetsporen van Lightfoot León. Aanvankelijk fascinerend, Horečná lijkt met Das Affentheater misschien te veel te willen vertellen.

Dan zijn de keuzes van Joeri Dubbe in Trigger happy scherper. Langzaam komen de voorover gebogen lichamen op gang en bewegen zij zich voort. Als de lichtwand van Tom Visser eenmaal over de dans schijnt, komt een andere energie vrij. In het op 2001: A space Odyssey geïnspireerde Trigger happy volgen worstelingen tijdens een aantal krachtige duetten. Maar ook de intrigerende solo van Meng-Ke Wu, waarbij zij met haar rug naar het publiek danst, dwingt bewondering af.

Jiří Pokorný presenteert zijn dansers in portretopstelling, keurig zittend en staand, de blik strak op het publiek gericht met een eenling op de achtergrond. Maar nog voor de duisternis intreedt worden zij geblinddoekt. Een spannend begin van zijn voorstelling Doze, die zich tussen slapen en waken afspeelt. Als de sterke spots weerkaatsen op een discobol-muts en duizenden lichtbundels door de zaal en over de tribune stralen als een heldere sterrennacht blijkt dat de kracht van Pokorný’s stuk vooral in een aantal sterke beelden zit.

Duidelijk zichtbaar in het openingsprogramma van Cadance is waar de choreografen vandaan komen. Vooral bij Horečná en Pokorný is het dansvocabulaire van de NDT-school diepgeworteld. Dubbe, al een aantal jaren werkzaam onder de Korzo-vlag, vaart daar minder op en overtuigt het meest met zijn eigenheid.

(foto: Joris-Jan Bos)