De Italiaanse choreograaf Alessandro Sciarroni creëerde een voorstelling met vier jongleurs en een muzikant. Untitled is een bijna perfecte symbiose tussen jongleren, dans en muziek. Sciarroni analyseert het vak van de jongleurs en laat hun kegels door de lucht dansen. De kijker wordt meegevoerd in een aangename trance, die nog veel langer had mogen duren.

Untitled – de titel is een verwijzing naar de beeldende kunst. Zonder veel commentaar of poespas – als een ready made – laat Alessandro Sciarroni zijn publiek kijken naar de vaardigheden van zijn vier jongleurs. Langzaam bouwt hij de voorstelling op, want aanvankelijk komen er nog maar weinig kegels aan te pas. In lichtegekleurde vrijetijdskleding komen vier jonge mannen op, verspreid door de ruimte nemen ze een positie in. We krijgen alle tijd om hun gestalten te observeren, tot een van hen een kegel in de hand neemt, deze in de lucht gooit en weer opvangt. De handeling wordt vele malen herhaald en het geluid ervan creëert een eigen ritme. Dan nemen, een voor een, ook de drie andere jongleurs een kegel in de hand en krijgt het geluid bijval, soms in hetzelfde ritme, vaak in een tegenritme.

Sciarroni’s werk was al eens eerder in Nederland te zien. Frankenstein, een korte choreografie met een cast van jongeren, speelde dit najaar tijdens de Nederlandse Dansdagen in het Maastrichtse Bonnefanten Museum. Twee jaar geleden toonde Julidans Folks, een choreografie waarin de Italiaan de sterfelijkheid van de volksdans onderzocht door een Schuhplatter Tanz – een Tiroolse dans – eindeloos te herhalen. Het publiek mocht zelf bepalen wanneer het de zaal wilde verlaten. Het concept viel niet bij iedereen in goede aarde. Sciarroni’s wortels liggen in de beeldende kunst en dat is te merken, ook Untitled heeft een conceptuele insteek. Het principe van de voorstelling is eenvoudig, maar Sciarroni geeft een unieke kijk op het jongleren. Hoe geruisloos kun je een kegel opvangen? Untitled toont het zonder poeha en met veel gevoel voor muzikaliteit.

Een kegel wordt toegevoegd en na een poosje nog een derde en een vierde. De vier jongleurs gooien ze behendig, al dan niet synchroon, door de lucht en zeer nauw kunnen we de techniek bestuderen die daaraan te pas komt. Zijwaarts, achterwaarts, bovenlangs, onderlangs; elke handeling vraagt om specifieke coördinatie en armbeweging. De vier inmiddels zwetende jongleurs tonen het ons stap voor stap. Dat klinkt misschien wat langdradig, maar dat is het zeker niet. Dankzij de meditatieve exercitie krijgt de toeschouwer namelijk oog voor elk detail en zo zien we vooral vier unieke jongleurs, met ieder hun eigen differentiatie, hun individuele motoriek, inspanning en benadering. Intussen zingen de kegels zich los van hun bestuurders en dansen de objecten bij tijd en wijle met veel gratie door de ruimte.

Een jongleur ben je voor het leven. Het is een vak waarvoor je eindeloos veel jaren oefent, toch wordt het zelden beschouwd als een serieus beroep. Sciarroni rekent af met dat misverstand en duikt in het vakmanschap van zijn jongleurs. I will be there when you die luidt zijn ondertitel. Valt er een kegel op de grond, dan is dat een moment voor de jongleur om bij stil te staan en zo gaat de voorstelling lijnrecht in tegen de bestaande codes. Niets wordt verhuld, alles is transparant. Wel sluipt in de muziekcompositie van Pablo Esbert Lilienfeld, die live componeert en is geïnstalleerd aan de rand van het speelvlak, langzaam wat drama. Zijn soundscape is aanvankelijk uitermate sober met spaarzame pianotonen, die zich vermengen met de opnamen van het live geluid. Maar door de toenemende gelaagdheid van de soundscape en het opzwepende ritme waarmee Lilienfeld de jongleurs confronteert krijgt de droge analyse toch nog een licht dramatische toon.

Sciarroni laat zijn jongleurs naar elkaar kijken en eindigt met een klassieker. De individuele handelingen worden doorbroken en een gezamenlijk patroon ontstaat waarin de kegels tussen de jongleurs heen en weer vliegen. Een duet wordt een kwartet. Schaduwlicht vermenigvuldigt de silhouetten van de jongleurs. De ruimte vult zich met rondvliegende kegels en het is alsof we te maken hebben met een compleet corps de ballet. Dan is het plots gedaan met de heerlijke trance. Er rest niets meer dan te ontwaken, met gezonde tegenzin weliswaar.

Foto: Andrea Pizza