De muziek van rockband King Jack knalt de zaal van de Rotterdamse Schouwburg lekker in bij aanvang van het  Twools-programma. Toch heeft choreograaf Ed Wubbe zich niet laten verleiden om hier met dezelfde rauwe energie op te reageren. Zijn antwoord in dans is sterk, zijn analyse van de muziek doortastend en zijn aanpak van de korte choreografie subtiel.

Prachtig uitgewerkte handgebaren, gepolijste eigentijdse dans waar je in een draaiend bovenlichaam of de armbewegingen van danseres Maya Roest misschien een vleugje Flamenco als inspiratiebron zou kunnen ontwaren. Slepend, vliegensvlug of in stilstand, ook door de tempowisselingen van de dansers weet Wubbe een goed evenwicht van dans en muziek te bereiken.

Oud-Scapino-danser en So you think you can dance-jurylid Jan Kooijman gaat in zijn nieuwe choreografie de krachtmeting met King Jack later in het programma juist wel aan, wat qua timing niet overal even goed uitpakt. Kooijman comprimeert in het korte stuk film, een bekende breakdanser, een dynamisch groepsstuk en een verhaallijn over een driehoeksverhouding tot een geheel. Ondanks een aantal virtuoze dansfrasen in zowel de solo’s, duetten als het groepswerk, is het geheel te veel ingevuld om de spanning vast te houden.

In de samenstelling van zijn veertiende editie van Twools – de jaarlijks terugkerende Scapino-seizoensafsluiter met tien korte choreografieën samengebald in een anderhalf uur durend non-stop-programma – heeft artistiek leider Ed Wubbe heel wat moois te bieden. Zoals de danstaal in Mind the gap van Pedro Goucha Gomez, met drie uniform geklede mannen en een vrouw en een berg sneakers verspreid over het toneel, die stampvoeten, balanceren en hun krachten meten in een fascinerende choreografie. En het minimalistische Par la main van Loïc Perela waarin vijf vrouwen schoorvoetend afwisselend een linker- of rechtervoetje vooruitzetten om later van lopen en joggen over te gaan tot rennen, repetitief als in een ritueel waarin sporadisch de wilskracht of een lichaamsdeel de regie overneemt met een korte ontsporing tot gevolg. Ook de tekstloze, maar theatrale solo door Bryndis Brynjolfsdottir van Maria Voortman en Roberto de Jonge doet je naar meer danskunst van dit duo verlangen.

Twools 14 is een geslaagde editie van dit risicovolle programmaconcept, niet in de laatste plaats door de fantastische dansers die schijnbaar moeiteloos schakelen tussen al die verschillende esthetiek en bewegingstalen. En hoe uiteenlopend de stukken ook zijn, de kwaliteit van de meeste choreografieën is hoog genoeg om de toeschouwers meteen mee te nemen in een nieuwe richting.

Foto: Hans Gerritsen