U en ik schijnen gemiddeld zo’n 4.500 spullen te hebben. Met een keukenla, een garderobe, een boekenkast en een gereedschapskoffer ben je al een heel eind op weg. Toch schijnen Thaise monniken het met acht dingen af te kunnen. Die onthechting spreekt de Haagse verpleegster Barbara aan. Ze doet serieuze pogingen om van haar overtollige rommel af te komen, maar dat is nog best lastig, vertelt de geestige voorstelling Troep van Firma Mes. Materie is namelijk emotie.

Troep speelt in een decor als een kringloopwinkel. Van alles is er te zien, van aardbollen via een kerstverlichtingsrendier tot zwemvliezen. Barbara probeert van haar spullen af te komen omdat ze vindt dat ze te zwaar leeft. Maar dan wordt ze weer jarig en komt er een lieve vriendin met een enorm leuk vormgegeven kattenvoerbakje aanzetten. Hoe zorgvuldig Barbara ook probeert uit te leggen dat ze het een leuk cadeau vindt, maar dat ze probeert met minder materie beladen door het leven te gaan, de geefster is toch beledigd.

Goedbedoelde zooi hebben we allemaal wel in de kast staan. Onze relatie met spullen is nooit zomaar die van mens tot ding, vertellen de spelers van Firma Mes, het gaat altijd minstens om mens-ding-mens. In zo’n complexe verhouding kan er veel misgaan en er valt veel te interpreteren. Wat wil iemand zeggen die een even dure als verantwoorde Eames-stoel heeft?

Daan van Dijsseldonk, Roos Eijmers en Lindertje Mans richten zich op de haken en ogen van bewuste bezitsvermindering. Dat brengt ze behalve bij Barbara bij haar man Rob, die grote moeite heeft met de nagestreefde leegte, bij de Amerikaanse variant (een lijst van honderd essentiële dingen, die begint met yogamat en zonnebril), opruimcoach Mineke met haar Ohio-principe (‘only handle it once‘), ex-Elsevier-directeur Petra Hubbeling die vanuit haar boeddhistische inspiratie een zwervend bestaan leidt en nu Shinshi heet (standvastig voornemen), en langs de uitspraak van Etty Hillesum dat je op elke plek van deze aarde thuis bent wanneer je alles in je draagt. Die verkenningen leveren geestige, onderhoudende scènes op waarin de acteurs snel schakelen, to the point geregisseerd door Thomas Schoots. Met zijn vieren schreven ze de tekst van de voorstelling.

Trippers, de vorige voorstelling van de drie Mes-acteurs, had een totaal andere sfeer. Ik moest even controleren of het inderdaad dezelfde acteurs waren die de na hun eindexamen uitspattende pubers speelden. Dat zegt iets over hun veelzijdigheid.

Hoewel Barbara helemaal geen boeddhistische scherpslijper is, roept het extreme van de achtspullenregel ook heftig verzet op. Lindertje Mans maakt er een virtuoos tierend nummer van, dat doet denken aan de hysterische uitersten van de Zwarte Piet-discussie. Sussen helpt niet, aan haar been hangen ook niet. Ze is niet te stuiten. Het levert haar een verdiend open doekje op.

Foto: Joris-Jan Bos