Wanneer je dans loslaat op een kunstwerk, heet dat een interventie. Zo noemt museum Boijmans van Beuningen tenminste To come between van choreograaf en danser Connor Schumacher. Hij en danseres Majon van der Schot, actief bij Dansateliers, gaan de dialoog aan met de prachtige installatie Notion motion van Olafur Eliasson.

Water en vuur (in dit geval zijn minder rigoureuze broertje licht), je kunt er uren naar kijken. Bezoekers van de installatie Notion motion van Olafur Eliasson in Boijmans van Beuningen gaan opvallend vaak zitten bij de waterbassins die hij gebruikt om steeds veranderende weerspiegelingen op de muren te kaatsen.

In de eerste plaats: ga daar naar kijken. Het is een prachtig spel. Mensen kunnen er invloed op uitoefenen door op planken te trappen die in contact staan met de waterspiegel en zo rimpelingen veroorzaken. In een ander bad hangt een spons die druipend opgehesen wordt en weer neerplonst.

Bij de derde variant wordt gedanst. Het strijklicht op het water in de ene ruimte valt door een spleet in een muur en veroorzaakt een meer of minder golvende lichtstreep op de muur van een andere zaal. Het concept brengt met zich mee dat het er nogal donker is, dus de dansers kun je maar beperkt waarnemen. Afhankelijk van hun positie vangen ze een streep licht – op hun borst, op hun hoofd, op hun benen – en dat veroorzaakt weer schaduw op de muur.

In het donker stellen een vrouwen- en een mannenstem vragen over kunst, kijken en reageren, die Schumacher, Luis Rios-Zertuche en Maaike Schuurmans hebben bedacht. Ze zijn nogal omfloerst versterkt, wat ze lastig te verstaan maakt. Soms gaat het over een ander kunstwerk van Eliasson, Kissing earth, twee immense kussende wereldbollen die hij ontwierp voor het nieuwe stationsplein van Rotterdam. Door de oppositie ertegen werd het ontwerp eerst kleiner, later werd het plan helemaal afgeblazen.

Door de akoestische belemmeringen werkt deze interventie zal ik maar zeggen niet zoals waarschijnlijk bedoeld is: anders gaan nadenken over in dit geval kunst. Want dat is een interventie: een ingreep die een gedragsverandering veroorzaakt. Die woordkeus is hier nogal overmoedig.

De voorstelling maakt de invloed van een ander element wel heel duidelijk: de muziek. Swan lights van Antony and the Johnsons en een deel uit The planets van Gustav Holst zijn lekker waterige stukken die goed passen bij de sfeer. Het schallende koper van het banale musicalstuk uit The apple tree helpt de sfeer effectief om zeep. Onder het motto ‘het contrast wil ook wat’?

Intussen rennen Connor Schumacher en Majon van der Schot hun ovaaltjes, vangen ze hun lichtstreep en ontmoeten ze elkaar. Hun ingreep leidt niet tot een andere manier van kijken, maar is wel een reden om een goed halfuur met een kunstwerk samen te zijn in een ruimte. Daarmee is To come between een interessant initiatief van Boijmans en Dansateliers.

Foto publiciteitsbeeld: studio Rios Zertuche