Twee vrienden, echte timmermannen, bouwen aan een houten huis. Het is een vreemd huis, een puzzelhuis, een kantelhuis, met deurtjes en gaten en schuine kanten om van af te glijden, op te dromen en heel veel bakkies koffie te drinken. In de voorstelling Timtim wordt het jonge publiek in eerste instantie meegenomen in een soort buurman-en-buurman achtige situatie. Maar geleidelijk aan verloopt het concrete bouwen in een droomachtige chaos.

Regisseur Simone de Jong, bekend van voorstellingen als Kluizelaar en Walvisjong, pakt het dit keer wat uitbundiger aan. Dat resulteert in een innemende maar rommelige en onevenwichtige voorstelling.

De twee timmermannen zijn sowieso al een gouden greep. Peuters en kleuters houden nou eenmaal van klussen en het in elkaar zetten van het huisje met ter plekke ‘gezaagde’ puzzelstukken, werkt heel goed. Performers Niels Kuiters en Toon Kuijpers zijn een leuk stel samen en zetten zich enthousiast en met volle energie in. Vooral het draaien en kantelen van het ‘huisje’ zijn spannende momenten, het is steeds verrassend wat er nu weer te zien zal zijn. Hun fysieke spel is aanstekelijk. De scène waarin Kuijpers slapend over het object rolt, de ogen dicht en schijnbaar volledig ontspannen, is een pareltje.

Maar Timtim is te vol, wil te veel vertellen en laten zien. De verhaallijn is niet strak genoeg, de droomwereld die de makers willen scheppen is niet gemakkelijk als zodanig te herkennen. Wanneer het huisje een berg wordt die Kuiters moeizaam beklimt, een hamer als pikhouweel in de hand, haken veel toeschouwers af. Niet zo vreemd als je bedenkt dat weinig kinderen het beeld van een winderige bergbeklimming zullen herkennen.

Timtim bevat gelukkig vooral heel veel moois en is in potentie een pareltje, een stoere en lieve klusvoorstelling. Hij behoeft alleen nog wel wat rigoureus schaven, slijpen, zagen en timmeren.

Foto: Kamerich & Budwilowitz EYES2.